Oorzaken
Er werden natuurlijk reeds heel wat theorieën naar voren gebracht om deze ‘parlementaire omwenteling’ te verklaren. Enkele verklaringen worden wel algemeen aanvaard. Zo is het normaal dat op elke regerende partij sleet komt, en dat elke oppositie-partij eerder gemakkelijk winst boekt. Maar de sleet en de winst waren hier wel érg groot, zodat er ongetwijfeld ook andere faktoren een rol hebben gespeeld.
De verkiezingsuitslag vertoont een duidelijke zwenking naar Centrum-rechts. Dit wordt wellicht verklaard door het feit, dat de individualistisch getinte Belgische bevolking ongetwijfeld schrik heeft voor travaillisme, collectivisme, etatisatie, enz. een strekking die door de regering Lefèvre-Spaak werd verdedigd en gedeeltelijk gerealiseerd. Dit is des te meer waar, omdat de Belgische bevolking momenteel zeer welvarend is. Vele kleine lieden, die dank zij de welvaartspolitiek der laatste regeringen een eigen bezit hebben veroverd, voelen zich nu als behorende tot de bezittende klasse en verlaten de ‘arbeiderspartij’. Dit speelde zeker een belangrijke rol in de massale verschuiving in Wallonië, waar de socialisten zowat 20% van hun kiezers naar de liberalen zagen overstappen.
De winst van de P.V.V. in Vlaanderen is daarenboven te verklaren, omdat partijvoorzitter Vanaudenhove zijn partij, die vroeger sterk antiklerikaal was, klaar en duidelijk heeft opengesteld ook voor de gelovigen. Het succes van de liberalen te Brussel is voor een groot deel te danken aan het feit, dat de liberale kandidaten aldaar de anti-Vlaamse gevoelens van de Brusselaars wisten op te vangen. Dit alles werd door de P.V.V. nog flink gekruid met een groots opgezette propaganda, waar de affiches aan de streek werden aangepast: in Wallonië federalistisch, in Brussel Vlaamshatend, in Vlaanderen Vlaams.
Een andere onvermijdelijke faktor die mede de uitslag hielp bepalen is de op komst zijnde grondwetsherziening, die door de vorige C.V.P.-B.S.P.-coalitie werd gepland om o.m. de Vlaams-Waalse verhoudingen te regelen. Deze grondwetsherziening speelde in het voordeel van de Walen, die absolute waarborgen eisten (en kregen) tegen eventuele minorizatie. Dit heeft in Vlaanderen veel kwaad bloed gezet, en aangezien naar de mening van een groot deel van de Vlaamse publieke opinie de Vlaamse vertegenwoordigers van de regerende partijen zich steeds opnieuw door hun Waalse collega's in de doeken lieten doen, won de Volksunie aldus veel stemmen door haar radikaal Vlaamse houding, o.m. haar eis voor federalisme. Veel Franstaligen, met name te Brussel, meenden, dat door de afbakening van de taalgrens en de taalwet van juli 1963, waardoor o.m. het taalregime in het Brusselse geregeld werd, te veel aan de Vlamingen werd toegegeven. De Brusselse liberalen speculeerden hierop, maar werden in hun anti-Vlaamse propaganda nog overtroefd door het Front Démocratique des Francophones. Deze partij, die