van wat de Canadese gemeenschap te bieden heeft, als grotere en betere mensen uit hun emigratie-avontuur te voorschijn komen. In het kader van het internationaal menselijk verkeer hebben zij bovendien tot opdracht hun historische persoonlijkheid, inclusief alle eeuwenoude rijkdommen van de Vlaamse gemeenschap, niet enkel te bewaren, doch ook uit te dragen in de Canadese gemeenschap die hen zo welwillend opnam.
De inhoud en de uitbouw van het studentenproject-Canada werd dan ook van uit deze optiek doorgelicht en geleid.
Bovendien kon het voor de deelnemende studenten een persoonlijke verrijking worden in die mate, dat zij geconfronteerd werden in een ontvankelijke openheid met hun landgenoten in een vreemd midden, en met het Noordamerikaans continent.
De studenten werden hoofdzakelijk ondergebracht bij farmers die enige binding hebben met de Vlaamse volksgemeenschap. Het werk was zwaar, in die zin, dat het uithoudingsvermogen en karakter vergde. Het was geen slavenarbeid, doch vormend voor de wil en nuttig voor jonge intellectuelen om aldus de werkelijkheid aan te voelen van een bestaan dat meer eisend is inzake fysische inspanningen.
De studenten waren begeleid door enkele leden van België in de Wereld, die verantwoordelijk waren voor de organisatie en de administratie, welke niet te onderschatten waren door de vele onbekenden van het experiment. Verder waren er een aalmoezenier en een dokter, terwijl ook Willem De Meyer de groep vergezelde om via het lied de boodschap van thuis te brengen. In de tabakstreek werden zangavonden ingericht op verschillende farms, terwijl ook opgetreden werd in andere steden van Canada en de V.S.A.
Het project kan in zijn geheel als geslaagd worden genoemd, niettegenstaande de onvermijdelijke onvolmaaktheden die eigen zijn aan een experiment in een land dat anders leeft en anders denkt. De deelnemende studenten hebben het aanvaard als pionierswerk, en konden aldus voor de toekomst een gezond hernemen van het project vastleggen.
Na de arbeid werd hun een reis van zes dagen aangeboden door de V.S.A.. Doch reeds zonder dit blijkt de tevredenheid van de studenten uit teksten zoals deze: ‘Deze weken werken en leven met deze diep-mooie mensen, hebben mij meer universeel-denkend gemaakt dan vier jaar universiteit... Vlaamse tabaksfarmers in Zuid-Ontario: heb dank. Uw boodschap gaat met ons naar Vlaanderen. Uw boodschap van harde werkkracht en grote durf’. (G.M.)
Het welslagen blijkt ook uit een ingesteld onderzoek: van de 340 studenten hebben er 200 geantwoord op een uitgebreide vragenlijst, en 90% wensen in 1967 opnieuw mee te gaan.
Van zeer groot belang is dat de terugslag van het project op de Vlaamse farmers positief is. Algemeen wordt gevraagd met méér studenten jaarlijks te komen, om verschillende redenen.
Ze zijn tevreden over het werkvermogen van de studenten.
Ze zijn tevreden over de houding van de studenten. Inderdaad, onze farmers waren getroffen door de gemanierdheid, de vriendelijkheid en de behulpzaamheid van de studenten. Er zijn warme vriendschapsbanden ontstaan, die thans voortduren in briefwisseling.
Bovendien hebben de Vlaamse farmers zich geaffirmeerd gevoeld door de aanwezigheid van de 340 studenten. Zij waren bij hun immigratie gekend als buffalos door hun werkkracht, doch als miserie-emigranten hadden zij weinig intellectuele bagage kunnen meenemen. Deze hypotheek was op hen blijven drukken. Thans waren zij trots erop te kunnen wijzen, dat de studenten van hen waren, van het volk waartoe zij behoren. En zo hebben ook de Canadezen het gezien.
Zelfs de nakomende generaties van onze emigranten hebben er een verrassende terugslag van ondervonden. Door de aanwezigheid van de studenten is de psychologische kloof tussen de ouderen en de jongeren gedeeltelijk overbrugd. Die kloof is groot: niet enkel het generatieverschil, doch er ligt ook een oceaan tussen. De jongeren hebben het thans intellectueel verder kunnen brengen dan hun ouders, en in sommige gevallen had dit de kloof vergroot. Bij het afstand nemen van de vorige generatie had de jeugd ook afstand genomen van het ‘taaltje’ der ouderen. Nu hoorden zij ineens dat deze studenten, die in hun ogen de elite zijn uit een land in Europa, dezelfde taal spreken als hun ouders Aldus zijn velen teruggekomen op bestaande vooroordelen en hebben belangstelling gekregen voor het land van hun ouders.
Dit zijn winstpunten. Een gebied, zo groot als België is doorwoeld, en er liggen beslist veel mogelijkheden in het jaarlijks ‘bezetten’ en ‘bewerken’, - mogelijkheden die zich inspireren aan en inhaken op de toenadering onder de volkeren, de bevordering van de wereldvrede, en de wederzijdse verrijking door uitwisseling van cultuurwaarden.
A. VERTHE.
1967
Bij het intreden van het nieuwe jaar bereikten ons van verschillende leden en belangstellenden van het A.N.V. vele goede wensen. Wij zeggen hun daarvoor van harte dank en wensen hun wederkerig een in alle opzichten goed en voorspoedig 1967 toe.