Dr. Paardekooper te Rotterdam
De belangstelling voor de lezing, die Dr. P.C. Paardekooper op 7 november voor de afdeling Rotterdam en omstreken van het A.N.V. heeft gehouden, was zó aanzienlijk, dat er steeds meer stoelen aangesleept moesten worden en de zaal van Hotel Central ten slotte dicht bezet was. Het is een goede inzet van het winterseizoen geweest.
Nu was die opkomst niet zó verrassend, want de naam van Dr. Paardekooper werkt tegenwoordig als een magneet, zij het in de zuidelijke Nederlanden sterker dan boven de Moerdijk. Gelukkig heeft de Eindhovense neerlandicus, die de in 1912 door de Waalse politicus Jules Destrée in zijn open brief aan de Koning der Belgen geponeerde stelling ‘Er zijn geen Belgen’ heeft wagen over te nemen, zijn toehoorders niet teleurgesteld. Dr. Paardekooper heeft een eigenaardige wijze van voordracht, die de aanwezigen eigenlijk dwong niet slechts naar hem te luisteren, maar ook naar hem te kijken. Dat hield er de spanning tot het laatst in.
Dr. Paardekooper heeft ons een duidelijk overzicht gegeven van de ontvoogdingsstrijd onzer taalgenoten in de Belgische Staat. Over ‘Belgen’ had hij het niet, alleen over Zuid-Nederlanders en Walen. Ietwat vinnig hekelde hij herhaaldelijk de wijze, waarop het frans-sprekende element in het Vlaamse land sociaal meer en meer afstand nam van de kleine man, hoe aldus de kaste der franskiljons is ontstaan, die zich, gesterkt door een overmatig superioriteitsgevoel, alles meent te kunnen veroorloven, hierdoor gesteund door het Waalse element in de Belgische Staat, voor zover het in Wallonië leeft of in het Vlaamse gedeelte van België is beland.
Bijzonder indrukwekkend (en raak!) vonden wij de verwijten, die de Vlamingen (hier was Dr. Paardekooper voor hen een waardige tolk) tot de Noord-Nederlanders richtte. Deze hebben zich in het algemeen bitter weinig om de Vlaamse Beweging bekommerd en hebben de Vlamingen in hun moeizame strijd doorgaans aan hun lot overgelaten. Meer medeleven van Noord met Zuid is zeker geboden.
M.