[Neerlandia]
20 Jaren Nederlands-Belgisch Cultureel Akkoord
De publikatie van dit hoofdartikel, kort na de herdenking van het 20-jarig bestaan van het Nederlands-Belgisch Cultureel Akkoord, zou geschieden in het vorige nummer van ons blad, doch dit moest door het overlijden van de heer mr. W.L. Bicker Caarten, algemeen secretaris van het Algemeen Nederlands Verbond, een maand worden verschoven.
In Neerlandia hebben wij reeds vaak de betekenis van het Nederlands-Belgisch Akkoord naar voren gebracht en dit sterk onderstreept, aangezien dit akkoord van groot belang is geweest voor de uitwisseling van hoogleraren, kunstenaars, studenten enz. tussen Noord- en Zuid-Nederland. In dit kader moet ook worden geplaatst de belangrijke jaarlijkse algemene conferentie der Nederlandse Letteren, waarvan de 16de in oktober van dit jaar in Rotterdam werd gehouden en waarvan de resoluties in dit nummer zijn opgenomen (zie blz. 174).
In het algemeen kan worden gezegd dat dit culturele akkoord op dezelfde wijze fungeert als de culturele verdragen met andere landen.
Hoewel wij alle waardering hebben voor hetgeen is gedaan in het kader van het Nederlands-Belgisch Cultureel Akkoord, is sedert enkele jaren niet alleen bij ons, maar ook in de kringen, die het akkoord uitvoeren het besef gegroeid, dat de structuur van dit akkoord onvoldoende is voor werkelijke culturele integratie van Nederland en Vlaanderen. Hiervan getuigt de in 1962 opgestelde nota door de Gemengde Commissie ter uitvoering van het akkoord. Daarin werd de samenwerking tussen beide landen sterk onder de loupe genomen en het voorstel gedaan om te komen tot de oprichting van een Hoge Raad voor de Nederlandse cultuur.
De oprichting van dit instituut is een centrale eis - zeker na het in november 1963 te Antwerpen gehouden 36e Nederlands Congres - van allen, die voorstander zijn van de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen.
Met alle waardering voor hetgeen gedurende de afgelopen 20 jaren in het kader van het Nederlands-Belgisch Cultureel Akkoord is verricht, moeten de middelen, geboden door de traditionele culturele akkoorden onvoldoende worden geacht voor een werkelijke culturele integratie.