Taalkronijkje
In ieder geval zijn we nu weer opgezadeld met een nieuw en vermoedelijk onuitwisbaar woord-van-vreemde-stam: ‘spot’, geheel naar de geest van ons reklame- en public relations-wezen, dat bol staat van angelsaksische woorden. Het welverzorgd huisorgaan van deze bezige, altijd ietwat opgewonden, branche Revue der Reclame ritselt van de veelal lachwekkende, anglicismen: marketing, supervisor, account executive, manager, product group, full color, impact, media-man, commercial, hard selling en nóg een lange reeks woorden, die doen denken aan een klerk, die door zijn terminologie de indruk wil wekken op z'n minst procuratiehouder te zijn, zijn even zoveel lachertjes (of huilertjes) voor de lezer die gesteld is op het zuiver houden van zijn moerstaal. Ook de modewereld maakt zich veelvuldig schuldig aan deze gewichtige nonsens. In de twintiger jaren leden wij aan de Franse-, thans aan de Engels-Amerikaanse ziekte.
Het dagblad ‘De Tijd’ heeft vorig jaar een prijsvraag uitgeschreven om nieuwe Nederlandse woorden te scheppen ter vervanging van Engelse. Er kwamen er niet minder dan 18000 voor den dag. Daar waren heel aardige bij. Ik maak er een kleine keus uit:
babydoll - elfenhesje
babysitter - wiegewacht
bodybuilder - spieromaan
camping - kamperij
chip - krulfriet
jet - giervlieger
juxebox - dreundoos, platenmolen
ladykiller - wijfjeslijmer
shag - draaibaai
striptease - pellebel
en voor
‘spot’ - advertel.
Onder ons gezegd en niet gezwegen heb ik er niet veel hoop op dat deze aardige woorden ingang zullen vinden in het in zwang zijnde idioom, voor welk idioom ik een Nederlands woord zou willen gebruiken: prollepraat.
Mr. E. Elias, in het Algemeen Dagblad 9 jan. '67
* * *
Nadat dit stukje ter zetterij was afgegeven, kwam het ontstellende bericht, dat mr. E. Elias 14 januari op 66-jarige leeftijd plotseling is overleden.
Hij was tot voor kort lid van ons Verbond, welks idealen hem ter harte gingen, getuige ook het hier opgenomen stukje.
Wij betreuren het heengaan van deze ‘stukjesschrijver’ zoals hij zichzelf noemde. Temidden van het doorgaans weinig vrolijke grote en kleine nieuws in de pers gaven zijn van humor, grote fantasie en sterk taal- en stijlbesef getuigende artikelen een welkome verademing.
Sinds wij elkander veertig jaar geleden voor het eerst op de Nieuwe Rotterdamse Courant ontmoetten, is de toen begonnen vriendschappelijke betrekking gebleven, hoe ver en hoe lang wij vaak van elkaar af woonden.
Ook bij vele anderen zal hij nog lang in gedachtenis blijven.
P.K.