3e Heel-Limburgs Europees Jongerencongres te Hasselt
In het vorige nummer van ‘Neerlandia’ publiceerden wij een kort verslag van het derde Heel-Limburgs Europees Jongerencongres in Hasselt.
Op dit congres sprak o.m. de heer J.J.H. Veltmans, oud-secretaris van de afdeling Limburg van het A.N.V. over het Land van Overmaas. Hij hield daarbij de volgende voordracht:
‘Limburgers, Europeëers,
Op deze derde Heel-Limburgse dag spreek ik bij deze met groot genoegen de groet uit namens Oost- of Nederlands-Limburg. Het éne Limburg - door de Maas gescheiden, op enige spaarzame oeververbindingen na - wordt door U, jonge Limburgers uit West-Limburg, dat even Nederlands is als ons Oost-Limburg, op een waardige wijze vertegenwoordigd.
Willem van Gulik, een Maastrichtse proost, trok vanuit Maastricht met de Limburgers ten strijde op de Groeningerkouter, bij de Slag der Gulden Sporen. Wij, Oost-Limburgers, trekken vandaag westwaarts naar Hasselt, niet om gulden sporen te rapen, maar om hier - onder de kleuren der Europese vlag en der Beneluxvlag, de Brabantse, Vlaamse en Limburgse leeuwen - éénsgezind het éne Limburg tot uiting te brengen.
Wij allen - uit Oost- en uit West-Limburg - dienen ons te bezinnen op het feit, dat ons Limburgs zo zeer bedreigd wordt, met name in het Land van Overmaas, een streek, die anderzijds voorbestemd lijkt het hart te zijn van het éne Europa. Immers... het is in Overmaas, waar drie Europese culturen elkaar raken, te weten de Nederlandse, de Franse en de Duitse. Des te meer moeten wij het betreuren, dat de tegenstellingen juist in die streek op het ogenblik zo groot zijn.
Het gaat ons als Limburger, Nederlander, Beneluxer - of Beneluxiaan zo U wilt - en als Europees Federalist na aan het hart, wanneer er in dat gebied, dat officieel zelfs als ‘Land zonder grens’ betiteld wordt, groot onrecht gebeurt ten aanzien van de volkstaal. De volkstaal in Overmaas behoort, evenals de dialekten in Nederlands-Limburg, tot het Oost-Limburgs. Pers en televisie in het Luikse en de overige Franstalige gebieden doen zich - en dit vooral sinds de afgelopen oorlog - alle moeite, om in het openbaar en persoonlijk op alle mogelijke wijzen druk uit te oefenen op de bevolking in Overmaas, om toch vooral het dialekt op te geven en via het Algemeen Beschaafd Frans zich te bekennen tot de ‘culture latine’. Op 7 januari nog van dit jaar werd er in een reportage van de Waalse T.V. over de Voerstreek gesteld, dat het Limburgs geen Nederlands zou zijn!
De zoon van Senator Dehousse (uit Luik) durfde zelfs in ‘L'Europe en formation’ van april 1965 te schrijven, dat het Limburgs een Duits dialect is.
Het is in deze mentaliteit, die - vanuit anti-Nederlandse kringen steeds weer gevoed - altijd weer de Limburgse mensen in geheel Overmaas, maar bijzonder in de Voerstreek, voorgehouden wordt, n.l. dat zij een dialekt spreken, dat geen Nederlands is en geen Duits, met andere woorden: wij, Franstaligen, hebben alle recht Overmaas te verfransen.
Het wordt de hoogste tijd, dat tegen een dergelijke leugen en hetze door ons geprotesteerd wordt, daar dit een belediging is voor ons Limburgs en dus voor de hele Nederlandse taalgemeenschap.
Het is nog niet zo lang geleden, dat door leugen en hetze van een dictatoriale macht, een hele wereld in ellende werd gebracht en miljoenen mensen het leven lieten. Wij dienen ervoor te zorgen, dat leugen en hetze-propaganda geen kans meer krijgen, en zeker geldt dit, wanneer het om ons Limburgs, ons Nederlands gaat. Andere knelpunten voor onze Nederlandse cultuur bestaan nog steeds in het Brusselse en in Zuid-Vlaanderen, het Franse département Nord (hoofdstad Rijssel).
Slechts wanneer wij de noden van onze eigen cultuur en dus van alles, wat daarmee samenhangt - zoals economie, politiek en andere maatschappelijke verschijningsvormen - geheel begrijpen, kunnen wij Europees denken als wereldburger. En als wereldburger dienen wij er ook voor te waken, dat ons broedervolk in de Republiek van Zuid-Afrika door een ‘weg-met-ons’-mentaliteit in een geïsoleerde positie zou komen te staan, in hoofdzaak door toedoen van de Afro-Aziatische groep in de U.N.O.
Voor kort werd er in Den Haag zelfs het voorstel gedaan 100.000 gulden ter beschikking te stellen van het ‘Defence and aid fund’, een fonds, dat subversieve elementen in de Republiek van Zuid-Afrika en daarbuiten steun verleent; subversieve elementen, die bomaanslagen plegen op blanken, uit haat tegen die blanken en die ook nooit nalaten hun haat tegenover alles, wat blank is - en daar horen wij óók bij - uit te drukken.
Wij, als Limburgers, Nederlanders, Groot-Nederlanders, Europeëers, protesteren ten felste tegen elke maatregel, hoe dan ook, die ons bestaan als volk in gevaar brengt. Maar, vrienden, jonge Limburgers uit Oost en West, viert nu hier een groot-Limburgs feest, in eensgezinde, opgewekte geest, en ik mag dan eindigen met de woorden van Marnix van Sint Aldegonde:
Wij heffen hart en handen
Voor het heil der Nederlanden,