Frans-Vlaanderen
Zuidvlaamse Cultuurdag te Breda
In het vorige nummer van ‘Neerlandia’ werd reeds met een enkel woord gewag gemaakt van de Zuidvlaamse Cultuurdag, die onder auspiciën van onze afdeling Noord-Brabant in Breda heeft plaats gehad. Wij komen hierop thans wat uitvoeriger terug.
In zijn openingsrede gaf dr. P.C. Paardekooper, voorzitter van de Cultuurdag, o.m. een overzicht van hetgeen reeds bereikt is op het gebied van het onderwijs in de Nederlandse taal in de Duitse grensstreek. Daar werden de verzoeken van de Werkcommissie van Hoogleraren en Lectoren in de Neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten, gesteund door het Algemeen Nederlands Verbond en de Kultuurraad voor Vlaanderen, het Nederlands als facultatief leervak ook in te voeren op de middelbare scholen, ingewilligd.
Zo memoreerde dr. Paardekooper de op 3 april jl. afgekomen beschikking van de Minister van Onderwijs van Noordrijnland-Westfalen, dat op alle ‘Realschulen’ (HBS) het Nederlands onderwezen mag worden. In de grensstrook met de Beneluxlanden zijn de mogelijkheden om het onderwijs in de Nederlandse taal te volgen, dan ook aanzienlijk verruimd.
Dr. Paardekooper stelde de medewerking in de Duitse Bondsrepubliek ten voorbeeld aan de Franse autoriteiten. Hij wekte op tot meer initiatieven in Frans-Vlaanderen. Dat daar vele hindernissen overwonnen dienen te worden, verduidelijkte de heer André Demedts, voorzitter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.
Ook wees dr. Paardekooper op de vaak gebrekkige aankondigingen in de Nederlandstalige programma's in de Belgische omroepbladen. Hij pleitte ook voor de algehele gelijkstelling van de Nederlandse en Belgische diploma's.
Des middags had een forumbijeenkomst plaats, die als hoogtepunt van deze cultuurdag was aangekondigd. Als onderwerp voor de discussie was gekozen ‘De Nederlandse kultuurpolitiek en de plaats daarin van Zuid-Vlaanderen’. In het forum dat onder leiding stond van dr. W.H. van den Berge, lid van de Raad van State, hadden verder zitting vertegenwoordigers uit de vier grote politieke partijen in Nederland, t.w. de heren C.A.A. van Beek (KvP) burgemeester van Reuzel, dr. K. van Dijk (VVD) uit Roden. dr. F.J.J. Krop (CHU) uit Rotterdam en J.M. Willems (PvdA) uit Oisterwijk. Gedurende ruim twee uren had een geanimeerde discussie plaats. Allen deelden de mening dat het zeer gewenst is, dat overheid en particuliere organisaties zich meer met Zuid-Vlaanderen gaan inlaten.
Op voorstel van de afd. Noord-Brabant en met instemming van de aanwezigen op deze Zuidvlaamse Cultuurdag, werden de volgende resoluties aangenomen:
1. | dat kan worden vastgesteld, dat in Nederland te weinig bekendheid bestaat aangaande Zuid-Vlaanderen (ook genoemd ‘Frans-Vlaanderen’ of Vlaanderen in Frankrijk); |
2. | dat de eerste taak hierin is gelegen, voldoende kennis te verspreiden en belangstelling te wekken voor Zuid-Vlaanderen; |
3. | dat o.m. een openbare discussie als thans heeft plaats gehad tussen politici van grote partijen in dat kader van groot nut is; |
4. | dat de pers, de radio en de televisie daarbij een grote rol kunnen spelen en met vreugde wordt geconstateerd dat de aandacht van die media voor Zuid-Vlaanderen groeiende is; |
5. | dat het niet alleen niet in strijd is met de Europese gedachte, maar aan de opbouw van een democratisch Europa dienstbaar is, de culturele contacten tussen verwante bevolkingsgroepen, doch behorende tot verschillende staten, te versterken en dus ook te versterken de contacten tussen Nederlanders en Vlamingen, daaronder begrepen de Zuid-Vlamingen; |
6. | dat, voor zover Nederland betreft, hier zowel een taak ligt voor particuliere organisaties als voor de Nederlandse Overheid. |
Deze resoluties werden in kennis gesteld van de minister-president en de leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.