Spiegel Vlaamse beweging
Vraaggesprek met prof. dr. A. VerhulstGa naar eind*
algemeen secretaris van het Willems-fonds
De aandachtige lezer zal zich waarschijnlijk nog herinneren, dat in het juninummer 1963 van Neerlandia een artikel is verschenen van de hand van Prof. Dr. H. van Werveke over het ontstaan, de groei en de activiteiten van het Willems-Fonds, de oudste culturele vereniging in Vlaanderen (gesticht in 1851). Het is natuurlijk niet de bedoeling met dit interview in herhaling te vallen, maar wèl even te zien hoe en waar het Willems-Fonds zich beweegt in het vaak rumoerige strijdperk van de Vlaamse ontvoogding. Daartoe hadden wij een vraaggesprek met prof. dr. A. Verhulst, algemeen secretaris van het Willemsfonds
Vraag:
Prof. Verhulst, wanneer u mij toelaat u onmiddellijk te bestoken met een aktueel probleem, zou ik u willen vragen welke de stellingname is van het W.F.t.o.v. decentralisatie, federalisme in België?
Antwoord:
Het spijt mij dat ik u, als antwoord, geen stellingname kan voorleggen, en wel om de eenvoudige reden dat het W.F. een zuiver culturele vereniging is, en wij dus geen stelling hoeven te nemen tegenover een politiek probleem, zoals het federalisme er een is. Artikel 1 van onze statuten toont dit trouwens aan, waar het zegt: ‘Het W.F. is een vereniging, gesticht ter aanmoediging van de studie en het gebruik der Nederlandse taal en ter behartiging van alles wat kan bijdragen tot de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling der Vlaamse bevolking, ten einde op die wijze de algemene volksgeest in België te versterken.’
Mag men de laatste woorden van dit artikel ‘ten einde de algemene nationale volksgeest in België te versterken’ interpreteren als een Belgische unitaire gezindheid van het W.F.?
In zekere zin wel. Het W.F. en zijn leden stonden van oudsher steeds loyaal tegenover de Belgische eenheidsstaat, en wij wensen dit thans niet te veranderen. Het gevaar dat de vrijzinnigen in een federaal Vlaanderen geminorizeerd zouden worden, is inderdaad niet denkbeeldig.
Is dit dan de reden waarom het W.F. zich heeft teruggetrokken uit het Vlaams Aktiecomitee voor Brussel en Taalgrens, toen dit komitee in november 1963 de Betoging te Antwerpen onder het motto van het Federalisme plaatste? Deze terugtrekking heeft heel wat stof doen opwaaien in Vlaanderen.
Inderdaad zoveel stof, dat sommigen slechts half hebben gezien wat eigenlijk in het W.F. gebeurd is. Wij hebben ons namelijk niet teruggetrokken uit het Aktiekomitee om de eenvoudige reden dat wij er ons nooit bij aangesloten hebben. Artikel 22 van onze statuten zegt hieromtrent trouwens dat het Algemeen Bestuur van het W.F. zich bij geen vereniging kan aansluiten, dus ook niet bij bovenvermeld Komitee.
U zegt, professor, dat sommigen slechts half gezien heben wat er juist gebeurde, maar er is dan toch iets gebeurd in dit verband?
Wij hebben steeds een waarnemer naar het Aktiekomitee gestuurd, zonder dat wij aangesloten waren. Toen het Aktiekomitee, bij de inrichting van de federalistische betoging te Antwerpen, van zijn oorspronkelijke doelstellingen - waarmee wij steeds hadden ingestemd - afweek, om een zuivere politieke koers te volgen, die o.i. de Vlamingen verdeelt, hebben wij deze waarnemer niet meer gestuurd. Ik mag nochtans zeggen dat het probleem van de hervorming van de Belgische staatsstructuur ons wel interesseert, aangezien wij d.b.v. het Julius Vuylsteke Fonds reeds in 1954 een brochure over het federalisme hebben verspreid, nl. Federalisme in België, door prof. dr. H. Picard.
Neemt het W.F. dan nimmer of nooit een standpunt in t.o.v. een politiek of politiekverwant probleem?
Toch wel, maar dan uitsluitend wanneer een politiek probleem rechtstreeks verband houdt met ons doel, de culturele verheffing van het Vlaamse volk. In die zin hebben wij onze stem laten horen, bijvoorbeeld ten voordele van een Vlaamse Universiteit te Antwerpen, voor de afbakening van het grondgebied Brussel, voor culturele autonomie en de splitsing van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur. Zo hebben wij ook in 1962, wederom d.m.v. het Julius Vuylsteke Fonds, een brochure verspreid over de ‘Vernederlandsing van het Bedrijfsleven’.
Wij treden echter liefst zelfstandig op en sluiten ons niet aan bij stellingname van andere organisaties, zelfs als wij ze goedkeuren.
Werkt dit het verschijnsel van de verzuiling niet in de hand?
Misschien wel, maar het W.F. heeft een oude traditie achter de rug - denk maar aan de daadwerkelijke medewerking van het W.F. aan de Nederlandse Congressen zowel vroeger als nu - en deze traditie bezorgde ons wel een sterk gevoel van eigenwaarde en onafhankelijkheid.
En nu een totaal andere vraag, professor. Is het niet zo dat het W.F. een liberale vereniging is, ik bedoel, sterk verbonden met de Liberale Partij?
Hier moet ik met klem neen antwoorden. Het is wel zo dat de grote meerderheid van onze leden op politiek vlak liberaal zijn, maar het W.F. is als dusdanig niet met politieke verenigingen op liberale grondslag verbonden. Wat dit punt betreft betreurt het W.F., dat haar zustervereniging, het Vermeylenfonds, in 1962 uitdrukkelijk verklaard heeft socialistisch te zijn. Wij betreuren dit omdat wij van mening zijn dat cultuur en politiek twee begrippen zijn die elkaar niet dekken.
Hoe is de houding van het vrijzinnige W.F. tegenover de gelovigen?
Het W.F. is uiteraard vrijzinnig. Dit betekent echter niet dat wij vijandig zouden staan tegenover de gelovige Vlamingen, maar toch willen wij de vrijzinnige levensbeschouwing in Vlaanderen met klem verdedigen en vrijwaren, en dit vraagt wel eens een krachtig woord. Men moet bv. bedenken dat gans Vlaanderen bezaaid is met honderden vrije openbare bibliotheken, waarvan 90% rooms-katholiek zijn. Het is de plicht van vrijzinnige culturele verenigingen zoals het W.F., daar waar de overheid het niet doet, vrije openbare bibliotheken op te richten, die van vrijzinnig standpunt alle waarborgen bieden. Dit heeft het W.F. steeds gedaan