Neerlandia. Jaargang 70

[p. 135]

‘De Hollandse school’ te Singapore
A. Grote, hoofd der school

Deze school werd reeds omstreeks 1925 door de K.P.M. gesticht. Oorspronkelijk waren er twee leerkrachten werkzaam, die hun lessen gaven in de Hollandse Club.

In 1926 werd het nu nog in gebruik zijnde gebouw betrokken, dat aan de belangrijkste eisen voldoet. De school is, althans in de ochtenduren, koel en maakt een ruime en uitnodigende indruk. Er wordt uiterlijk tot 's middags 1 uur gewerkt; op zaterdagen sluiten wij om 12 uur. De twee voorbereidende klassen zijn in aparte gebouwtjes ondergebracht, waarbij kleuterbaden zijn aangelegd.

Op didactisch, pedagogisch en organisatorisch gebied is de school het best te vergelijken met een neutraal-bijzondere school in een goed milieu in Nederland. In bijna alle gevallen blijken de kinderen als zij voorgoed of met verlof in Nederland komen vóór te zijn op het daar te volgen schoolprogramma en weer een achterstand te hebben als ze in Singapore terugkeren. De verklaring ligt voor de hand. De klassen zijn niet groot (maximaal 25 leerlingen) en de gemiddelde intelligentie ligt aanzienlijk hoger dan van een doorsnee school, d.w.z. een school

‘Vol verwachting klopt ons hart...’

met een gemengde bevolking in Nederland. De kinderen krijgen dus meer individuele aandacht en de leerkracht wordt naar verhouding minder opgehouden door leerlingen voor wie de leerstof te zwaar is. Op het gemiddelde I.Q. komen wij straks nog terug.

Om te voorkomen dat de 6e-klasleerlingen na afloop van het cursusjaar in Nederland arriveren zonder een toelatingsexamen voor het m.o. te hebben afgelegd, ontvangen wij reeds jaren, door bemiddeling van de inspectie van het middelbaar onderwijs in Nederland, de opgaven voor de toelatingsexamens (sedert 1964: eindproeven) van de rijks h.b.s. in Amersfoort. Verzending van de werkstukken vice versa geschiedt in verzegelde pakketten; de proeven worden bijgewoond door een gecommitteerde, de laatste twee jaar de echtgenote van de Tijdelijk Zaakgelastigde in Singapore. In het kader van de onderwijsexperimenten, verband houdende met de Mammoetwet, is in 1964 het toelatingsexamen omgezet in een eindproef, welke sterk aan de z.g. schoolvorderingentest doet denken. Van alle 6e-klasleerlingen in Amersfoort en omgeving wordt, na vergelijking van de testresultaten, 16 à 18% toegelaten tot het v.h.m.o. De overigen wordt geadviseerd naar schooltypen te gaan, welke op het gebied van de theoretische intelligentie lagere eisen stellen. Van de leerlingen in Singapore schommelt het percentage, dat voor het v.h.m.o. geschikt werd verklaard over de jaren 1964 t/m 1966, tussen de 40 en 50%. De gemiddelde intelligentie blijkt dus, zoals we eerder beweerden, hoger te liggen dan op een doorsnee school in Nederland. Hierbij geloven wij wel te mogen aannemen, dat het centraal gelegen Amersfoort als representant van het l.o. in Nederland kan gelden.

Deze uitweiding over het verstandelijke peil zou de veronderstelling kunnen wekken dat de ‘Hollandse School’ de ontwikkeling van het verstand als enige taak ziet. Dit is zeker niet het geval. De huidige maatschappij, waarin dynamische veranderingen aan de orde van de dag zijn, eist niet alleen ontwikkeling van het intellect, maar vraagt van de school ook ernstige pogingen om o.a. sociaal gevoel, aanpassingsvermogen, zelfstandigheid en artistieke aanleg tot ontplooiing te brengen. Door

Schoolflat met sportveld

[p. 136]

modern-didactische benadering van problemen, door het opgeven van taken en taakjes op klas- en schoolterrein, deelnemen aan lokale tentoonstellingen, excursies naar fabrieken en plantages, het verzorgen van voorstellingen in de Hollandse Club (waarvan de opbrengst een enkele maal ten goede komt aan plaatselijke liefdadige instellingen), trachten wij tegen te gaan dat genoemde potenties atrofiëren. Hierdoor menen wij tevens te voorkomen dat de school een wezensvreemd element in het kinderleven wordt. Enige concrete voorbeelden uit de afgewerkte agendabladen van 1966:

10 maart	-	Zwemwedstrijden t.g.v. het huwelijk van Prinses Beatrix;
11 april	-	Optreden van onze leerlingen in een kindercircus (2e voorstelling voor gehandicapten);
30 april	-	Kinderkermis, t.b.v. het Rode Kruis;
4 mei	-	19 kinderen van de Hollandse School leggen bloemen op de graven van in de oorlog gesneuvelde Nederlanders.

Van tijd tot tijd wordt aan enkele activiteiten aandacht geschonken door pers, radio en televisie.

Moderne hulpmiddelen die in het dagelijks leven een rol spelen, zoals film, dia's, grammofoon en bandrecorder worden op school gebruikt om het onderwijs levendiger en meer effectief te doen zijn.

Nog enkele zakelijke gegevens:

Het Bestuur wordt gevormd door managers van diverse Nederlandse bedrijven en van nauw aan zulke bedrijven verbonden affiliaties.

Het onderwijzend personeel bestaat thans uit 8 leerkrachten, van wie 5 uit Nederland op 4-jarig contract en 3 lokaal uit de Nederlandse gemeenschap zijn aangetrokken. Het aantal leerlingen varieert tussen de 132 en 150.

De financiën van de school zijn een constante bron van zorgen. De steeds stijgende kosten per leerling zijn een zware last voor veel ouders, die echter bereid zijn om deze, waar hun kinderen hier aansluitend Nederlands onderwijs genieten, te dragen. Ook de Nederlandse bedrijven, waarvan de meesten lid zijn van de school, dragen maandelijks heel wat steentjes bij om onze school gaande te houden.

Zolang wij echter van enige regeringssubsidie verstoken blijven zal een sluitende begroting tot de droombeelden van de penningmeester blijven behoren. Gedurende vele jaren heeft men reeds getracht voor subsidie in aanmerking te komen zowel financieel als in de vorm van leermiddelen. Een afwijzende beschikking door de Nederlandse regering is tot nu toe het enige resultaat geweest. Hoewel dit zeer ontmoedigend is, betekent dit niet, dat het bestuur zich hierbij heeft neergelegd. Hernieuwde aanvragen zijn in zee gegaan en alle steun, die de school daarbij kan krijgen, is meer dan welkom.

Het is goed te weten dat enkele kringen in Nederland achter de school staan, ook bij onze pogingen de betreffende instanties ertoe te bewegen de school in Singapore te zien als een Nederlandse School - met de subsidieconsequenties daarvan.

Wij hopen dat de gecombineerde krachten het zo nodige resultaat zullen opleveren.