Belgisch-Nederlandse commissie voor spelling van bastaardwoorden
De heer van Elslande, de Belgische minister van cultuur, adjunct voor nationale opvoeding, en de heer Cals, de Nederlandse minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen in het demissionaire kabinet De Quay, hebben aan een gemengde Belgisch-Nederlandse commissie opdracht gegeven op korte termijn advies uit te brengen over de spelling van bastaardwoorden. Beide ministers, die hierover in de afgelopen maanden overleg hebben gepleegd, zijn van oordeel, dat in afwijking van de Woordenlijst (het ‘groene boekje’) de voorkeur moet worden gegeven aan een schrijfwijze zonder keuzemogelijkheid. Hierbij moet huns inziens een zo consequent mogelijke opzet in fonologische zin en zo ver mogelijk gaande vernederlandsing worden nagestreefd. De commissie heeft richtlijnen in deze geest ontvangen. Er is dus de strekking om te komen tot een progressieve spelling van bastaardwoorden.
De commissie is als volgt samengesteld: Van Nederlandse zijde: Dr. J.H. Wesselings, oud-secretaris-generaal van het ministerie van O.K. en W., voorzitter; Dr. B.C. Damsteegt, Prof. Dr. K. Heeroma, Prof. Dr. A. Weynen, leden; Dr. J.H.L. Mols, secretaris;
Van Belgische zijde: Dr. H.J. de Vos, inspecteur-generaal bij het ministerie van nationale opvoeding en cultuur, voorzitter; Prof. Dr. W. Couvreur, Prof. Dr. J. Verschueren s.j., de heer M.G. Ruys, leden; Lic. J. Janssens, secretaris.
Het zij ons vergund bij dit bericht een kort redactioneel commentaar te leveren. Wij wensen geen voorkeur uit te spreken voor een bepaald soort spelling. Wij juichen het echter van ganser harte toe, dat men (eindelijk!) wil komen tot een verplichte eenheidsspelling van bastaardwoorden. De gerechtvaardigde jammerklachten uit onderwijskringen zijn ons allen bekend. Zowel in Nederland als in Vlaanderen worstelen onderwijzers en leraren ermee. Op eigen houtje hebben b.v. de couranten voor eigen gebruik maar een keuze gedaan uit een bepaald soort spelling. Dat geeft op zichzelf genomen al moeilijkheden genoeg. Maar die moeilijkheden worden nog groter voor mensen, die als sommigen onder de redacteuren van ons blad wel eens schrijven in zowel Noordnederlandse als Vlaamse bladen. De Noordnederlandse pers houdt nl. consequent vast aan de zgn. voorkeurspelling, de Vlaamse aan de zgn. progressieve spelling. Liever dan twee spellingen te hanteren, valt men dan maar terug in de spelling van vóór de huidige spellingverwarring. De lezer van Neerlandia zal het wel eens opgevallen zijn, dat wij getracht hebben ons aan de voorkeurspelling te houden.
Men begrijpt, dat wij bij het lezen van bovenstaande mededeling een zucht van verlichting slaakten, en dat we haast bereid zijn iedere spelling te slikken, als het maar een verplichte eenheidspelling zal zijn, voor Noord en Zuid. En dat men dan voor ten minste dertig jaar ons niet meer met spellingkwesties komt lastig vallen.