[Neerlandia]
Het Nederlands buitengaats
De Nederlanders en Vlamingen die uittrokken naar andere windstreken en daarheen hun taal en cultuur hebben meegenomen, moeten wel het gevoel krijgen, dat hun officiële vaderland zich weinig gelegen laat liggen aan hen en aan hetgeen zij vertegenwoordigen. Zijn de thuisblijvers en hun regeringen te sterk betrokken op de zaken binnen hun grenzen, die uit de verte gezien met de ogen van de buitengaats wonenden, zoveel van hun belangrijkheid verliezen? Alleen reeds de grote waarde van de uitstraling onzer cultuur in het buitenland vereist een andere geest in het vaderland.
Het is indrukwekkend, uit de briefwisseling en de besprekingen die ons Verbond de laatste jaren heeft gevoerd inzake het Nederlands onderwijs in het buitenland, te zien wat van onze kant in dit opzicht is verricht. Met name onze secretaris, mr. W.L. Bicker Caarten, heeft zich hiervoor bijzonder ingespannen. Het is een van de teleurstellingen, die hij heeft ondervonden, dat de regeringen van Nederland en België in deze weinig lust tot medewerking hebben getoond.
De omvang van dit onderwijs, hoger en lager, moet voor de buitenstaander - en hoevelen staan buiten belangstelling hiervoor! - een openbaring zijn. De lijst van hoogleraren en lectoren in de Neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten e.d. vermeldt 159 namen uit 21 landen. Nederlandstalige lagere scholen zijn er in 21 landen; van Columbia tot Indonesië; in Australië, Nieuw-Zeeland en elders worden cursussen gesticht, die tot scholen kunnen uitgroeien.
Maar de regeringen beseffen blijkbaar niet de grote betekenis van dit onderwijs voor onze cultuur, onze taal en onze naam. Op de begroting 1966 van het Nederlandse ministerie van Onderwijs en Wetenschap staat een schamele post van drie miljoen gulden ten behoeve van het onderwijs aan Nederlanders in het buitenland, maar dit bedrag is bestemd voor internationale scholen in de E.E.G. en Nederlandse Christelijke scholen in Brussel en Antwerpen. Geen gulden komt ten bate van de bedoelde lagere scholen. En zonder overheidssteun kunnen deze scholen niet bestaan.
Primair is het belang van onze cultuur. De noodzaak het Nederlands in Zuid-Afrika zijn positie niet te doen verliezen, klemt b.v. steeds meer, om slechts iets te noemen. De Nederlanders die met hun kinderen tijdelijk in een ander land zijn, moeten niet worden genoodzaakt, hun kroost in het Engels te laten onderwijzen.
Zo is er meer. Er zal uitvoeriger over worden geschreven.
Thans brengen wij opnieuw deze dringende zaken onder de aandacht onzer ministers, in de hoop, dat een andere geest over hun departementen vaardig zal worden.