Nederlands a.u.b.!
De heer Georg Hermanowski heeft als vertaler in het Duits van meer dan 100 Vlaamse romans grote verdiensten. Er is weliswaar kritiek geleverd op de door hem gedane keuze - hij geeft blijk van een zekere voorkeur voor katholieke auteurs, hoewel het literaire talent aan vrijzinnige kant toch bepaald niet dunner gezaaid is -, maar die keuze is per slot van rekening zijn goed recht. En men moet dan erkennen, en er hem erkentelijk voor zijn, dat hij een behoorlijk aantal literair-hoogstaande Vlaamse romans toegankelijk heeft gemaakt voor een Duits lezerspubliek. Op de literatuurgeschiedenis van zijn hand, ‘Die Stimme des schwarzen Löwen’, is van vrijzinnige Vlaamse zijde eveneens de nodige kritiek uitgeoefend. Dit werk zou, evenals zijn keuze van romans, nogal eenzijdig uitgevallen zijn. Goed, men moet dit als een tekortkoming signaleren - in hoeveel wetenschappelijke werken is er overigens geen sprake van een dergelijke eenzijdigheid? - maar dat neemt niet weg, dat de heer Hermanowski over het algemeen verdienstelijk werk levert.
De verdiensten van de heer Hermanowski dus erkennend, menen wij toch scherpe kritiek uit te moeten oefenen op nog een ander, minder lovenswaardig, aspect van zijn over het geheel lovenswaardige ijver de Vlaamse literatuur in Duitsland bekend te maken. Ondanks de talloze opmerkingen, die hierover reeds geruime tijd tot hem gericht worden, houdt de heer Hermanowski maar niet op met ‘aus dem Flämischen zu übersetzen’. Het is maar één zinnetje, maar niets bestendigt méér het wijd verbreide misverstand, als zouden Vlaams en Nederlands twee talen zijn. Het is ook daarom niet onbelangrijk, omdat de Scandinaviërs en de Oost-Europeanen grotendeels via het Duits van de Nederlandse literatuur kennis nemen. Hoogstens ziet men dan nog de relatie tussen ‘Vlaams’ en ‘Hollands’, zoals de Deense uitgever het deed, die een roman van Piet van Aken uitgaf, ‘vertaald uit het Vlaams, een dialect van het Hollands’.
De heer Hermanowski moest beter weten. Wij vertalen toch ook niet uit het Oostenrijks? Te betreuren is voorts, dat een, op zichzelf prijzenswaardig initiatief, dat hij onlangs genomen heeft, weer in hetzelfde particularistische vlak ligt. Op 21 maart jl. werd te Bad Godesberg, zetel van Hermanowski's ‘Flämisches Lektorat’, een ‘Gesellschaft zur Förderung der Flämischen Kultur’ opgericht. Juist nù, nu de culturele integratie van Noord- en Zuid-Nederland en een gemeenschappelijk optreden naar buiten ter verbreiding van de gemeenschappelijke Nederlandse cultuur, nadrukkelijk aan de orde zijn gesteld, moet men in Duitsland een vereniging ter bevordering van de Vlaamse cultuur gaan oprichten!
Laten we ons niet verbeelden, dat het gemakkelijk zal zijn in het buitenland heersende misverstanden over Vlaams en Nederlands uit te roeien. En dat is toch de allereerste taak, die bij een algemeen-Nederlands cultuurbeleid t.a.v. het buitenland ter hand genomen moet worden. Bij de heer Hermanowski is er geen sprake van gebrek aan kennis of van een misverstand. Hij weet ongetwijfeld, dat het 19de eeuwse katholieke Vlaamse particularisme door geen enkel katholiek Vlaams auteur van enige betekenis meer aangehangen wordt. Waarom helpt hij dan een verkeerde voorstelling van zaken bestendigen?
Hij bewijst uiteindelijk Vlaanderen hiermee geen dienst.
RED.