Gesprek met J.H. Scheps
Bij de verkiezingen, die de 15de februari a.s. worden gehouden, zal de naam van de heer J.H. Scheps op de lijst der kandidaten voor de Nederlandse Tweede Kamer ontbreken. Hij keert, na er twintig jaar lang een zeer actieve rol te hebben gespeeld, niet in de volksvertegenwoordiging terug, maar zal zich verder uitsluitend wijden aan zijn functie van wethouder van Zeist. In de Tweede Kamer zal men het vaak zeer emotionele woord van Scheps, die het steeds heeft opgenomen voor alle ‘verworpenen der aarde’, zeker missen. Wij weten van Scheps, dat hij altijd met hartstochtelijkheid op de bres heeft gestaan voor allen, waar ook ter wereld, die hij als slachtoffers van een onredelijk bewind of een onrechtvaardig systeem beschouwde. Hij behoort tot de helaas niet zo zeer talrijke Nederlanders, die het juiste begrip hebben voor de strijd der Vlamingen. Hij heeft deze strijd tientallen jaren gesteund.
Over de Vlaamse Beweging en vele andere problemen hebben wij een onderhoud met Scheps gehad in de wethouderskamer van het raadhuis van Zeist. Terwijl buiten een felle sneeuw- en hagelstorm woedde, heeft hij duidelijk zijn visie op velerlei vraagstukken uiteengezet.
De heer Scheps stamt uit een overtuigd protestants milieu en heeft de protestantse gemeenschap in vele functies gediend. Deze werkkring bracht hem naar Brussel (‘een Vlaamse stad’ zegt hij terecht) en van de Belgische hoofdstad uit heeft hij Vlaanderen in alle richtingen doorkruist. Hij werd er niet slechts geconfronteerd met de strijd der Vlamingen voor gelijkheid van rechten en kansen in de Belgische samenleving, maar eveneens met de sociale noden der Vlamingen. ‘Ik was nog geen zes weken in België of ik was overtuigd Vlaamsgezind’, zegt hij. Hem trof het terstond, dat de Vlamingen er vrijwel in elk opzicht slechter aan toe waren dan hun Waalse landgenoten. Met de woningen, de wegen, de treinen, de markten en wat al niet meer was het in Vlaanderen droeviger gesteld dan in het zuidelijk België. Het ergerde hem, dat zelfs Vlaamsgezinde bladen in het Frans gestelde familie-advertenties opnamen. Er waren overigens in die dagen nog heel wat Vlamingen die lezen noch schrijven konden. Hoe vaak heeft een Vlaming hem niet, als hij een brochure of een blad aanbood, bedankt met de woorden ‘Ik ben niet geleerd’ - waarmede hij zich dan als analfabeet voorstelde. In 1924 heeft Scheps reeds zijn belangstelling betuigd voor de Vereniging Protestants Vlaanderen. Hij voerde het woord op vele harer vergaderingen alom in het Vlaamse land.
Scheps heeft steeds grote belangstelling gehad voor het nationaliteitenvraagstuk. Daarom is hij aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte. Hierbij gaat het voor hem niet om een politieke bundeling van de Nederlandstalige gebieden, maar vooral om een culturele verbondenheid en samenwerking. Hij onderstreept daarbij uitdrukkelijk, dat hij tegenstander is van elke dictatuur. Het liefst zou hij het hele Nederlandstalige gebied van Nieuwe Schans tot Duinkerken in één federale staat verenigd zien (‘Wij hebben geen twee Nederlandse staten nodig’). Gaat zulks niet dan moeten de culturele banden tussen Noord en Zuid hechter worden. Hij streeft naar een Europa van verenigde naties - niet van verenigde staten, omdat staten op grillige wijze, vaak door macht en geweld, worden gevormd.
De heer Scheps gaf toe, dat in België, nadat hij naar Nederland was teruggekeerd, toch wel een en ander is veranderd. Toen hij er vertoefde waren er voor de Vlamingen geen mogelijkheden. Nu zijn die er wel. En in dit verband wees hij op de dringende plicht der Noord-Nederlanders de Vlamingen in hun strijd te steunen. Op cultureel gebied zijn daar vele mogelijkheden. Laten de Noord-Nederlanders toch vooral in Vlaams België hun moedertaal spreken. Iedereen verstaat er Nederlands. Laten ze, wanneer ze in het Frans geadresseerde brieven of drukwerken uit Vlaanderen krijgen, deze terugzenden. Er moet overigens veel meer belangstelling voor Vlaanderen in Nederland gewekt worden. De contacten moeten levendiger worden. Er moet op worden gelet, dat de berichtgeving uit Vlaanderen juist is - daar hapert nog wel eens wat aan. De Noord-Nederlanders mogen de Vlamingen in geen geval laten liggen of als een minderwaardig element van de Nederlandse gemeenschap beschouwen.
Ten slotte spraken we nog kort over de Nederlanders in Duitsland. De heer Scheps is een trouw bezoeker van de congressen van de Nederlandse Bond in Duitsland. Jaren geleden, toen het Bondsbestuur door brieven aan de diverse Kamerfracties belangstelling voor zijn werk poogde te wekken, verzocht de Kamerfractie van de Partij van der Arbeid de heer Scheps aandacht aan de problemen van de Nederlanders in Duitsland te besteden. Hij heeft ook deze taak gewetensvol vervuld. En de Nederlanders in Duitsland hopen, dat Scheps ook, na het verlaten van het parlement, hun trouwe vriend zal blijven.
Wij hadden de indruk, dat Scheps niet zonder weemoed uit de volksvertegenwoordiging treedt. Maar het besef aldaar zijn plicht te hebben vervuld zal hem wel sterken. En bovendien kan hij zich verheugen in de erkentelijkheid van vele mensen in vele landen voor wie hij op de bres heeft gestaan.
M.