Onbehoorlijke concurrentie
De jongste taalwet heeft in België enige wijziging, gepaard gaande met wat rumoer, gebracht in het taalregime van enkele instellingen in het Vlaamse land, die van belang zijn voor geheel België. O.m. betreft dit het taalgebruik bij de douaneformaliteiten in de haven van Antwerpen. Papieren e.d. uit het Franstalige deel van België afkomstig blijken nu in het Nederlands gesteld te moeten worden.
Vanuit Rotterdamse havenkringen, aldus enkele weken geleden een bericht in de pers, zou in Luik reclame gemaakt zijn voor de Rotterdamse haven door de Luikerwaalse industriëlen aan te bieden, dat zij in Rotterdam douaneformaliteiten in het Frans mogen vervullen.
Als dit bericht juist is - de juistheid ervan willen wij niet zomaar zonder meer voetstoots aannemen; moet een mogelijkheid van een provocatie van bepaalde Luikse zijde helemaal uitgesloten worden geacht? - dan hebben we hier toch wel te doen met concurrentiemethoden van een twijfelachtig allooi, een stad met de allure van Rotterdam onwaardig.
In Nederland geldt het haast als een axioma, dat men zich niet bemoeit met geschillen tussen Vlamingen en Walen. Wij laten in het midden wat wij van een dergelijke gedragscode denken. Maar laat men haar in ieder geval niet schenden uit kortzichtige koopmansberekeningen.
De Luikerwalen zullen heus wel bekijken in welke haven zij zakelijk het best terecht kunnen. Taalgebruik bij douaneformaliteiten zal daarbij vermoedelijk weinig gewicht in de schaal leggen. Vlaamse - en dus tweetalige klerken zijn er genoeg. Dat neemt niet weg, dat praktijken als waarvan hier sprake is niet krachtig genoeg gelaakt kunnen worden. En dan denken wij niet eens in de eerste plaats aan de indruk, welke berichten over dergelijke voorvallen in Vlaanderen wel moeten maken.
De redactie van de Nieuwe Rotterdamse Courant heeft gepoogd achter de ware toedracht van zaken te komen. Het is haar niet gelukt. Al ware in dit geval slechts sprake van een enkeling, dan nog past tegen dergelijke praktijken een scherp protest.
RED.