Vierde Lustrumviering van de Groot-Kempische Cultuurdagen
Velen uit Noord- en Zuid-Nederland, onder wie tal van bestuursleden en leden van het A.N.V., waren op 9 en 10 juli in Hilvarenbeek om het vierde lustrum van de Groot-Kempische Cultuurdagen te vieren.
Deze viering werd opgeluisterd door de aanwezigheid van H.M. de Koningin en Z.K.H. de Prins der Nederlanden, die de eerste dag de gehele middagzitting hebben bijgewoond. Van de overigen noemen we slechts de ambassadeurs van België en van Zuid-Afrika, de commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en de gouverneur van Belgisch Limburg.
's Zaterdagsmorgens opende dr. J. Hulsker de bezienswaardige tentoonstelling ‘Christoffel Plantin in het beeld van de 16de eeuw’ in het Raadhuis.
Nadat velen deze tentoonstelling hadden bezichtigd, waarover dr. L. Voet, conservator van het Museum Plantin Moretus in Antwerpen, het een en ander bij de opening had verteld, begaf men zich tegen drie uur naar het Gemeenschapshuis.
De voorzitter van de Groot-Kempische Cultuurdagen, de heer J.P.M. Meuwese, burgemeester van Hilvarenbeek, opende zoals altijd op geestige wijze deze bijeenkomst. Hij deelde o.a. mee, dat de Kempische schrijver Emiel van Hemeldonck, een van de oprichters van de Groot-Kempische Cultuurdagen, benoemd was tot officier in de orde van Oranje-Nassau en spelde hem de versierselen op (zie foto op blz. 122). Zelf ontving de burgemeester uit handen van de heer E.W.P. van Dam van Isselt de Zilveren Driemaster, wisselprijs voor personen die op bijzondere wijze de Beneluxgedachte bevorderd hebben (zie onderstaande foto). Daarna hield prof. Lamberty en prof. Poelhekke hun inleidingen over ‘De Nederlandse Cultuur en Europa’. Het Hilvarenbeeks Jongenskoor zong op voortreffelijke wijze enige liederen. Aandachtig luisterde de overvolle zaal naar de synthese van beide inleidingen door Z.K.H. de Prins der Nederlanden.
Na afloop van de middagzitting begaf het hoge gezelschap zich te voet naar ‘De Zwaan’ voor het gebruiken
van de thee, terwijl de overige deelnemers op het grote, mooie Vrijthof genoten van het beiaardconcert, gegeven door André Wagemans, stadsbeiaardier van Tienen (België), met medewerking van het Antwerps Thebaans Kwartet.
Om half zeven volgde de traditionele feestelijke Brabantse koffietafel op het Vrijthof. Na de maaltijd trad het Folkloristisch Danstheater Internationaal op onder leiding van Gerard Bitter en het Reizend Volkstheater, afdeling van het Nationaal Toneel van België, vertoonde het middeleeuws wagenspel ‘Hanneken Leckertant’.
Een taptoe en een samenkomst in de Pickwickclub waren het einde van de eerste dag.
De zondag begon met twee kerkdiensten, daarna waren om half twaalf vele belangstellenden in het Gemeenschapshuis voor de schrijversbijeenkomst o.l.v.E. van Hemeldonck, waar Albert Westerlinck (prof. dr. J. Aerts) een inleiding hield over ‘De Nederlandse Literatuur en Europa’.
Na een uurtje geluisterd te hebben naar het Promenadeconcert op het Vrijthof, gegeven door de Kon. Harmonie Concordia, trokken velen per auto of autobus naar het prachtige landgoed Leenhof onder Gorp. Op de geboortegrond van de beroemde Humanist Goropius Becanus, geboren in 1518 te Hilvarenbeek, luisterde men naar het Blaaskwintet van de Antwerpse Philharmonie. Koffie werd aangeboden door de heer en mevrouw Ruud van Puijenbroek-Vroom, die het Leenhof spontaan ter beschikking hadden gesteld. Daarna had de uitreiking plaats van de Hilvarenbeekse Literatuurprijs (zie foto). Met de opvoering door ‘Maet Hout Stant’ op de binnenplaats van het Gemeentehuis van het openluchtspel ‘De Val van een Kardinaal’, geschreven door Jan Naaykens, en de uitvoering van ‘Musical For a Festival’ voor twee harmonieën van Gordon Jacob, uitgevoerd onder leiding van Sef Pijpers door Harmonie Concordia uit Loon op Zand en Harmonie St.-Cecilia uit Haarsteeg eindigden deze Cultuurdagen.
Veel contacten zijn er weer gelegd of versterkt tussen Noord en Zuid in deze twee dagen. Het is een lustrum geweest, dat bij de deelnemers een mooie herinnering zal nalaten en een aansporing moge zijn voor hen die de Groot-Kempische Cultuurdagen nog niet kennen.