De algemene verbondsvergadering en het bestuur
Aan de algemene verbondsvergadering zullen in de toekomst meer bevoegdheden worden toegekend dan voorheen. Zo verkrijgt de algemene verbondsvergadering het budgetrecht, zij beoordeelt het beleid van het hoofdbestuur en van het dagelijks bestuur, keurt goed of verwerpt de rekening en verantwoording over het afgelopen verenigingsjaar en kiest - behoudens de hierna te noemen uitzondering - de leden van het hoofdbestuur. Vooral deze laatste bevoegdheid verschaft de algemene verbondsvergadering de mogelijkheid tot grotere invloed op de bestuursvoering.
Alle ereleden, leden en begunstigers hebben toegang tot de algemene verbondsvergadering, doch evenals tot dusverre zal het stemrecht uitsluitend worden uitgeoefend door vertegenwoordigers van de afdelingen, waarbij het aantal door ieder van hen uit te brengen stemmen afhankelijk is van het ledenaantal van hun afdelingen. Hieraan is toegevoegd dat leden die niet bij een afdeling zijn aangesloten door middel van een gevolmachtigde kunnen stemmen, indien zo'n gevolmachtigde ten minste 25 leden vertegenwoordigt.
Het verbondsbestuur, voortaan te noemen het hoofdbestuur, is tot dusverre samengesteld uit de leden van het dagelijks bestuur, de afgevaardigden van de afdelingen, die ten minste 100 leden tellen (twee of meer afdelingen, welker gezamenlijk ledenaantal 100 overschrijdt, kunnen tezamen een afgevaardigde aanwijzen), benevens enige raadgevende leden. Deze samenstelling wordt nu wat gewijzigd. Gezocht is naar een doelmatiger bestuursvoering. Het A.N.V. beweegt zich namelijk meer en meer op terreinen waarvoor gespecialiseerde kennis is vereist. Al deze kennis kan en mag men niet verlangen van de leden van het dagelijks bestuur, noch van de afdelingsafgevaardigden.
Er is ernstig over gedacht, al naar gelang van de behoefte, deskundigen op die speciale terreinen uit te nodigen als adviseurs deel te nemen aan vergaderingen van het hoofdbestuur. Dit heeft echter zijn bezwaren, wanneer het gaat om dié verenigingsbelangen, waarmee het Verbond regelmatig te maken heeft en die nauw betrokken zijn bij het te voeren algemene beleid. Specialisten op die gebieden kunnen niet alleen maar adviseurs zijn, willen zij hun taak zien als deel van het algemene verbondswerk. Daarom moeten zulke personen deelnemen aan de bestuursvoering in haar geheel. Besloten is bedoelde verenigingsbelangen te doen vaststellen door de algemene verbondsvergadering, die daarbij zorgvuldig zal moeten afwegen of zo'n verenigingsbelang wel een permanente vertegenwoordiging in het hoofdbestuur rechtvaardigt - wij denken o.m. aan de betrekkingen tussen Nederland en Vlaanderen, aan Zuid-Afrika en de Nederlandse cultuurgemeenschappen in de West - en die, indien dit het geval is, de daarvoor meest geschikte persoon zal benoemen. Een voordracht daartoe kan uitgaan van het hoofdbestuur, van een afdeling of van ten minste vijf gewone leden.
Ook de leden van het dagelijks bestuur, bestaande uit een algemeen voorzitter, twee voorzitters, een eerste en een tweede secretaris en een penningmeester, zo nodig nog aan te vullen met een zevende lid, worden door de algemene verbondsvergadering gekozen.
Naast deze functionarissen zullen in het hoofdbestuur zitting hebben maximum zes afgevaardigden van de gezamenlijke Nederlandse en Vlaamse afdelingen, gekozen in een bijeenkomst van deze gezamenlijke afdelingsbesturen.
Alle hoofdbestuursleden worden voor drie jaar gekozen, doch elk jaar treedt volgens rooster een derde der bestuursleden af; de aftredenden zijn terstond herkiesbaar.