laatste is een centraal secretariaat onontbeerlijk. In resoluties van een aantal secties wordt dit eveneens sterk benadrukt. De oprichting van zo'n secretariaat of bureau op particuliere basis is reeds in een gevorderd stadium van voorbereiding. Een moeilijk punt zal vermoedelijk nog gevormd worden door de financiering van het secretariaat.
Een concreet voorstel, uitgaande van enkele verenigingen en instellingen, die ook in de Bestendige Commissie voor de Nederlandse Congressen vertegenwoordigd zijn, kan binnenkort verwacht worden.
Het 36e Nederlands Congres betekende de doorbraak van de gedachte van de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen in kringen, die metterdaad voor een zeer belangrijk deel aan die integratie gestalte moeten geven. In enkele jaren tijd is heel wat bereikt. Van een wensdroom van enkelen zijn we gekomen op het punt, vanwaar gestart kan worden met de concrete verwezenlijkingen. Wij weten wat wij willen en wij weten ook, dat onze verlangens in werkelijkheid omgezet kunnen worden. Resultaten kunnen, mits met een zekere financiële steun van de overheid, het spoedigst geboekt worden op het particuliere vlak. De voorstanders van de culturele integratie - en dat zijn de organsiaties die achter de Nederlandse congressen staan - hebben het overwegend in eigen hand. In het oktobernummer hebben wij uiteengezet, van wat voor een fundamentele betekenis de actieve medewerking van het Nederlands Cultureel Contact is voor de culturele integratie van Noordnederlandse zijde. Enkele dagen na het congres kwam de Raad van het N.C.C., het hoogste gezagsorgaan van deze organisatie, waarin de 100 aangesloten verenigingen hun stem laten gelden, bijeen met als belangrijkste punt op de agenda de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen en de instelling van een Hoge Raad voor de Nederlandse cultuur. Welnu, de leden hadden hiervoor zeer grote belangstelling en het praeadvies, uitgebracht namens het bestuur van het N.C.C., waarin de instelling van een Hoge Raad door de regeringen werd bepleit, vond een goed onthaal en ontmoette geen oppositie. De betekenis hiervan is, dat de culturele integratie van Noord en Zuid en de concrete middelen om die integratie te verwezenlijken in een zeer brede kring van het georganiseerde sociaal-culturele leven aanvaard worden. Niet dat voor al die organisaties nu plotseling de Noord-Zuidwerking het belangrijkste punt van hun programma is, maar voor de promotors van de integratie staat het licht op groen. Zij kunnen steunen op een brede
basis.
Opmerkelijk is, dat ook elders grote behoefte gevoeld wordt aan een bureau voor de uitvoering van voornemens en desiderata. Op de van 14 t/m 16 nov. j.l. te Antwerpen gehouden 13e Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren werd als eerste resolutie de wens geformuleerd, dat de conferentie in het vervolg als een permanent lichaam zou optreden ‘met een bestuurscollege en een vast bureau ten behoeve van de uitvoering van de resoluties en ter verdere behartiging van de werkzaamheden der conferentie’. Van belang is voorts, dat de conferentie mee wil werken aan de voorbereiding van een Hoge Raad voor de Nederlandse cultuur.
Instrumenten om praktisch de culturele integratie te kunnen bevorderen, daar gaat het dus om. Wat zeer snel verwezenlijkt kan worden, zijn één of meer ‘integratiebureaux’, met name het vast bureau, beoogd door de Conferentie der Nederlandse Letteren en het Bestendig Bureau, dat voornamelijk vanuit de kring van het volksontwikkelingswerk voorbereid wordt. Maar dit alles kan pas goed tot zijn recht komen na de oprichting van een Hoge Raad voor de Nederlandse Cultuur. Met alle kracht moeten wij dan ook de oprichting hiervan blijven bepleiten. Julien Kuypers heeft in zijn magistrale slotrede op het congres op afdoende wijze alle staatsrechtelijke en andere bezwaren, die tegen de oprichting van zo'n Hoge Raad door de regeringen geopperd zouden kunnen worden, ontzenuwd. Met een vloed van juridische precedenten toonde hij onomstotelijk aan, dat geen staatsrechtelijk obstakel de Nederlandse en Belgische regeringen kan belemmeren om een Belgisch-Nederlandse Hoge Raad voor de Nederlandse cultuur op te richten (minister Van Elslande had, op een parlementaire vraag, als bezwaar aangevoerd, dat men moeilijk een supranationaal orgaan kon instellen tussen een land in zijn geheel en een stuk van een land). Tevens beklemtoonde Kuypers, dat een algemeen-Nederlandse academie voor taal en letteren veel te beperkt van opzet is en dat de voorstanders van de oprichting van een Hoge Raad dit niet bedoelen. Wij citeren het slot van Kuypers' redevoering: ‘Het voorstel van het 36e Nederlands Congres is ondubbelzinnig: een Belgisch-Nederlandse Hoge Raad voor de Nederlandse Cultuur op te richten bij parallelle en zoveel mogelijk gelijkluidende en gelijktijdige koninklijke besluiten, waarvan er ettelijke voorbeelden zijn. De leden worden door elk van onze Regeringen benoemd. Het nader te omschrijven werkterrein van deze Hoge Raad valt helemaal binnen de perken van de bestaande wetgeving.’
Laat ons het nogmals onderstrepen: de Algemeen-Nederlandse integratie is geen wensdroom meer voor een verre toekomst; zij ligt binnen het bereik van de mogelijkheden, die ons vandaag gegeven zijn. Wij sporen de regeringen aan onverwijld een ‘Belgisch-Nederlandse Hoge Raad voor de Nederlandse Cultuur’ op te richten.
De verenigingen en instellingen, die het 36e Nederlands Congres hebben gesteund, zullen zonder dralen de besluiten, op dit congres genomen, uit moeten voeren. Om het slot van de congresrede van oud-minister Cals aan te halen: ‘Dat is de opgave - moeilijk en vol risico's maar boeiend en uitdagend - die wij hebben: wij moeten niet alleen het beeld van een verenigd Europa, maar evenzeer dat van een geïntegreerd Nederlands cultuurgebied voor ogen houden en vanuit die wordende toekomst vandaag handelen. Alleen dàn zullen wij niet beneden de maat blijven.’