Gesprek met Hart de Haan
De grote trek der Nederlanders naar Duitsland is na de Frans-Duitse oorlog van 1870-'71 begonnen. Het jonge Duitse Rijk ontplooide spoedig een geweldige industriële kracht en kon werkwilligen van overal opnemen. Betere lonen en een voor die tijd voorbeeldige sociale wetgeving hebben talloze ongeschoolden over de grenzen gelokt. Daar bovendien vele Duitsers de landbouw in de steek lieten om meer welvaart in de industrie te zoeken, konden de Duitse agrarische gewesten eveneens arbeidskrachten met ervaring in de landbouw gebruiken. Er zijn tijden geweest, dat ver over honderdduizend Nederlanders het Duitse Rijk, in het bijzonder zijn westelijke gedeelten, bewoonden. Vele Nederlanders zijn daar spoedig ingeburgerd.
Maar de Nederlanders, die zich in Duitsland kwamen vestigen, voelden zich steeds hecht met het vaderland verbonden. In vele steden en grotere plattelandsgemeenten werden Nederlandse verenigingen opgericht. Uit al deze verenigingen is kort na de Eerste Wereldoorlog de Nederlandse Bond in Duitsland ontstaan. De Bond heeft vooral in economisch moeilijke tijden veel nuttige arbeid voor de landgenoten in Duitsland kunnen verrichten. Tot hen, die al spoedig daarbij in de voorste gelederen stonden, behoorde Hart de Haan.
Een stoere Fries, in 1897 geboren te Oldeboorn als zoon van een schipper, die in 1907 naar Hamborn trok omdat hij daar in de mijnen beter aan de kost kon komen. De jonge Hart (die nog Fries spreekt en de taal ook kan lezen, maar niet schrijven), heeft in zijn Friese geboorteplaats en daarna te Hamborn de school bezocht. Tot zijn 15de jaar. Hij kwam per 1 augustus 1925 in dienst van de ‘Neska’ (Ruhrort), een bedrijf van de Nederlandse Rijnvaartvereniging, dat hij op 31 december 1962 als procuratiehouder heeft verlaten.
De functies, die De Haan in het Nederlandse verenigingsleven in Duitsland heeft bekleed en nog bekleedt, zijn nauwelijks op te sommen. Om de belangrijkste te noemen: Hij is van 1923 tot 1947 secretaris geweest van de vereniging Op Hoop van Zegen te Oberhausen. In 1928 werd hij bovendien voorzitter van Dapper en Trouw te Hamborn en is dat nog. De Nederlandse verenigingen, aangesloten bij de Nederlandse Bond in Duitsland, zijn in groepen geconcentreerd. Elke groep omvat de Nederlanders van een consulair ressort. De Haan is jarenlang secretaris van de groep Duisburg geweest. Hij is er nu de voorzitter van.
In 1924 bezocht hij voor de eerste maal een congres van de Nederlandse Bond in Duitsland. Dat was te Hagen. Sindsdien heeft hij alle congressen bijgewoond. In 1928 werd hij lid van het Hoofdbestuur, in 1936 Bondssecretaris en in 1958 Bondsvoorzitter als opvolger van de heer H.W. Peeters (die naar het vaderland terugkeerde en thans secretaris van de afdeling Rotterdam van het A.N.V. is.) Men ziet het: Een staat van dienst, die er zijn kan.
Op de dag, waarop Nederland in de Tweede Wereldoorlog werd betrokken, de 10de mei 1940, werden vele Nederlanders in Duitsland geïnterneerd. De meesten hunner werden na enkele weken weer vrijgelaten. De Haan werd eerst de 31ste mei in hechtenis genomen en twee en een halve maand opgesloten gehouden. Officieel heette het, dat het hier een represaillemaatregel tegen de behandeling van de Duitsers in Nederlands-Indië door het Nederlandse bewind gold. De Haan meent echter dat nog wel een ander motief tot zijn arrestatie aanleiding zal hebben gegeven. Hij was immers te Duisburg de enige Nederlander, die zo hard werd aangepakt. Eerst toen zijn gezondheid ernstig te lijden kreeg mocht hij naar huis terugkeren. Zes weken later werd hij opnieuw gearresteerd. Men heeft hem toen naar het kamp Wülzburg nabij Weissenburg in Beieren gebracht en na ongeveer een jaar in vrijheid gesteld.
Na de oorlog heeft De Haan zijn arbeid ten gunste van de Nederlanders in Duitsland hervat en, als voorheen, was hij een vraagbaken voor tallozen onder zijn landgenoten.
In Duitsland is er voor mannen als De Haan in de crisisjaren na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog op sociaal gebied zo veel te doen geweest! De Haan hield toen spreekuur voor zijn landgenoten en dat duurde vaak tot elf uur 's avonds. Het ging vaak om ondersteuning van werklozen en zieken, die niet op voet van gelijkheid met de Duitsers werden behandeld. Vele Nederlanders konden moeilijk een oponthoudsvergunning of verlenging daarvan verkrijgen en klopten dan bij De Haan aan. Hij vulde de Duitse formulieren voor hen op