[Benelux en E3 (inleiding)]
Het is reeds meer dan 12 jaar geleden dat op 16 september 1950 te Genève een belangrijke conventie werd getekend. Onder auspiciën van de Europese Commissie van de Verenigde Naties werd door 17 landen een net van internationale hoofdverkeerswegen, de zgn. E-wegen, vastgesteld. Dit net omvat 26 hoofdroutes en een 70-tal vertakkingen en onderlinge verbindingen. De deelnemende Europese landen hebben zich toen tevens verplicht deze autowegen volgens nauw omschreven richtlijnen aan te leggen om op deze wijze een eenvormig en samenhangend net van snelle verbindingswegen tot stand te brengen.
Nu vormen de ondertekening te Genève en het reeds bestaan van een groot gedeelte van het autowegennet op zichzelf weinig actueel nieuws, ware het niet, dat door voortdurende plaatselijke initiatieven in heel Europa de voltooiïng van dit net langzaam maar zeker naderbij komt. Een voor Nederland belangrijke stap was het gereed komen van de autoweg E 36 tot de Duitse grens (Rotterdam-Utrecht-Arnhem-Oberhausen en verder) en de belofte van de Duitse instanties haast te maken met het ontbrekende stuk richting Oberhausen. En naast o.m. de verheugende vorderingen bij de Zuiderzeeautoweg E 35 (Amsterdam-Amersfoort-Zwolle-Groningen-Hamburg) heeft door een onlangs in Vlaanderen genomen initiatief het Europese autosnelwegennet weer de aandacht tot zich getrokken.
Een der Europawegen is de E 3, een verbinding die van Lissabon naar Stockholm 8 landen met elkaar verbindt. Daaronder bevinden zich ook Nederland en België. Het tracé op Nederlands grondgebied loopt van Eersel via Veldhoven en Geldrop naar Venlo, om daarna in Oberhausen aansluiting te vinden op het Duitse autowegennet. Dit geeft oostelijk Noord-Brabant en Limburg een directe verbinding met het Ruhrgebied enerzijds en met Antwerpen anderzijds. Vooral Eindhoven als voornaamste centrum in de Westeuropese middenzone tussen IJmond-Rijnmond, Antwerpen-Gent-Brussel en het Ruhrgebied zal van de verbeterde verkeersmogelijkheden profijt trekken.