Neerlandia. Jaargang 69

Nederland

Noord-Brabantse volkshogeschool

Onlangs is te Haaren bij Tilburg de eerste Noord-Brabantse volkshogeschool geopend. Voorlopig nog ondergebracht in een zij-

[p. 49]

vleugel van het Groot-Seminarie aldaar, zal deze na korte tijd waarschijnlijk definitief worden gevestigd in het kasteel ‘De Nemelaer’.

De stichting van deze nieuwe volkshogeschool is ook voor de culturele integratie van Noord en Zuid van groot belang, als men denkt aan de stuwende rol die de volkshogescholen en hun leiders steeds hebben gespeeld in het verstevigen van het contact met Vlaanderen.

De Commissaris van de Koningin, mr. dr. Kortman, had ook deze functie op het oog toen hij in zijn openingswoord verklaarde: ‘Ik geloof dat het ons, Brabanders, vandaag gaat om de bewustwording van onze taak in de Lage Landen. Wij moeten weer weten en beseffen welke onze plaats is in deze delta, als erfgenaam van het oude Brabant. Dit bewustzijn te wekken en te versterken is de primaire taak van deze volkshogeschool’.

Opvoeding tot democratie

December-1963 is, op initiatief van enkele leerlingen van enige v.h.m.o.-scholen in Amsterdam, opgericht de schoolcommissie ‘Opvoeding tot Democratie’. De schoolcommissie heeft sedertdien enige malen per jaar na schooltijd een ‘facultatieve les’ georganiseerd met de bedoeling voor de bij de commissie aangesloten leerlingen een bijdrage te kunnen leveren voor hun staatkundige vorming en voor hun opvoeding tot burgers in een democratische samenleving.

Enkele lezingen zijn ook voor hen gehouden o.a. door prof. A.D. de Groot (‘Wat is democratie?’); D.H. Couvée (‘De pers in onze democratie’); mevr. A. Rijksen-Koning (‘Oefening in de technieken van de democratische levenshouding’); prof. J.W. van Hulst (‘Regering en volksvertegenwoordiging’) en prof. A.D. Belinfante (‘Rechtspraak in de democratische rechtstaat’).

Dinsdag 2 februari ontving het ministerie van O.K. en W. 45 leerlingen van het Cortesius-lyceum, de tweede gemeentelijke middelbare meisjessschool ‘Reina Prinsen Geerligs’ en het hervormd lyceum, alle drie te Amsterdam.

Mr. Huijnen, chef van de Pers- en Publiciteitsdienst van het ministerie, zette voor deze groep uiteen hoe een wet tot stand komt, toegelicht aan de hand van kamerstukken en staatsbladen enz.

In het Perscentrum Nieuwspoort gaf daarna de heer Van der Sanden, voorzitter van de parlementaire pers, een korte inleiding over ‘Parlement en Publiciteit’. Na de koffie woonden de Amsterdammers een gedeelte van de vergaderingen bij in Tweede en Eerste Kamer.

Tot besluit ontving minister Bot met enige van zijn hoofdambtenaren hen in de grote vergaderzaal van het ministerie.

Voor de groep leerlingen een leerzame en onvergetelijke dag.

Studentenaanwas in 1964

Bij de gezamenlijke universiteiten en hogescholen hebben zich tot 25 oktober 11.200 eerstejaarsstudenten laten inschrijven; dit is 2.000 studenten meer dan in het jaar daarvoor of wel een stijging van 22%. In de loop van het studiejaar zal nog een beperkt aantal inschrijvingen volgen.

De stijging is het grootst in Rotterdam (52%). Wageningen (49%). Vrije Universiteit te Amsterdam (29%), Nijmegen (27%), Groningen (25%) en Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam (23%). In Delft is de stijging 15%, in Leiden 12%, in Utrecht 9% en in Tilburg 8%. Alleen in Eindhoven bleef het aantal eerstejaars vrijwel gelijk.

Wat de studierichtingen betreft geven landbouwkunde (49%), godgeleerdheid (47%), sociale wetenschappen (45%), psychologie (42%) en opvoedkunde (40%) een belangrijke stijging te zien. De toeneming bij de technische wetenschappen met 25% is mede een gevolg van de opening van de Technische Hogeschool ‘Twente’ te Enschede, welke instelling met 238 eerstjeaars begon.

Behalve bovengenoemde aantallen studenten zijn bij de universiteiten nog 600 eerstejaars ingeschreven, die in opleiding zijn voor een universitair M.O.-akte-examen: aldus het C.B.S.

Alexander Voormolen 70 jaar

Op 3 maart is Alexander Voormolen, lid van de Haagse afdeling van het A.N.V., zeventig jaar geworden. Bij die gelegenheid zijn tal van artikelen in de pers verschenen en er zijn drie radio-uitzendingen geweest van zijn composities.

Voormolen heeft in zijn jeugd in de voorste gelederen gestaan van de toenmalige avant-garde.

De jubilaris heeft in 1957 en 1960 een Visser-Neerlandiaprijs gekregen o.a. voor zijn orkestwerk ‘Eline’, naar de bekende roman van L. Couperus ‘Eline Vere’.