méér dan er (voor Antwerpen) in de oude en huidige vaarweg over Hansweert-Wemeldinge lagen; want naast de sluizen van deze twee plaatsen viel nog te rekenen met de sluis, waarlangs de schepen de dokken van Antwerpen in- en uitgaan, van of naar de Schelde, - een sluis welke zij niet zouden behoeven te passeren om van de dokken op de nieuwe traject-weg te komen.
Zonder gróter sluizenbezwaar zou Antwerpen dus een aanmerkelijk kortere Rijnvaartweg hebben gekregen, die vooral ook een eind zou hebben gemaakt aan het zeer hinderlijke samenvaren van zee- en binnenvaartschepen in de oostelijke kom van de Westerschelde, met name in het Nauw van Bath.
Er was overigens nog een variant op het oorspronkelijke ontwerp-Van Konijnenburg, waarbij dezelfde weg werd gevolgd, maar dan opgevat als een gesloten kanaal van de dokken van Antwerpen door de schorren van de Westerschelde vóór Woensdrecht, door het Kreekrak en de schorren vóór Bergen op Zoom en verder weer via Eendracht en doorsteek naar het Volkerak. Bij deze oplossing, mits een waterstand in het kanaal op het peil van de dokken van Antwerpen, 1.80 meter plus N.A.P. zou zelfs maar één sluis nodig zijn geweest, bij de kanaalmonding aan het Volkerak (gedacht bij Dintelsas). Deze variant ontmoette evenwel bezwaren, omdat zij een behoorlijke afwatering van West-Brabant in de weg stond, en verder niet het minst, omdat zij een grensoverschrijdend kanaal behelsde, dat door degenen, die, zoals prof. Gerretson, een strikte interpretatie van de Nederlandse verplichtingen uit hoofde van het Scheidingstraktaat van 1839 lieten gelden, werd afgewezen als een te verregaande tegemoetkoming aan België en een bron van toekomstige wrijvingen en moeilijkheden. Vóór 1940 en vooral in de jaren twintig leefden wij nog in een tijdperk van overgeleverde soevereiniteitsrechten der Staten!
Het aan te houden alternatief moest daarom binnen de historische Tussenwateren worden aangewezen, doch kon daarbij de kortst mogelijke weg volgen. Overigens diende er streng voor gewaakt, dat de nieuwe weg geheel en ondubbelzinnig onder de soevereine jurisdictie van Nederland zou blijven. Vandaar de vrees voor een grensoverschrijdend kanaal, uiting van een wantrouwen tegen Belgische regeringspretenties, waarvan destijds nog geen - pas omstreeks 1940-'44 ontloken - Benelux-geest iets had afgenomen.
Het oorspronkelijk en later definitief ontwerp-Van Konijnenburg - Wester-Schelde, Kreekrak, Oosterschelde, Eendracht, Volkerak - verkreeg de instemming van praktisch geheel West-Brabant, dank zij een vurige actie van het te Breda verschijnende Dagblad van Noord-Brabant (en Zeeland), uitgave der N.V. Uitgeversmij. ‘Neerlandia’, hoofdzetel te Utrecht. Op een bijeenkomst van burgemeesters in 1932, op 13 april, te Breda, waar óók de toenmalige voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel, de heer Engelbrecht, er mee akkoord ging, werd dit ontwerp andermaal voorgehouden als de enig juiste uitweg, na het aftreden van de Nederlandse minister van buitenlandse zaken Beelaerts van Blokland, die bewilligen wilde in een pseudo-Moerdijkkanaal, een gesloten, de Belgisch-Nederlandse grens kruisende vaarweg.
Het tracé voor de nieuwe Schelde-Rijn-verbinding, dat thans in het Nederlands-Belgisch akkoord wordt voorgesteld, komt het meest overeen met de eigenlijke opzet van de hierboven aangeduide variant van het plan-Van Konijnenburg. Het verschilt met het oorspronkelijke plan, doordat het nu toch een gesloten kanaal omvat van de dokken van Antwerpen, langs de sluis van Zandvliet, naar de Oosterschelde, zoals dit ook met het Benelux-kanaal van het Noordbrabants Kreekrakplan werd ontworpen. Overigens volgt het tracé van het akkoord vrijwel het oorspronkelijk ontwerp-Van Konijnenburg via Eendracht en doorsteek ten oosten van Sint Philipsland. De sluizen zullen hier echter nu wel kunnen vervallen, omdat na afsluiting van de Oosterschelde, volgens het Deltaplan, een gelijk waterpeil in de wateren tussen Oosterscheldedam en Volkerakdam ontstaat, ± N.A.P., met slechts tijdelijke hoogteverschillen, van een aantal centimeters, ± 50. Dan liggen in de Antwerpse Rijnvaartweg enkel de Kreekraksluis vlak vóór de Oosterschelde en de Volkeraksluis bij Willemstad.
De overeenkomst tussen het tracé van het akkoord en
Het nieuwe ontwerp
het oorspronkelijke plan-Van Konijnenburg steekt derhalve in het aanhouden van dezelfde kortste weg binnen de historische Tussenwateren, - in afwijking van het Moerdijkkanaal, dat West-Brabant zou hebben doorsneden ten oosten van die Tussenwateren, met opoffering van Noordbrabants territoir ten gerieve van een buitenlands haven-complex. Het verschil ligt in het nu toch aanvaarden van een
grensoverschrijdend kanaal door het oostelijk van de Westerschelde gelegen schorrengebied naar het vroegere Kreekrak, in welk oostelijk deel van de Westerschelde nabij Ossendrecht-Woensdrecht aanvankelijk slechts een vaargeul achter een
open leidam was ontworpen.
Wanneer Nederland thans hiermee instemt, is dit niet enkel het gevolg van de verbeterde Nederlands-Belgische verhouding door het ontstaan van Benelux, maar tevens van een Belgische contraprestatie, die hierin bestaat, dat België al zijn - sinds 1839 gekoesterde