land? In de sectie Nederlandse Letterkunde waren de lezingen vrijdag aan de epische structuur gewijd, in de sectie Filosofie aan het Marxisme. In plaats van de sectie Oosterse Filologie was een sectie Dialectologie en Naamkunde ingevoegd. Als steeds werd na elke lezing gelegenheid tot discussie gegeven. Het is gemakkelijk in te zien, dat waar zoveel vakgenoten en specialisten bijeen zijn, juist de gedachtenwisseling de ontstekingsvonken vaak over en weer willen vliegen.
Gelukkig werden de concentratie en inspanning, die lezingen en discussies van sprekers en deelnemers vergen, door een aantal ontspanningen afgewisseld. Zo was er woensdagavond een ontvangst op het stadhuis in het pregramma ingelast, waar de congressisten door Nijmegens burgemeester, mr. Ch.M.J.J. Hustinx, werden verwelkomd, waarna in de schepenzaal een concert door het Nijmeegs Kamerorkest en daarna in de Treves-zaal, Trouwzaal en Ontvangstzaal een gezellige avond met nectar en ambrosia werd aangeboden.
Donderdagmiddag vond een 5-tal excursies plaats, waaruit de deelnemers mochten kiezen. Deze keuze was niet gemakkelijk. Men kon in de naaste omgeving blijven en een rondrit door de Keizer Karelstad maken of de oude Romeinse stadjes aan de Beneden-Rijn: Xanten, Kalkar en Kleef bezoeken; anderen lokte het Rijksmuseum Kam of het Openluchtmuseum te Arnhem. Uw verslaggever maakte de tocht langs de kastelen Hernen en Batenburg mee, waarbij wij op uitnemende wijze door de heer D.J.G. Buurman, directeur van het Gelderse Landschap en de Gelderse Kastelen, werden voorgelicht.
's Avonds voerde de toneelgroep ‘Theater’ in de Stadsschouwburg Marcel Achards ‘Mag ik met U meespelen?’ op; een stuk dat op den duur een diepere achtergrond bleek te bezitten dan men aanvankelijk gedacht had en dat met veel entrain door de spelers werd gebracht.
Naar oude traditie werd het Congres - ditmaal in het aloude, doch gemoderniseerde Grand Hotel Berg en Dal met zijn prachtig, doch op die vrijdagmiddag helaas wat gesluierd vergezicht - besloten met een feestmaal, waaraan de vele geestige toasten ook deze keer tot de joyeuze sfeer van het samenzijn van zoveel vakgenoten bijdroegen.
Het Congres maakte de indruk uitstekend te zijn georganiseerd, al blijft het o.i. toch een bezwaar, dat te Nijmegen de sectievergaderingen in zoveel verschillende en soms zo ver uiteenliggende gebouwen moeten worden ondergebracht, dat men wel over een snelle wagen moet beschikken om van de ene naar de andere sectie te kunnen overspringen, wat toch eigenlijk zonder te veel moeite mogelijk moet zijn. Maar dat is dan ook vrijwel het enige punt van kritiek, dat een filologische Nurks over dit belangrijke congres te berde kan brengen.
Dr. J.M. Jalink.