In memoriam prof. dr. A.C. Bouman
Op 1 maart jl. vond te Oegstgeest de begrafenis plaats van de aldaar op 24 februari in de ouderdom van 72 jaar overleden prof. dr. A.C. Bouman. De Nederlandse pers heeft de grote kwaliteiten van deze veelzijdige geleerde, in zeer waarderende zin, uitvoerig naar voren gebracht. En Zuid-Afrika, zal zeker de nagedachtenis van hem, die van 1921-1946 aan de universiteit van Stellenbosch ‘de germaanse filologie en de geschiedenis van het Nederlands’ doceerde, weten te eren.
Na Stellenbosch volgde een professoraat aan de universiteit van Leiden, waar de overledene ‘de algemene taalwetenschap en de talen der oudgermaanse volken en hun letterkunde’ doceerde.
Dr. C.F.P. Stutterheim heeft in een artikel in de ‘N.R.C.’ van 28 februari. als eerste deskundige op dit gebied, uiteengezet, over welk een brede kennis een hoogleraar moet beschikken wil hij het hierboven aangeduide gebied beheersen. Zijn vele uitmuntende publikaties worden met eerbied genoemd.
Dr. Bouman was voorts een voortreffelijk kenner van het Afrikaans, waarvoor hij, samen met prof. Pienaar, een spraakkunst schreef. Hij beheerste die taal zó volkomen, dat hij in staat bleek enige toneelstukken in het Afrikaans te schrijven.
Zijn veelzijdige geest toonde ook veel belangstelling voor de kunst, zoals kan blijken uit zijn in 1942 verschenen boek ‘Kuns en Kunswaardering’, waarin hij zijn gedachten heeft neergelegd over Van Gogh en Cézanne, essentiële en decoratieve kunst, zeventiende-eeuwse Hollandse schilderkunst (hij schilderde zelf ook niet onverdienstelijk), Rembrandt en de traditie-beeldende kunst in Zuid-Afrika.
Prof. Bouman is jarenlang voorzitter geweest van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde. Van 1948 af trad hij op als redacteur van ‘Neophilologus’.