Culturele integratie van Emigranten
In het officieel orgaan van de Christelijke Emigratie Centrale, Emigratiekoerier van 15 febr. 1963 nr. 271, schreef de heer Cnossen over Culturele integratie. In dat artikel bestrijdt hij een stelling in het proefschrift van Dr. Bijkerk, die luidt:
‘De mening van vele na de Tweede Wereldoorlog naar Canada en de U.S.A geëmigreerde Nederlanders, dat zij een missionaire taak hebben wat betreft het brengen van Europese cultuur in deze landen is:
1. | een miskenning van de in deze landen aanwezige eigen cultuur; |
2. | misplaatst, gezien de aard van de culturele vorming, die deze emigranten hebben gehad’. |
De heer Cnossen merkt op, dat hij onder de ruim 140.000 nàoorlogse emigranten naar Canada nooit heeft horen reppen van een dergelijke taak, noch van zulk een intentie.
Voorts meent hij te mogen wijzen op de duidelijke Nederlandse invloed op de Amerikaanse levensstijl, waarvan de omgeving van Paterson, de staten Michigan, lowa, Californië en zelfs Washington onweerlegbare bewijzen bieden.
De bekende Prof. Lucas heeft met nadruk verklaard: De Nederlandse landverhuizer had evenveel te geven als te ontvangen. Zijn bijdrage verrijkte het Amerikaanse leven. En Ds. Van der Flier schreef: Wie als schrijver mocht verkeren onder de emigranten in Grand Rapids en Kalamazoo voelt het dadelijk, dat hier iets van het beste wat zij uit Nederland hebben meegenomen, bewaard is gebleven. Zij zijn Amerikanen, maar geen... Yanks geworden.
De culturele betekenis van geëmigreerde Nederlanders constateert men in hun aandeel in de levensstijl en het ontwikkelingsproces van een ander volk.
Ook bij de veredeling en verfijning van methoden in landbouw en veeteelt komen de emigranten met hun inbreng. Daarbij wijst de heer Cnossen op de prachtige arbeid van onze boeren in de Nederlandse kolonie Castrolanda (Brazilië), een stukje praktische integratie waaraan culturele betekenis niet mag worden ontzegd.