Spiegel Vlaamse beweging
Algemeen Congres van de V.V.B.
taalwetgeving en grondwetsherziening
Op het laatste Algemeen Congres van de Vlaamse Volksbeweging, 12 juni 1965, werden vooral twee aktuele problemen behandeld: de taalwetgeving en de grondwetsherziening.
Wat de taalwetgeving betreft werd onderlijnd, dat - niettegenstaande de theoretische gelijkwaardigheid van de twee nationale talen in België - het Nederlands in de praktijk nog steeds vrede moet nemen met een ondergeschikte positie. Zo blijft de bestuurstaal in wezen nog steeds het Frans. In de administratie is de goede kennis van het Frans nog steeds dé doorslaggevende faktor voor de bevordering van Franstaligen én van Nederlandstaligen. De goede kennis van het Nederlands speelt hier geen rol. De theoretische arbeid in de administratie gebeurt vrijwel volledig in het Frans, en slechts in de laatste fase worden studiebesluiten, wetsontwerpen enz. nog vlug even in het Nederlands vertaald.
Daarenboven wordt de taalwet zowel naar de letter als naar de geest door de leidende kringen gesaboteerd.
Wat het grondwetsakkoord tussen de C.V.P. en de B.S.P. betreft, verklaarde voorzitter Paul Daels, dat de V.V.B. nog steeds gekant blijft tegen de grondwetsherziening zoals die door de vorige regering werd gepland. De grendelprocedure, waardoor een kleine meerderheid van de Waalse volksvertegenwoordigers de democratische ontplooiing van Vlaanderen kan beletten, is onaanvaardbaar. De V.V.B. is van mening, dat de beveiliging van de Waalse gemeenschap niet mag worden gezocht in ondemocratische grendelprocedures, maar wel in de toekenning van autonomie aan beide landsgedeelten. In een gefederaliseerde staat zal tevens het eerder besproken probleem, nl. de taalwetgeving, op de meest logische wijze opgelost kunnen worden.
Voorzitter Daels vermaande de politici, dat de moeilijkheden die gerezen zijn bij de vorming van een nieuwe regering, niet mogen worden opgelost op de rug van de Vlamingen. Hij waarschuwde tevens de Koning en de kerkelijke overheid dat toegeving aan de eisen van de Franstaligen een einde zou maken aan de positieve ingesteldheid van de Vlamingen tegenover België.
J.S.