het contact tussen de toneelschrijvers en het toneel te bevorderen;
d. dat er bij de organisatoren van festivals in het Nederlandse taalgebied op wordt aangedrongen voorstellingen van Nederlandse stukken in hun programma's op te nemen;
e. dat het van overheidswege mogelijk wordt gemaakt, dat oorspronkelijke Nederlandse stukken, die door beroepsgezelschappen worden opgevoerd, in drukvorm verschijnen;
f. dat meer middelen ter beschikking worden gesteld om Nederlandse stukken in vertaling onder de aandacht van het buitenland te brengen, b.v. door hogere subsidies aan het Belgische en Nederlandse Centrum van het Internationaal Theater Instituut;
g. dat ook in het buitenland het spelen van oorspronkelijke Nederlandse stukken in de Nederlandse taal wordt gestimuleerd, mede door het vooraf verspreiden van goede vertalingen en door het wekken, zo mogelijk verzekeren van voldoende publieke belangstelling.
h. dat radio en televisie in samenwerking met de toneelgezelschappen in het bijzonder voorlichting geven over en aandacht besteden aan toneelopvoeringen van oorspronkelijke Nederlandse stukken.
2. De sectie toneel acht het gewenst dat de vertaling in het Nederlands van toneelstukken, met inachtneming van de eigen aard van de toneeltaal, op niveau geschiedt en dat daartoe, vooral in het Belgische deel van het taalgebied, ruimere financiële middelen worden verstrekt.
3. Teneinde het toneelpubliek in Zuid en Noord geleidelijk meer te zien samengroeien, spreekt de sectie toneel de wens uit, dat er door tussenkomst van het bureau van de Conferentie meer dan voorheen geregelde uitwisseling van erkende gezelschappen zal plaats hebben. Daartoe is het noodzakelijk, dat beide Regeringen de bestaande subsidieregeling zodanig wijzigen, dat ook het organiseren van vrije voorstellingen wederzijds mogelijk wordt.
4. In verband met de wenselijkheid van een systematischer uitwisseling van regisseurs, beveelt de sectie toneel een onderzoek aan naar de honorering van gastregisseurs in Zuid en Noord. Onderzocht moet worden in hoeverre de extra-kosten van gastregie door een speciale subsidie van het uitnodigende land aan het betrokken gezelschap kunnen worden vergoed.
5. In het toneelonderwijs is er een begin van geregelde uitwisseling te constateren. Toch dienen de leidingen van de scholen in Zuid en Noord in gezamenlijk overleg met de directies van de beroepsgezelschappen gemeenschappelijke normen op te stellen voor het gehele toneelonderwijs. Het is in dit verband wenselijk, dat de directies van die gezelschappen tot bijwoning van de besloten eindexamens in het andere gebied worden uitgenodigd.
6. Ter verdieping van het inzicht in de dramatische kunst acht de sectie toneel het van groot belang, dat universitaire afdelingen van dramatische wetenschap worden opgericht en dat de belangstelling voor dramatische kunst in het gehele onderwijs, en meer in het bijzonder bij de opleiding tot onderwijzer en leraar, wordt bevorderd door het aanstellen van toneeldeskundigen.
7. De sectie toneel acht het nuttig dat er met overheidsmiddelen een beeld- en geluidsarchief van het toneel wordt aangelegd.