Aan weerszijden van de Noord-Zuidgrens
Op 16 september jl. vond te Breda de 5de Beneluxmiddengebied-contactdag plaats, waar aan de orde werd gesteld het thema van de ‘harmonische industrialisatie aan weerszijden van de grens’. Wensen op het gebied van de infrastructuur, cultuur, betere institutionalisering van de regionale samenwerking konden daar ook worden geuit.
Tot nu toe is de ervaring dat de op vroegere contactdagen ('s-Hertogenbosch-1957, Antwerpen-1959, Maastricht-1961 en Hasselt-1963) afgelegde geloofsverklaringen over de integratie van ons middengebied niet meer dan gemeenplaatsen blijken te zijn geweest, zonder dat men erin geslaagd is de overheid te bewegen nieuwe wegen op te gaan.
Onder het middengebied wordt verstaan de provincie Antwerpen, het arrondissement-Leuven, en de provincie Belgisch Limburg aan de ene kant en de provincies Nederlands Limburg en Noord-Brabant aan Nederlandse zijde. In dit gebied wonen 5 miljoen mensen. Drs. Gijzels, burgemeester van Heerlen en gewezen staatssecretaris van economische zaken, gaf als conclusie van zijn inleiding over het belang van de grensgebieden bij harmonisatie van het industrialisatiebeleid in België en Nederland, dat géén zodanige stimulerende maatregelen in het ene land worden getroffen, dat daardoor het aangrenzende gebied in het andere land in zijn ontwikkeling wordt aangetast. Daarmee is een zekere grensoverschrijdende pendel niet in strijd. Wat die pendel betreft gaf drs. Gijzels enkele cijfers.
Medio 1964 overschreden 12.200 Belgen de Nederlandse grens om in het Nederlandse gedeelte van het middengebied te werken. In omgekeerde richting pendelden slechts 2.500 Nederlanders. Voorts kwam als hoofdthema van deze op initiatief van het Vlaams Ekonomisch Verbond ingerichte contactdag ter tafel de boven reeds genoemde harmonische industrialisatie en wel aan de hand van het rapport van de Nederlands-Belgische commissie van deskundigen, dat is gepubliceerd onder de titel: ‘het ruimtelijk karakter van de industrialisatie in het Benelux-middengebied’, dat toegelicht werd door dr. R. de Freyter, lid van de ‘Hasseltse studiegroep’.
Van primair belang is daarbij het opstellen van een hiërarchie der gemeenten volgens hun industrieel belang, waarbij dan bij de toekomstige planning zou dienen rekening te worden gehouden.
Enkele ondernemingen op nieuwe industrieterreinen in Etten en Breda werden door de deelnemers aan deze contactdag bezocht.