[Nummer 6]
Herdenken
Er is enige beweging ontstaan rond de vraag, of het wel de moeite loont de gebeurtenissen te vieren die geleid hebben tot de val van Napoleon en het herstel van het Koninkrijk der Nederlanden. Waarom oude koeien uit de sloot halen? Was ons aandeel in de bevrijdende gevechten niet al te bescheiden? Is Frankrijk sindsdien geen bevriende natie geworden? Was koning Willem wel in alle opzichten de ware Jacob? Alsof het hier in de eerste plaats ging om een veldslag of de restauratie van een koningshuis!
Er mag gerust wat meer aandacht besteed worden aan de toenmalige hereniging van Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, voor het eerst opnieuw sinds de tachtigjarige oorlog. Meer dan honderd jaar heeft het geduurd, eer de Beneluxakkoorden een deel van het economisch en politiek ongerief hebben weggewerkt door het uiteenvallen van deze Verenigde Nederlanden teweeggebracht. Het herstel van de Nederlandse cultuur in Noord en Zuid tot een gave en levende eenheid is op dit ogenblik de voornaamste zorg van het A.N.V. èn van alle cultuurverenigingen die zich in de Bestendige Commissie voor het Nederlands Congres hebben aaneengesloten èn van de meest klaarziende ambtenaren in Den Haag en te Brussel. Inderdaad, de kortstondige politieke hereniging heeft geen bewuste Nederlandse natie tot stand gebracht. De tijd was blijkbaar te kort om in volle gaafheid te herstellen wat een eeuwenlange scheiding en een langdurige Franse bezetting hadden vernield.
En tóch is deze korte periode van eenheid van vèrstrekkende betekenis geweest. Dat de Zuidelijke Nederlanden na de scheiding althans een zelfstandige staat zijn geworden en geen Franse provincie is alleen uit de herenigingsperiode te verklaren. En diegenen die na 1830 binnen de nieuwe staat de stoot hebben gegeven tot de nationale beweging waardoor het bestaan zelf van de Nederlandse taal en kultuur in Vlaanderen werd gered, werden gevormd in de Nederlandse scholen van koning Willem. Zonder twijfel zijn in België vele honderdduizenden Vlamingen door verfransing verloren gegaan; maar vijf en een half miljoen werden voor de Nederlandse kultuur bewaard. Hadden de overige Vlaamse gewesten het lot van Frans-Vlaanderen gedeeld, het aantal Nederlandssprekenden in Europa zou op dit ogenblik 12 miljoen bedragen inplaats van 17,5 miljoen. Over Nederlandse cultuur-integratie behoefden we ons thans geen zorgen meer te maken: zij ware overbodig geworden door het onherstelbaar verlies van een derde van ons taalgebied.
Redenen genoeg om ons bij deze herdenking te bezinnen over een periode waarin althans onze kansen op een zelfstandig voortbestaan als volk werden gered. Tevens een goede aanleiding om met verdubbelde kracht te streven naar het herstel van de Nederlandse cultuurgemeenschap tot een gave en levende eenheid.