Suriname
Z.E. A. Currie, de eerste Surinamer benoemd tot gouverneur
In een bijzondere bijeenkomst van de Staten, ter gelegenheid van de benoeming van Z.E. A. Currie tot Gouverneur van Suriname, wees de nieuwe gouverneur o.a. op de verschillende fasen, die Suriname sinds het eind van de tweede wereldoorlog heeft gekend.
In 1948 en 1949 werden bij wijze van overgang onderscheidenlijk het College van Bijstand en het College van Algemeen Bestuur in het leven geroepen. De feitelijke bestuursvoering werd toen in handen gelegd van deze beide colleges. De verantwoordelijkheid bleef berusten bij de Gouverneur. Op 2 januari 1950 volgde de inwerkingtreding van de Interimregering, die Suriname het recht gaf zijn inwendige aangelegenheden zelfstandig te behartigen onder leiding van verantwoordelijke landsministers.
15 december 1953 was een hoogst belangrijke dag; op die dag immers werd het Statuut voor het Koninkrijk bevestigd door H.M. de Koningin.
De benoeming van een Surinamer tot gouverneur ziet hij als een uitvloeisel van de staatkundige ontwikkeling die zich sedert heeft voltrokken. De functie van gouverneur is - aldus de spreker - een andere geworden. Thans heeft hij in hoofdzaak een adviserende taak, althans wat de interne aangelegenheden van Suriname betreft.
Tot slot merkte de gouverneur nog op dat men bij een eventuele wijziging van het Statuut in elk geval de binding met Nederland wil behouden, want dat is o.a. ook in het belang van Suriname en daarmede is Suriname dan ook het meest gediend.