Congres van de Vlaamse C.V.P.-vleugel, 27 september
In zijn welkomstwoord tot de aanwezige kaderleden op het congres van de Vlaamse vleugel van de Christelijke Volkspartij verklaarde de voorzitter, senator Vandekerckhove: ‘Wij bezitten hier adviserende bevoegdheid; wij zullen aanbevelingen formuleren voor de nationale C.V.P.-leiding.’
Met deze woorden werd de taak, maar ook de begrensdheid van het congres omlijnd. De Vlaamse C.V.P. kan wel afzonderlijk vergaderen, besprekingen voeren en adviezen opstellen, maar beschikt niet over eigen beslissingsmacht. Met deze woorden verdween ook de hoop van sommigen, die meenden dat de Vlaamse C.V.P. uit dit congres zou verschijnen als een (althans in zekere mate) onafhankelijke politieke eenheid. De C.V.P. blijft in wezen unitair, aangezien de nationale partijleiding alle beslissingsmacht behoudt. Dat betekent dan ook, dat de Waalse vleugel in de schoot van de nationale leiding medezeggenschap heeft, ook wanneer de Vlaamse C.V.P. over uitsluitend Vlaamse belangen congresseert.
Dit belet toch niet dat het congres zelfbewust de Vlaamse problemen heeft besproken en hiertegenover dan ook stellingen heeft ingenomen. De belangrijkste sprekers waren volksvertegenwoordiger Leo Tindemans over de Vlaamse doctrine in de C.V.P.; kamerlid Jan Verroken over de Vlaamse realisaties van de C.V.P. gedurende de laatste 20 jaar; en Jos de Saeger, voorzitter van de Vlaamse C.V.P.-Kamergroep, die vooral de vraagstukken rond de grondwetsherziening belichtte.
De ingenomen stellingen komen dikwijls overeen met deze, welke ook enkele dagen voordien op het Congres van het Davindsfonds werden verkondigd.
De C.V.P. wenst onvoorwaardelijke zetelaanpassing, los van de grondwetsherziening en vóór de volgende wetgevende verkiezingen. Deze zetelaanpassing moet in de toekomst automatisch gebeuren telkens wanneer dit nodig is.
De grondwetsherziening beoogt de modernisering van de Belgische staat en moet o.m. omvatten: de grondwettelijke erkenning van de twee taalgemeenschappen, een bijzonder statuut voor Brussel, ruime kulturele autonomie met eigen beslissingsmacht voor de twee gemeenschappen. De Vlaamse C.V.P. wenst een gentlemen's agreement met de Vlaamse vrijzinnigen en wat de Waalse waarborgen tegen minorisatie betreft wil zij effektief onderhandelen, nadat de zovele rechtmatige maar onvervulde wensen der Vlamingen werd ingewilligd. Dergelijke waarborgen mogen de normale en democratische ontwikkeling van Vlaanderen niet afremmen. Pas dan zal de Vlaamse C.V.P. bereid zijn de afgebroken besprekingen over de grondwetsherziening verder terug te zetten.
Wat de kulturele autonomie betreft wil de Vlaamse C.V.P. een decentralisatie van het administratief apparaat naar de provincies en de gemeenten toe, tevens een politiek van regionale economie met behulp van gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen.
Er werd ook speciale nadruk gelegd op de culturele integratie met Nederland, en hiervoor halen wij letterlijk de woorden aan van Leo Tindemans:
‘Ik zou hier ook willen wijzen op de noodzakelijkheid voor Vlaanderen de kulturele integratie met Nederland na te streven. Het is bekend dat dergelijke voorstellen soms wrevel en argwaan wekken bij onze Waalse vrienden. Zij moeten echter begrijpen dat wij, ten eerste, niet de minste lust gevoelen om een soort ‘Vlaamse’ kultuur te kultiveren; ten tweede, dat een relatief klein taalgebied, zoals dat van het Nederlands, veel meer gedwongen wordt tot integratie dan wel b.v. de Franssprekende volken, die steeds kunnen rekenen op de kultuurpolitiek van Frankrijk, waar men ook woont ter wereld.
Wij kunnen in deze tijd het Nederlands slechts doen bloeien indien wij een kulturele samenwerking, gaande tot integratie met Nederland verwezenlijken.
De Vlaamse C.V.P. vraagt dan ook met aandrang dat een supra-nationale Hoge Raad voor de Nederlandse Kultuur, die reeds op het Nederlands Kongres, te Antwerpen gehouden in november 1963, werd voorgesteld, zo spoedig mogelijk zou woeden tot standgebracht.
Het congres, dat o.m. werd bijgewoond door eerste minister Lefèvre en de algemene voorzitter van de C.V.P. Vanden Boeynants, keurde het vermelde programma eenparig goed. Dit is wel een bewijs van de weg die de Vlaamse C.V.P. heeft afgelegd in de richting van een bewust Vlaamse politiek. Bovenvermeld programma werd onder de vorm van ‘aanbevelingen’ aan de unitaire partijleiding overgemaakt. Het woord is thans aan haar: zal zij metterdaad meehelpen om deze ‘aanbevelingen’ in werkelijke politieke verwezenlijkingen om te zetten, zo niet dan zou het congres haar betekenis verliezen.
J.S.