melijk en geestelijk welzijn der mensen.’ Over het werk van mej. dr. H.C.M. Ghijsen te Domburg, die bezig is aan de voltooiing van een woordenboek over het Zeeuwse dialect zei de voorzitter, dat hij als Neerlandicus alle studies over dialecten toejuichte daar deze aan het verdwijnen zijn en als voorzitter van het Verbond waardeerde hij te meer haar moeizame arbeid omdat het Verbond niet alleen belangstelling heeft voor de hedendaagse taal, maar ook voor de wijze waarop en waaruit deze taal is ontstaan.
Tegenover Dr. M. van Haegendoren, directeur van de Stichting ‘Lodewijk de Raet’ te Brussel, sprak de heer Koote de verwachting uit, dat een subsidie in het kader van de Visser-Neerlandiaprijs zeker op zijn plaats is omdat het volkshogeschoolwerk in België tot nu toe ontoereikend wordt gesubsidieerd, in tegenstelling met Nederland waar dit werk de volle belangstelling van de overheid geniet. De verbondsvoorzitter sprak voorts zijn waardering jegens dr. Van Haegendoren uit voor het vele dat hij gaf in zijn lezingen, ook voor het Verbond en vooral ook in zijn publikaties. Spreker memoreerde dat dr. Van Haegendoren in Nederland werd onderscheiden met de Zilveren Anjer als blijk van waardering voor zijn voortreffelijk werk, in het bijzonder in het belang van het cultureel contact tussen Noord en Zuid.
Het revalidatiecentrum voor spastische kinderen te Landegem, waar 42 patiëntjes worden verpleegd, onderwezen en opgevoed, ontbrak het aan middelen bij het ontwerpen en construeren van gebruiksvoorwerpen, speciaal geschikt voor spastici. Ter bevordering van deze zijde van het werk, dat in bedoeld centrum sterk tot ontwikkeling is gebracht, werd een Visser-Neerlandiaprijs toegekend, die de directrice van het centrum, mevrouw J. de Brabandere, in ontvangst nam. Geadviseerd werd samenwerking te zoeken met het Instituut voor Perceptie-Onderzoek te Eindhoven, staande onder leiding van prof. dr. J.F. Schouten.
De vereniging Het Nederlandse Blindenwezen te Amsterdam ontving een prijs voor het revalidatiecentrum ‘De Schansenberg’ te Loenen, waar talrijke blinden weer het vertrouwen in zich zelf hebben gevonden en als gelukkige en volwaardige mensen in de maatschappij kunnen worden opgenomen.
Voor de Stichting Nederlands Geleidehondenfonds te Amsterdam, nam mevrouw Groen-Korthof de Visser-Neerlandiaprijs in ontvangst.
Als erkenning van het sociale belang van de arbeid van de Nederlandse Centrale voor Praktische Werkverruiming en Hulpverlening te Groesbeek werd een prijs uitgereikt aan de secretaris van de Centrale, de heer H.W. Smit, die opmerkte dat het heel moeilijk was het hoofd boven water te houden, omdat hun arbeid, gericht op het lichamelijk en geestelijk welzijn van sociaal en psychisch gehandicapten van alle gezindten in hoofdzaak afhankelijk is van vrijwillige bijdragen. Het bedrag van de Visser-Neerlandiaprijs wilde het bestuur aanwenden als eerste uitgave voor het bouwen van een zwembad waaraan grote behoefte bestaat.
Hierop volgde de uitreiking van een prijs aan de heren F.C.J. Fischer te Rotterdam en prof. dr. mr. F. Florschütz te Velp, voor hun voortreffelijke arbeid op het gebied resp. van de entomologie en van de z.g. pollen-analyse, de laatste van groot belang voor de plantkunde, geologie en de archeologie.
De laatste prijs in deze groep ging naar mej. J.C. Pleysier te 's-Gravenhage voor haar vele en goede sociale werk ten bate van ernstig gehandicapte kinderen, waaraan zij haar tijd en haar geld volkomen belangeloos schonk.
Commissie II, die deze prijzen heeft toegekend, bestaat uit de heer H.J. van der Meer, voorzitter en de leden: de heer J.H. Bannier, Dr. L. Elaut, mevrouw dr. J. Stades-Veth en Prof. dr. J.W. Tesch.