Neerlandia. Jaargang 68
(1964)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdBelgie in de wereldAfdeling West-VlaanderenDe Vereniging ‘België in de Wereld’ herhaaldelijk in Neerlandia genoemd, heeft indertijd besloten tot de oprichting van provinciale afdelingen. De eerste, die nu tot stand is gekomen, is de afdeling West-Vlaanderen, zaterdag 11 april officieel geinstalleerd door de ere-voorzitter, de goeverneur Van Outryve d'Ydewalle, die, evenals de heren P. Coppieters en O.V. Spitaels nog eens de doelstellingen van de vereniging heeft toegelicht. Gericht op de Vlamingen in het buitenland, zal de afdeling West-Vlaanderen van ‘België in de Wereld’ een uitgebreide voorlichtings- en dokumentatiedienst inrichten, waarin is vervat, de inventaris van alle uitgeweken West-Vlamingen. Het onderling kontakt tussen de in het buitenland verblijvende West-Vlamingen zal op velerlei wijze worden bevorderd. Een bijzondere aandacht zal worden geschonken aan de jongeren, die hulp zal worden gegeven bij folklore-initiatieven en andere eigen karakter-uitingen, waarvoor desnoods materiële steun zal worden verleend. Oplossingen zullen worden gezocht in verband met onderwijsmogelijkheden, o.m. wat de taal, de kwaliteit en de waardering van diploma's betreft. De mogelijkheid om eigen Vlaamse sociale helpers voor de voornaamste Vlaamse nederzettingen aan te werven zal worden onderzocht. Aandacht zal worden besteed aan het organiseren en uitwisselen van familieboodschappen via radio en correspondentie. Plaatselijke propagandisten zullen in West-Vlaanderen worden aangesteld om de Vlamingen vertrouwd te maken met en hen te betrekken in de werking van ‘België in de Wereld.’ Het tijdschrift ‘Ambassadeur’ zal op grote schaal worden verspreid. Het secretariaat van de afdeling West-Vlaanderen is gevestigd in de Blankaart te Woumen, en wordt waargenomen door mevr. Th. Houwen. Men wordt lid van de afdeling nà storting van 50 F. | |
Staf Bruggen overledenOp 18 mei 1964 overleed op 71-jarige leeftijd de bekende Vlaamse regisseur en acteur Staf Bruggen. Bruggen was een der pioniers, samen met dr. Oscar de Gruyter en dr. J. Goossenaerts, van het Vlaams Volkstoneel, dat in de jaren twintig zo bijzonder veel heeft bijgedragen tot de vernieuwing van het toneelleven in Vlaanderen. In de jaren dertig had hij de leiding van het Nieuw Vlaams Volkstoneel. Tijdens de oorlog was hij directeur van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg te Gent, terwijl hij zich na de oorlog vooral bezig hield met het amateurtoneel. Hij was verder gastregisseur bij diverse groepen. Staf Bruggen was in Vlaanderen een begrip. Hij heeft zeer grote verdiensten voor de verbreiding van een toneelcultuur in brede kring. | |
Jaarcongres van het WillemsfondsHet jaarlijks congres van het Willemsfonds vond enkele weken geleden plaats in Knokke, onder leiding van prof. A. Devreker, waarnemend voorzitter.
Onder de aanwezigen waren afgevaardigden van afdelingen uit Limburg, Antwerpen, Brabant en de beide Vlaanderen.
De congreszitting was gewijd aan de reorganisatie van het ‘Willemsfonds’, of, zoals prof. Devreker nader zei, aan de | |
[pagina 90]
| |
vraagstukken van het ‘Willemsfonds’ in onze tijd. Uit de open gedachtenwisseling, waaraan verschillende afgevaardigden deelnamen, werd de geest van vrijzinnigheid als het wezen zelf van het ‘Willemsfonds’ op de voorgrond geplaatst, maar dan zonder aan politieke verplichtingen gebonden te zijn. Prof. Devreker trok het besluit, dat de strijd voor ontvoogding en verheffing van het Vlaamse volk binnen het ‘Willemsfonds’ voor een ieder moet open staan. De plaatselijke voorzitter, Fernand Desmidt, leidde hierop de academische zitting bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Knokse ‘Willemsfonds’. Een ontvangst op het stadhuis had nog plaats met toespraken door burgemeester Lippens, schepen Mattelaer, prof. Devreker en Fernand Desmidt. Zoals ook onze lezers bekend zal zijn uit het interview met de algemeen secretaris van het Willemsfonds, prof. dr. A. Verhulst, dat in het februarinummer verscheen, had het Willemsfonds zo niet formeel dan toch in de praktijk een vrij nauwe binding met het Vlaamse liberalisme. Het Willemsfonds wil zich dus verder verruimen tot een tehuis voor alle vrijzinnige Vlamingen, en het wil zijn apolitiek karakter duidelijker beklemtonen. Er bestaat in vrijzinnig-Vlaamse kring een groeiende behoefte aan een algemene organisatie, representatief voor alle Vlaamse vrijzinnigen. Wellicht moet de ontwikkeling in het Willemsfonds mede in dit kader gezien worden. Voorts is het een bekend feit, dat zeer veel Vlaamse liberalen weinig op hebben met de conservatiever wordende wens van de (liberale) Partij voor Vrijheid en Vooruitgang, die gepaard gaat met een versterking van de Brusselse, doorgaans sterk anti-Vlaamse afdelingen in de partij. Mischien is ook dit van enige invloed geweest op de ontwikkeling in het Willemsfonds. |
|