Zuid-Afrika en ons Verbond
Een Zuid-Afrikanummer
De laatste tijd is de aandacht van ons Verbond sterker naar onze allerzuidelijkste loot van de Nederlandse stam getrokken. Onder de leden, in enkele afdelingen - met name 's-Gravenhage -, en in het bestuur, kwam Zuid-Afrika allengs verder in de gezichtskring. Dit vond ook zijn uitdrukking in Neerlandia, - zie de nummers 6 en 7/8 van 1962 en 5 en 7/8 van dit jaar, - zowel in de twee redactionele artikelen van mei en juli-augustus als in de kroniek en de rubrieken Publicaties en Uit de tijdschriften in de meeste afleveringen der laatste jaren.
De diep in de historie verankerde vriendschap is in geest en toon van dit alles te beluisteren. Wij Nederlanders, en zeker de leden van het A.N.V., voelen een sterke ondergrondse verwantschap die ons telkens weer opnieuw bewust wordt. Wellicht is juist deze betrekking oorzaak van veler ongerustheid over of veroordeling van de wijze waarop de regering van de Zuidafrikaanse republiek het westeuropese levenspatroon van het volk en het eigen volksbestaan wil verdedigen. Over hetgeen in andere landen, zelfs Europese, gebeurt aan terreur, discriminatie, schending van de menselijke rechten en zoveel meer dat ten hemel schreit maakt men zich niet of weinig druk. Zodra echter uit Zuid-Afrika iets wordt gemeld dat niet direct past in onze opvattingen van ‘mensenrechten’ of ‘democratie’ - wat daaronder ook mag worden verstaan -, komt men verontwaardigd los. Een soort liefde-haat-betrekking?
Of de uiting van een onderbewust schuldgevoel over wat onze voorvaderen hebben misdreven... en wat wijzelf dagelijks aan harmonisch samenleven tekortkomen?
Niet mag worden vergeten, dat de ‘verborgen verleiders’ ook ons bij de neus nemen ten opzichte van Zuid-Afrika. Het is toch opmerkelijk, dat vrijwel bij alles wat pers, radio en televisie ons over dit verwante land meedelen, doortrokken is van een vijandige gezindheid-à-priori. Deze strekt zich zelfs zover uit, dat als er in ons land iets te doen is dat met Zuid-Afrika te maken heeft, sommige journalisten verstek laten gaan: ‘het is over Zuid-Afrika en daar kan je niet bij zijn’.
Zo waren op de persontvangst, gegeven vóórdat op 8 november 's avonds om 8uur in Amsterdam een tentoonstelling werd geopend van de Belgische schilder Gérard Grassère, van schilderijen, geïnspireerd op de gedichtenbundel ‘Balans’ van de Zuidafrikaanse dichteres Elisabeth Eybers, nul kunst-critici aanwezig.
Er kunnen andere redenen zijn geweest voor dit gebrek aan journalistieke kunstzinnige belangstelling, maar het geeft wel te denken.
Echter zijn er tekenen, dat de verborgen verleiders aan kracht inboeten, dat men zich gaat bezinnen of die kwaaddenkende houding wel redelijke grond heeft, of men zich niet te snel gewonnen geeft aan de leuzen en kreten van de afro-aziatische groep in de Verenigde Naties en te spoedig alle slechts, dat ons over die zuidelijkste der westerse staten wordt voorgeschoteld, gelooft, en men zich niet moet afvragen of de berichten in het juiste licht zijn geplaatst.
Bijzonder verheugt het, dat uit verschillende kringen in Nederland stemmen opgaan, contact te zoeken en gezamenlijk te spreken over problemen die scheiding brengen. Het voortreffelijke werk, dat de Nederlands-Zuidafrikaanse vereniging sedert 1881 doet, - van 1910 af mede als uitgeefster van een maandblad, dat tot 1924 Holland-Zuid-Afrika en sindsdien Zuid-Afrika heet - heeft hiertoe reeds veel bijgedragen; slechts komt het blijkbaar niet onder de ogen van hen die kennis over Zuid-Afrika zo deerlijk ontberen.
De redactie van Neerlandia acht thans de tijd gunstig, een plan dat al enkele jaren bestaat, uit te voeren en een Zuid-Afrika-nummer samen te stellen. Medewerking uit het land zelf is reeds verkregen. Ons doel? Kennis over en begrip van de situatie en problemen van ons broederland te bevorderen en via deze weg, die kritiek zeker niet uitsluit, een gedachtenwisseling en mogelijk een rondetafel van onderling gesprek in verwantschappelijke sfeer voor te bereiden. Wij roepen al onze lezers met name de Zuidafrikaanse en zeker ook de Vlaamse op, zich met hun meningen, vragen of mededelingen die op deze zaken betrekking hebben, in deze gedachtenwisseling te mengen.
P.K.