| |
| |
| |
Twaalfde algemene conferentie der Nederlandse letteren
De twaalfde algemene conferentie der Nederlandse leteren, die van 13 tot en met 15 december 1962 te 's-Gravenhage is gehouden, heeft zaterdagochtend 15 december een aantal resoluties aangenomen betreffende letterkunde, toneel, radio, televisie, bibliotheekwezen, uitgeverij en boekhandel.
De bijeenkomst stond onder leiding van Prof. Dr. W. Asselbergs (Nederland) en Maurice Roelants (België). Deze laatste nam de plaats in van Herman Teirlinck, die verhinderd was.
Het algemene thema van de conferentie was: Taak en positie van de Nederlandse letterkunde in het Europa van morgen.
De tekst van de resoluties is ter kennis van de beide Regeringen gebracht.
| |
Algemene resoluties
1. | De conferentie is van oordeel dat o.m. voor het verwezenlijken van al de door haar beoogde doeleinden de oprichting van een gemeenschappelijke Raad voor Taal en Cultuur noodzakelijk is, overeenkomstig de suggestie van de gemengde technische commissie van het Cultureel Akkoord.
Van de beide regeringen wordt gevraagd deze raad met spoed tot stand te doen komen en hem ruimschoots de middelen ter beschikking te stellen om de urgente verdediging van onze taal en letterkunde mogelijk te maken. |
2. | In overeenstemming met het doel van de conferentie, de grootst mogelijke verspreiding van de Nederlandse letteren te bevorderen, acht de conferentie het van essentieel belang dat de prijsvastheid van het boek gewaarborgd zij. Aantasting van deze prijsvastheid zou voor beide volken nadelige en in cultureel opzicht nivellerende gevolgen hebben. |
3. | Aangezien de behoefte gebleken is, naast de onderwerpen de Nederlandse letterkunde betreffende, ook de gemeenschappelijke bibliotheekproblemen van algemene aard te bespreken, is het wenselijk dat daartoe tijdens de conferenties gelegenheid wordt geschapen. |
4. | De conferentie dringt er op aan dat de uitgave van belangrijke in het Nederlands geschreven toneelstukken wordt bevorderd op de wijze zoals dat in ieder van beide landen voor de publikatie van in manuscript aanwezige literaire arbeid gebruikelijk is. |
5. | Aangezien gebleken is dat de uitwisselin van doctorale dissertaties tussen Noord en Zuid afhankelijk is van het in druk verschijnen, dringt de conferentie er op aan dat ruime steun wordt verleend aan het doen verveelvoudigen en verspreiden van deze proefschriften. |
| |
Resoluties van de sectie Letterkunde
De conferentie is ernstig verontrust over de toenemende bedreigingen van het Nederlands door het Frans en het Engels en acht versterking van het Nederlands taalbewustzijn en verspreiding van onze letteren in het buitenland een zaak van nationaal belang.
Ter versterking van ons taalbewustzijn beveelt de conferentie o.a. de volgende maatregelen aan:
1. | vermeerdering van het aantal lesuren voor Nederlandse taal- en letterkunde in het gehele onderwijs; |
2. | eenheid van de spellingspraktijk in Noord- en Zuid-Nederland; |
3. | het doen verschijnen van een tot nu toe ontbrekende spraakkunst en stijlleer van het moderne Nederlands; |
4. | bevordering van een voortdurende deskundige voorlichting ten aanzien van het Nederlands in krant, tijdschrift, radio en televisie; |
5. | voor zo ver nodig het doen samenstellen en openbaar maken van Nederlandse woordenboeken op gebieden van wetenschap en techniek; |
6. | totstandkoming van een zelfstandige afdeling Neerlandistiek aan de Belgische universiteiten. |
Ter verbetering van het begrip voor onze literatuur in het buitenland beveelt de conferentie de volgende maatregelen aan:
1. | het voorzien van buitenlandse bibliotheken, met name de bibliotheken van universiteiten waar een docent in het Nederlands werkzaam is, van belangrijke boeken uit en over de Nederlandse letteren; |
2. | het mede door verhoogde subsidies activeren van de Stichting tot bevordering van de vertaling van Nederlands letterkundig werk, meer speciaal ten behoeve van de verspreiding van de Nederlandse poëzie in het buitenland; |
3. | het houden van een groot festival der Nederlandse letteren, waar de levende literatuur van Nederland en Vlaanderen alsook ons toneel binnen geheel onze cultuur, getoond zouden worden aan een groot aantal belangrijke buitenlandse gasten; |
4. | het doen schrijven en uitgeven van beknopte geschiedenissen der gemeenschappelijke Nederlandse letteren in diverse Europese talen, met bijzondere aandacht voor de moderne literatuur en voor de contacten tussen de Nederlandse en desbetreffende buitenlandse literatuur; |
5. | het bevorderen van uitzending van Nederlandstalige auteurs en literatuurhistorici naar het buitenland om o.a. door voordrachten in de vreemde taal de kennis van onze literatuur in het buitenland te vermeerderen, alsook door voordrachten in het Nederlands het nationaal cultureel besef bij Nederlands sprekenden in den vreemde te versterken; |
6. | het verlenen van stipendia aan buitenlandse schrijvers, vertalers en Neerlandici om hen in de gelegenheid te stellen de taal en cultuur van Nederland en Vlaanderen ter plaatse te leren kennen; |
7. | de oprichting van een wetenschappelijk verantwoord tijdschrift in een of meer vreemde talen, waarin niet-Nederlandstalige schrijvers hun beschouwingen over de Nederlandse taal en letterkunde kunnen publiceren; |
De conferentie is van oordeel dat de zorg van de overheid voor de scheppende kunstenaars aanzienlijk is achtergebleven bij de zorg voor de uitvoerende kunstenaars.
Zij dringt er daarom bij de twee regeringen op aan, met spoed vèrgaande maatregelen te nemen tot verbetering van de sociale en economische positie van de auteur.
De redactie van het komende Literair Akkoord zal worden gevormd door J. Schepens, Raymond Brulez, Ad den Besten en Alfred Kossmann, die de opdracht hebben in overleg met de beide voorzitters van de literaire sectie en met de uitgever een nieuwe formule voor het jaarboek te vinden en uit te voeren.
De conferentie verwacht van deze commissie bovendien een gemotiveerd voorstel in zake het jaarboek voor de conferentie in 1963.
De conferentie acht het in het Engels verschijnende tijdschrift Delta van vitaal belang voor de bekendmaking van de Nederlandse cultuur buiten ons taalgebied.
Zij doet een dringend beroep op beide regeringen dit tijdschrift door ruimer subsidiëring in staat te stellen zijn culturele peil onverminderd te handhaven, zo mogelijk te verbeteren en de grondslag ervan te verbreden.
| |
Resoluties van de sectie Toneel
Aansluitend bij het inleidend referaat van de algemene voorzitter, waarin de stelling werd opgeworpen, dat de Nederlandse cultuur in Europa mede door het beeld kan worden uitgedragen, wenst de conferentie er de aandacht op te vestigen, dat de dramatische kunst over middelen beschikt, om buiten de letter van het woord, de inhoud hiervan aan het internationaal publiek over te dragen. Hieraan knoopt de conferentie de volgende resoluties vast:
1. | voor een betere kennis van de Nederlandstalige auteurs, dient de eigen dramaturgie, meer dan tot nu toe, door de staat te worden gesteund. De conferentie acht het noodzakelijk dat in beide landen een premie wordt toegekend aan de toneelgezelschappen, die boven het door de overheid verplichte aantal van oorspronkelijke stukken, in hetzelfde seizoen nog een of meer in het Nederlands geschreven stukken tot opvoering zouden brengen. |
2. | De conferentie acht het wenselijk, dat een periodieke toneelprijsvraag voor Noord en Zuid wordt uitgeschreven, zoals dat reeds bij radio en televisie het geval is, voor hoorspelen en televisiespelen. De regeringen van beide landen dienen de opvoering van het bekroonde werk door een van de erkende beroepsgezelschappen in Noord en Zuid te bevorderen. |
3. | Het propageren van de Nederlandse dramaturgie in het buitenland dient onder meer te geschieden door:
a. | het vertalen van de door beroepsgezelschappen gespeelde Nederlandse stukken. Opdracht daartoe dient te worden gegeven
|
|
| |
| |
|
| aan de Stichting tot bevordering van de vertaling van Nederlands letterkundig werk. Hierdoor moet het mogelijk worden gemaakt deze teksten te vermenigvuldigen en doeltreffend te verspreiden. |
b. | Het vertalen en verspreiden van kritieken en stimuleren van buitenlandse perscorrespondentie over Nederlandse stukken, onder meer door tussenkomst van de daartoe aangewezen diplomatieke diensten. |
|
4. | Festivals, zoals het Holland-Festival en toneelfestival van Antwerpen zijn bij uitstek geschikt om buitenlands publiek (en pers) met de Nederlandse toneelcultuur in kennis te brengen. De conferentie stelt met afkeuring vast, dat de leiding van deze festivals in dit opzicht over het algemeen ernstig in gebreke blijft. De conferentie spreekt de wens uit, dat bij elk festival naast de buitenlandse opvoeringen een voorstelling van een Nederlands stuk in het programma wordt opgenomen, terwijl een vertaling van dit stuk in de verschillende wereldtalen dan reeds voorhanden dient te zijn. |
5. | De initiatieven van gezelschappen, om Nederlandse toneelcultuur naar het buitenland uit te dragen dienen door de regeringen van beide landen op alle mogelijke wijzen te worden gesteund en bevorderd, waarbij in het algemeen de voorkeur dient te worden gegeven aan de voorstellingen van een oorspronkelijk Nederlands werk. |
6. | De Vlaamse wens om regelmatig toneeluitwisseling langs de officiële gezelschappen te verkrijgen, schijnt vooralsnog niet tot de mogelijkheden te behoren. Toch mag deze wenselijkheid niet uit het oog worden verloren. In afwachting is het reeds mogelijk gebleken kleinere gezelschappen uit te wisselen. Nog steeds laten de voorwaarden daartoe te wensen over. |
7. | Alleen in de vorming van tonelisten is er een begin van regelmatige uitwisseling te constateren. Ter verrijking van de bestaande scholen dient de mogelijkheid te worden geschapen, binnen het kader van de bestaande disciplines, deskundigen uit te wisselen (lessen en modelregie) om opleidingsmethoden van acteurs en regisseurs te vervolmaken. |
8. | De conferentie acht het van groot belang dat aan de bestaande universiteiten afdelingen van dramatische wetenschap worden opgericht, zoals die aan verschillende Noordnederlandse universiteiten in voorbereiding zijn. |
9. | De beide regeringen worden verzocht in het gehele onderwijs de belangstelling voor het toneel te bevorderen, zowel voor de persoonlijke vorming van de leerling als voor het aankweken van toneelbegrip en traditie. |
| |
Resoluties van de sectie Bibliotheekwezen
1. | In verband met de gebleken behoefte, die bij de leerstoelen voor het Nederlands in het buitenland bestaat, acht de conferentie het wenselijk dat aan de beide letterkundige musea collecties van reproduktie materiaal voor tentoonstellingsdoeleinden worden aangelegd, die op aanvraag voor de betrokken docenten ter beschikking kunnen worden gesteld. Aan de beide regeringen wordt gevraagd hiervoor gelden beschikbaar te stellen. |
2. | Nu vaststaat, dat in de loop van het komende jaar de onder auspiciën van de sectie Bibliotheekwezen van de conferentie samengestelde lijst van vaktermen betreffende boek- en bibliotheekwezen persklaar zal zijn, wordt de beide regeringen verzocht voor de druk de nodige gelden ter beschikking te stellen. |
3. | Met voldoening kan worden vastgesteld, dat het programma voor de microreproduktie van Middelnederlandse letterkundige handschriften voor een groot gedeelte verwezenlijkt is. Het is wenselijk dit programma in zover uit te breiden dat ook de handschriften die als taalkundige documenten van belang zijn, worden gereproduceerd. Hiervoor dienen andermaal de passende middelen beschikbaar gesteld te worden. |
4. | In afwachting van een regeling van het wettelijk depot is het wenselijk dat door beide nationale bibliotheken gezorgd wordt, dat door ieder voor zijn gebied de voortbrengselen van de Nederlandse letterkunde zo volledig mogelijk verworven worden. De conferentie dringt er opnieuw op aan, dat een klein werkcomité ter bestudering van de met het wettelijk depot samenhangende problemen wordt samengesteld. |
5. | De conferentie acht het wenselijk, dat er een inventaris van letterkundige documenten in openbaar en particulier bezit wordt vervaardigd en dat de beide letterkundige documentatie-instellingen in staat worden gesteld deze taak ter hand te nemen. |
6. | Ter verwezenlijking van de reproduktie van de Nederlandse Letterproeven van de XVIe, XVIIe en XVIIIe eeuw verzoekt de conferentie de beide regeringen op de eerstkomende begroting hiervoor gelden uit te trekken. |
| |
Resoluties sectie Uitgeverij/Boekhandel
1. | De confenrentie acht het van het grootste belang dat er 'n wetenschappelijk gefundeerd onderzoek in Noord en Zuid wordt ingesteld naar de belangstelling respectievelijk de oorzaak van het gebrek aan belangstelling voor het Nederlandstalige boek over en weer. Ze acht het nodig dat daartoe op korte termijn de nodige initiatieven worden genomen. |
2. | De conferentie spreekt gaarne haar waardering uit voor het werk van de ‘Stichting’ tot bevordering van de vertaling van Nederlands letterkundig werk’ en de door deze organisatie reeds bereikte resultaten ten aanzien van het propageren van de Nederlandse letteren in het buitenland. De conferentie zou een uitbreiding van de werkzaamheden van deze organisatie, waarin namens beide regeringen met dit doel reeds wordt samengewerkt, bijzonder wenselijk achten en wel in die zin, dat
a. | de stichting bij culturele manifestaties in het buitenland, geselecteerde tentoonstellingen van vertaalde en voor vertaling in aanmerking komende Nederlandstalige culturele werken organiseert; |
b. | door middel van de verspreiding van catalogi of jaarboeken aan haar werkzaamheden grotere bekendheid geeft. |
|
3. | De conferentie heeft met voldoening vastgesteld dat, bij de herziening van de fiscale wetgeving in België, het probleem van de cultuurbelemmerende heffing van een overdrachtstax op het boek in behandeling werd genomen. |
| |
Resoluties sectie Radio en Televisie
A. Algemeen
1. | In het besef, dat de positie van de Nederlandse letterkunde in het Europa van morgen in hoge mate afhankelijk zal zijn van de positie der Nederlandse taal, is de conferentie van mening, dat radio en televisie een taak hebben bij het beschermen van die taal. |
2. | De conferentie constateert met voldoening, dat de samenwerking op letterkundig gebied tussen de radio- en televisiediensten in beide landen mede als gevolg van het jaarlijks contact der Conferentie der Nederlandse Letteren en voorzover het te televisie betreft tevens door het contact in de werkgroepen heeft geleid tot het uitzenden van een groot aantal gezamenlijke- en uitwisselingsprogramma's, zoals is vastgesteld in de resoluties van de afgelopen jaren. |
| |
B. Radio
1. | De conferentie, overwegende, dat de toegankelijkheid van de literatuur uit vroegere eeuwen, door de veranderingen, die de Nederlandse taal heeft ondergaan, steeds geringer wordt, stelt zich voor na te gaan of het mogelijk is enkele middeleeuwse letterkundige werken (b.v. Esmoreit, Van den Vos Reinaerde, Floris en Blancefloer, Mariken van Nimwhegen) in hedendaags Nederlandse te doen herdichten en ze in deze vorm voor de microfoon te brengen. |
2. | De omroepen in België en Nederland zullen in 1963 een door de B.R.T. te organiseren discussie uitzenden over het onderwerp: ‘Taak en positie van de Nederlandse letterkunde in het Europa van morgen’. |
3. | Er is besloten, dat in 1963 alleen een wedstrijd in het schrijven van een luisterspel zal worden georganiseerd. |
4. | In 1963 zullen door de omroepen in beide landen klankbeelden worden uitgezonden ter herdenking van: ‘Karel van de Woestijne (geboren 1878), Paul van Ostayen (overleden 1928), Maurits Sabbe (overleden 1938), Betje Wolff (geboren 1738), A.M. de Jong (geboren 1888), Louis Couperus (geboren 1863), A. Dèr Mouw (geboren 1863) en Marnix van St. Aldegonde (geboren 1538)’. |
5. | De wereldomroepen in België en Nederland zetten het werk van gezamenlijke produkties op het gebied van de Noord- en Zuid-Nederlandse literatuur voort, met name het project over de eigentijdse Europese letterkunde (waarvan de Noord- en Zuid-Nederlandse literatuur een wezenlijk deel uitmaakt. |
| |
C. Televisie
1. | In de geest van het algemene thema van deze conferentie zullen beide T.V.-diensten uitzendingen wijden aan leerstoelen Nederlands in Europa. |
2. | De bekroonde stukken van de T.V.-spelwedstrijd-1962 zullen in de beide landen worden uitgezonden. Er wordt een vertaling in het Engels gemaakt. |
3. | In de uitzendingen van de T.V.-diensten zal ruime aandacht worden gewijd aan de letterkundigen van Noord- en Zuid. |
4. | Naar het voorbeeld van het gezamenlijk programma over Erasmus zullen voorbereidingen worden getroffen voor een soortgelijke uitzending over Guido Gezelle. |
|
|