Nederlandse Antillen
Culturele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk
De Adviesraad voor culturele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk voor de vierde maal te Wassenaar bijeen van 2 t/m 13 maart, onder voorzitterschap van mr. H.J. Reinink, directeur generaal voor de kunsten en de internationale culturele betrekkingen, heeft voor de Ned. Antillen en Suriname de volgende projecten, waarvan de verwezenlijking afhankelijk is van de terbeschikkingstelling op korte termijn van fin. middelen, aanbevolen:
1. | oprichting Wetenschappelijke Bibliotheek als centraal onderdeel van een Wetenschappelijk Instituut in Suriname; |
| |
2. | bouw schouwburg Curaçao; |
| |
3. | restauratie landhuis Ascencion op Curaçao; |
| |
4. | restauratie Fort Zeelandia in Paramaribo. |
Van een wetenschappelijk instituut in Suriname, waarvoor de grond en ver gevorderde plannen klaar liggen, verwacht de raad een gunstige invloed op de wetenschapsbeoefening daar en op bestaande en nog op te richten hogere onderwijsinstellingen. Als de Nederlandse landsregering bereid is de helft van de kosten voor haar rekening te nemen, kan de bouw spoedig ter hand worden genomen. Voor de drie andere projecten wordt eveneens financiële steun uit Nederland gevraagd.
De adviesraad heeft met voldoening kunnen constateren dat de subsidiëring van bestaande culturele activiteiten een stijgende lijn vertoont en daardoor nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt.
Zo komt de voorlichting op Nederlandse scholen over Suriname en de Nederlandse Antillen steeds meer op gang. De Sticusa is gevraagd nu ook de voorlichting in de West over Nederland te gaan voorbereiden.
Vermeld moet nog worden dat in de ko mende jaren getracht zal worden in de West te komen tot samenstelling van een nieuwe encyclopedie voor Suriname en de Antillen, ter vervanging van de sterk verouderde encyclopedie voor West-Indië.
Op deze vierde bijeenkomst van de adviesraad hebben de leden ervan verscheidene werkbezoeken gebracht aan culturele centra en ontwikkelingsgebieden in Nederland. Op 7 maart werden zij door koningin Juliana ten paleize ontvangen.