Enkele praktische gegevens
Voor f 400.- per (school) jaar wordt men ‘abonnee’ op het huisonderwijs van IVIO's Wereldschool.
Na inschrijving krijgen de ouders een aantal testformulieren toegezonden die zij en hun kind moeten invullen. De docenten in Nederland bestuderen deze gegevens en berichten hierna met welke taak het kind kan beginnen. Hierbij wordt in eerste instantie rekening gehouden met de wensen van de ouders en met de levensloop, de toekomstplannen en de lichamelijke gesteldheid van het kind.
De cursussen zijn samengesteld voor kinderen in de leeftijd van vijf tot veertien jaar. De leerstof is verdeeld over zes jaartaken (de zes jaren van het lager onderwijs) die elk weer zijn onderverdeeld in tien maandtaken.
Er is dus rekening gehouden met een vakantie-pauze van twee maanden.
Zodra bepaald is welk ontwikkelingsniveau het kind heeft en aan de hand daarvan waar met de lesstof moet worden begonnen, ontvangen de ouders van de Stichting IVIO het eerste studiepakket. Hierin bevinden zich niet alleen de handleiding en de benodigde boeken maar ook allerlei ander materiaal, bijvoorbeeld voor handenarbeid, voor zangles en verder schriften, kleurpotloden, vlakgom enz.
In elke handleiding is voor de moeder - in de meeste gevallen zal het immers de moeder zijn, die de onderwijstaak op zich neemt - voor een maand lang precies aangegeven hoe zij minuut voor minuut les moet geven en hoe het gezondden materiaal moet worden gebruikt. Tevens staan er de antwoorden en de uitwerkingen van alle opdrachten in. Aan het eind van iedere maand moet het kind een vorderingen-test maken. Deze wordt door de moeder, eventueel in combinatie met vragen en problemen, opgezonden naar de Stichting IVIO in Nederland.
De docenten beoordelen het werk en sturen een brief terug, waarin een en ander uitvoerig wordt besproken en die tevens adviezen en nuttige wenken voor de moeder inhoudt.
Meestal gaat deze brief vergezeld van een persoonlijk briefje aan het kind waardoor successievelijk een hechte band ontstaat tussen de kinderen en de Nederlandse docenten.
Het is meermalen voorgekomen dat de kinderen hun briefjes richtten tot ‘oom IVIO’. (Het komt eveneens regelmatig voor dat deze briefwisselingen bij permanente tijdelijke terugkeer in Nederland worden gevolgd door een persoonlijke kennismaking van het kind met de docenten).
Op deze wijze ontstaat naast de onderwijs-band een persoonlijke sfeer die voor beide partijen minstens even belangrijk is als het ‘zakelijke’ contact.
Alle vakken van het normale lagere onderwijs worden op deze manier behanheld, dus: lezen, schrijven, rekenen, Nederlandse taal, kennis der natuur, ge-