Vlaanderen
Vlamingen over de wereld
Een van de vele aanduidingen van de voortschrijdende culturele ‘renaissance’ in Vlaanderen is de aandacht, die sinds enige tijd tot uiting komt voor de emigranten overzee.
De emigratie heeft zich in grote mate onder andere omstandigheden voorgedaan dan deze in Noord-Nederland, maar vertoont er niettemin gelijke trekken mee. De emigrant blijft, al is hij zich daar niet altijd van bewust, van groot belang voor de economische maar ook culturele presentie van het moederland in den vreemde.
Zijn levenshouding bepaalt in niet geringe mate de indruk die het buitenland over het eigen land opdoet. Het is een grote verdienste van de vroegere Vlaamse kolonie in Kongo, nu in Europa weergekeerd, dat zij haar ervaringen onder de aandacht brengt.
Na in 1961 een colloquium te Brussel te hebben georganiseerd, trokken twee bestuursgedelegeerden van de groep ‘Band en Zuiderkruis’, E.P. Verthé en M. Vertommen op een oriëntatiereis langsheen de belangrijkste Vlaamse nederzettingen in Centraal- en Zuid-Afrika, Noord- en Zuid-Amerika. Hun merkwaardige bevindingen en contacten zijn een werkbasis geworden van een tweede colloquium dat op 24 en 25 mei 11. te Brussel werd gehouden onder de auspiciën van de Kultuurraad voor Vlaanderen en de Economische Raad voor Vlaanderen.
Op dit colloquium waren een twintigtal Vlaamse ‘buitenlanders’ aanwezig, die samen met een tachtigtal aanwezigen de behoeften en de mogelijkheden onderzochten van een bestendig contact met de emigranten.
Uit de referaten die werden voorgedragen en waarvan vooral dat van E.P. de Pauw, directeur van het Belgian Bureau te New York het interessantste was, bleek het belang van een aangepaste vorm om de emigrant enerzijds zijn overgang naar een ander taal- en kultuurgebied te vergemakkelijken, maar hem ook de mogelijkheden te geven zijn vroegere verworvenheden in ijn nieuwe omgeving als een bestendig klankbord te blijven benutten; deze dubbele culturele achtergrond kan hem immers een onbetwistbare sociale en culturele voorsprong geven.
De tweede dag van dit colloquium was gewijd aan sectievergaderingen en een plenaire zitting waar de vroegere groep ‘Band en Zuiderkruis’ officieel werd omgevormd tot een vereniging ‘België in de wereld’, ten dienste van de sociaalculturele belangen van de Vlamingen overzee.
Een van de opvallende vaststellingen op het colloquium was het gebrek aan contact tussen Nederlandstaligen, Vlamingen en Nederlanders overzee. Vele historische en sociologische omstandigheden liggen hieraan ten grondslag; maar het kan niet ontkend worden dat deze lacune de presentie van de Nederlandse taal en cultuur in de wereld niet bevordert. De goede contacten die ‘België in de wereld’ met het A.N.V. onderhoudt - de secretaris van het verbond heeft een deel van het colloquium bijgewoond - en, hopen wij, ook met gelijkgerichte Nederlandse verenigingen, weze een belofte voor de toekomst.
J. FLEERACKERS