Een geval van taaldiscriminatie in Bretagne
Bretonse meisjes
Wij ontvingen een geschriftje, uitgegeven door ‘The Celtic League’ en getiteld: De strijd van de familie Etienne.
De Keltische Liga is 2 jaar geleden opgericht met de bedoeling samenwerking tussen de Keltische groepen te bevorderen en hun nationale rechten te verdedigen. Deze liga omvat de groepen in Schotland, Wales, Cornwall en Bretagne, die zelfbestuur dan wel een zekere vorm van decentralisatie nastreven.
De Keltische Liga geeft een kwartaalbulletin uit: ‘Celtic News’ en een jaarverslag.
In juni 1963 ontving de Europese Commissie voor de rechten van de mens een memorandum over het duperen van een Bretons sprekende familie te Chauteaulin, Finistère, omdat de kinderen in dat gezin thuis werden onderricht in hun moedertaal, het Bretons. De commissie kon dit memorandum niet in behandeling nemen omdat Frankrijk de Conventie voor de Rechten van de Mens niet had geratificeerd.
De actie van de familie Etienne diene men te zien tegen de achtergrond van een lange strijd tegen de verdrukking door de Staat van een oude en nobele taal en cultuur. De familie Etienne vecht voor de rechten van het Bretonse volk tegen de Franse staat, Frankrijk, het land van de ‘égalité, fraternité et liberté’.
Het Bretons wordt gesproken door ongeveer een miljoen Fransen, wonende ten westen van de lijn getrokken tussen St. Brieuc en Vannes. Bretons wordt (evenals het Vlaams in Zuid-Vlaanderen) in hoofdzaak op het platteland gesproken; in de steden neemt het gebruik van het Frans hand over hand toe en men kan wel zeggen dat de gehele bevolking Frans kan spreken. Ook zijn er inwoners in Bretagne, die geen woord Bretons meer spreken.
Dan zijn er velen, die het Bretons wel spreken, maar het niet kunnen lezen of schrijven, een en ander tengevolge van de Franse onderwijspolitiek. Boeken en tijdschriften in het Bretons hebben maar een zeer beperkte lezerskring, omdat Frans de enige officiële taal is, gebezigd bij alle activiteiten van de advertentie af tot aan het grafschrift.
Het Bretons - zo gaat de brochure verder - is geen dialect, maar een taal behorende tot de Keltische tak van de Indo-Europese groep van talen en staat dichtbij de taal van Cornwall en Wales. Het Welsch wordt heden ten dage in de scholen van Wales onderricht en in vele lagere scholen worden alle vakken onderwezen in het Welsh als voertaal en er zijn verscheidene middelbare scholen (secondary schools), waar de helft der vakken wordt onderwezen in deze taal. Dan te denken, dat het Bretons, dat numeriek de sterkste Keltische taal is, het slechtst er aan toe is voor wat betreft de ontwikkeling van zijn mogelijkheden als een levende en levendige kracht in de gemeenschap. De politiek van de overheid heeft getracht het Bretons terug te schakelen, want de taal van de vooruitgang, van het moderne leven, van de beschaving, is het Frans.
Het moet nog niet lang geleden zijn, dat kinderen een houten bord om hun nek kregen als een ‘symbool’, en als een teken van smaad en ongenade, als zij op school één woord Bretons spraken. En nog in de laatste jaren zouden de autoriteiten geprobeerd hebben ouders te intimideren hun kinderen Franse, in plaats van Bretonse namen te geven. Soortgelijke ‘verhalen’ deden ook over Frans-Vlaanderen de ronde. (Red.)
Wij zullen de brochure niet op de voet volgen, waar deze treedt in bijzonderheden over de verschillende maatregelen genomen in de loop der jaren, met betrekking tot het geven van Bretonse lessen op de scholen in Bretagne.
We leggen alleen een uitspraak vast van de Franse minister van Nationale Opvoeding in 1925, die opmerkte, dat ‘terwille van de taaleenheid in Frankrijk’ de Bretonse taal diende te verdwijnen. En voorts herinneren we aan de ook in deze brochure genoemde en zoveel omstreden wet van januari 1951, waarbij het Bretons mocht worden onderwezen (als tweede taal).
Het geval, waarover de Celtic League zo warm loopt, betreft het gezin van dr. Etienne met 5 kinderen tussen toen 7 jaar en 8 maanden. In het gezin wordt, ook door de hulp in de huishouding, uitsluitend Bretons gesproken.
In september 1961 was voor de oudste van het gezin de tijd gekomen naar de lagere school te gaan. De ouders beslisten echter dat hun zoontje thuis zou worden onderwezen en wel in het Bretons en met het Bretons als voertaal.
Nu kennnen de Franse onderwijsvoorschriften een voorziening