Prof. dr. R. Derine: Aktuele Vlaamse standpunten. Antwerpen, Uitgeverij N.V. Standaard-Boekhandel, 1964. 8o. 135 blz. (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding, jaargang LVIII, nr. 1-2, Verhandeling 491).
Dr. M. van Haegendoren: De Vlaamse Beweging, nu en morgen. Verweer en aanval. Hasselt, Uitgeverij Heideland, 1964. 8o. 203 blz. Met twee bijlagen: 1. Ch. Becquet: ‘België tegenover de twee volksgemeenschappen die elkaar tegemoet treden’, 2. ‘De standpunten van gezaghebbende Vlaamse organismen’. (Vlaamse Pockets, 118.)
Het lijkt ons eigenlijk overbodig, maar prof. Derine zet in zijn werkje eerst een aantal beginselen van de Vlaamse Beweging uiteen. Hij pleit voorts vooral voor de vorming van een ruim Vlaams front om de eisen die de Vlamingen nog steeds te stellen hebben - zij zijn nog steeds de eisende partij - te verwezenlijken. In het tweede deel houdt hij zich uitvoerig bezig met het vraagstuk van de Belgische staatsstructuur en met het standpunt, dat de Vlaamse Beweging dient in te nemen, en de tactiek die ze moet voeren. Beide hangen trouwens nauw samen.
Schrijver bepleit slogans te vermijden die intern verdeeldheid zaaien. In plaats van federalisme (de ‘radicalen’) of ‘decentralisatie’ (meer gematigden) zou men de term autonomie als gemeenschappelijke noemer moeten gebruiken. Derine is voorstander van een soepele en pragmatische doorvoering van die autonomie.
Zeer lezenswaardige beschouwingen, maar of het zal helpen de ene term door de andere te vervangen?
Het vervolg dat Van Haegendoren heeft geschreven op zijn ruim een jaar geleden gepubliceerde delen over de Vlaamse Beweging - destijds uitvoerig in Neerlandia besproken - lijkt in de eerste plaats bedoeld, zo niet als een gebalde vuist, dan toch als een gebalde theorie om het in slecht Nederlands te zeggen. Dit vervolg is klaarblijkelijk een reactie op de taalwetgeving en de psychologische nederlaag van de Vlaamse Beweging in juli 1963. Het valt onmiddellijk op, dat de schrijver in dit deel radicalere stellingen inneemt dan in de vorige delen het geval was. Het boek bevat een uitvoerige uiteenzetting van genoemde taalwetgeving, van de gevolgen en de toepassing ervan, van de gebeurtenissen in ‘het politieke najaar 1963’ om te eindigen met een bespreking van het programma van de Vlaamse Beweging voor de toekomst. Schrijver spreekt zich uit voor federalisme, overigens niet op dogmatische wijze. Hij meent te constateren, dat ‘het federalisme reeds begonnen (is)’. De uiteenzetting over de recente taalwetgeving is zeer gedetailleerd, het oordeel van de schrijver erover is zeer afgewogen, kortom Van Haegendoren blijkt ook hier een uitnemende gids te zijn. Met de twee vorige delen van De Vlaamse Beweging, nu en morgen beschikken we thans over een goede actuele, handleiding voor de huidige Vlaamse problemen. Het boek eindigt met een waarschuwing tegen het Belgische fascisme, dat de grootste vijand van het federalisme is.
Belangwekkend is de bijdrage, geschreven door de Waal Ch. Becquet, gedelegeerd beheerder van de Fondation Charles Plisnier, in bepaalde opzichten de Waalse tegenhanger van de Vlaamse Stichting Lodewijk de Raet.
W.