Wanneer deze regelen in Neerlandia verschijnen ligt deze achtste december reeds enkele weken achter ons, een nieuw jaar roept. Ons novembernummer was reeds ter perse toen Koningin Wilhelmina ontsliep. Zo herdenken wij haar in het laatste maandblad van dit jaar. En wij doen dit als onze Koningin Wilhelmina die voor de ouderen het eigen levenstijdperk heeft gekenmerkt met haar krachtige persoonlijkheid, en voor de jongeren het Nederlands symbool van deze eeuw is geworden van het verdrijven der tirannie.
In het bijzonder willen wij in onze herinnering terugroepen wat zij voor ons Verbond heeft betekend.
Als Moeder des Vaderlands heeft zij de eenheid van het volk gezocht. Vandaag is gebleken, opnieuw en zeer duidelijk, dat zij toch niet eenzaam was temidden van haar volk. Had zijzelf niet de barrières van een dichte haag hovelingen en ver van het volk levende paleisbewoners doorbroken om tot de harten door te dringen van alle Nederlanders? In de Delftse kerk zaten deze Nederlanders samen met de koninklijke familie en de vorstelijke personen uit België, Engeland, Scandinavië en Duitsland, om de baar; arbeiders, vissers, boeren, geleerden, rechters, politici, soldaten, officieren, medestrijders uit het verzet, allen verenigd, voor het laatst, om deze koninklijke vrouw.
Het bestaan van ons Verbond valt voor het grootste deel samen met haar regering. Reeds kort na haar troonsbestijging bleek, dat zij in haar streven naar eenheid het A.N.V. als een krachtige medestander zag.
Afkomst, traditie, taal, cultuur en godsdienst vormen een bevolking van een land tot een natie, maar gemeenschappelijke strijd voor vrijheid en mensenrechten verbinden haar tot een volk en dat te krachtiger, wanneer het een vader of moeder des vaderlands uit een reeds eeuwen met dat volk verbonden vorstenhuis op de troon erkent
Vooral in tijden van ramp en met name in de tweede wereldoorlog ging het hart van Koningin Wilhelmina uit naar haar volk. Zij streed als eerste voor het herwinnen van de onafhankelijkheid en was het standvastige krachtcentrum, waaromheen het volk zich verbonden wist. Ook in de rustiger jaren van het begin harer regering begreep zij het belang van ons Verbond voor de samenhang van alle Nederlanders. In het bijzonder van de krachtige binding aan het vaderland en zijn cultuur, die de taal biedt, was zij zich sterk bewust. Voor de handhaving en zuiverheid van die taal kwam zij met overtuiging op. Hoewel zij het Frans perfect sprak, heeft zij dit als hoftaal geheel door het Nederlands vervangen. En hoe zuiver sprak zij onze taal! Het was een vreugde, haar te horen, zelfs al moest zij de gruwelijke stadhuistaal gebruiken die ministers haar in de troonrede plachten voor te leggen, omdat zij meenden dit aan de plechtigheid en deftigheid van de Ridderzaal met de vorstin op de troon, verplicht te zijn! Haar eigen persoonlijke toespraken en boodschappen waren een voorbeeld van zuiver Nederlands en goede stijl.
In de annalen van ons Verbond wordt reeds in 1903 melding gemaakt van haar aandacht voor zijn doel en idealen. Zij schonk haar steun en dat deze welbewust werd verleend, blijkt uit de uitdrukkelijke wensen voor de besteding, die haar giften vergezelden. In die eerste jaren bestemde zij de f 500, - die zij jaarlijks zond, telkens voor de bevordering van de Nederlandse taal in Indië. Zo werd dit bedrag in 1903 aangewend voor steun aan fröbelscholen in Indië en aan het blad Bintang Hindia (Ster van Indië).
In 1906 verzocht zij haar jaarlijkse bijdrage te besteden voor de arbeid van het Verbond in de Nederlandse koloniën en voor de verschillende verenigingen van Nederlandse onderdanen in het buitenland. Zij zag dus de betekenis van ons werk vooral in de culturele steun aan Nederlanders buiten het vaderland en het behouden van de contacten met hen door de taal en in het versterken van het besef in hen, dat zij tot de Nederlandse stam behoren.
Het hoofdbestuur van het Verbond, dat in 1920 door Koningin Wilhelmina in gehoor werd ontvangen, was verheugd over de persoonlijke belangstelling die zij voor de arbeid van het Verbond toonde. En zij was niet de enige van het Koninklijk huis in dit opzicht: haar Moeder, Koningin Emma en de Prins-gemaal, steunden ons werk met giften.
Menigeen van het jonge geslacht zal zich moeilijk kunnen indenken dat nog geen dertig jaar geleden het feit werd gevierd van de verovering van Curaçao door de Westindische Compagnie, in 1634, waarna dit eiland een Nederlandse kolonie werd, zoals het ruim drie eeuwen is gebleven. Maar op 2 juni 1934 heeft het A.N.V. in de Ridderzaal in grootse stijl dit feit herdacht. Koningin en Prinses waren daarbij aanwezig. Zij ontvingen elk een gouden gedenkpenning. De Koningin stelde de Gotische zaal met enkele aangrenzende vertrekken van het paleis Kneuterdijk beschikbaar aan het Verbond om daar een tentoonstelling in te richten over Curaçao en hetgeen Nederlandse energie daar had opgebouwd; de eerste oktober 1934 werd deze geopend. Zij ondervond ook koninklijke belangstelling.
Twee jaar later stelde ons Verbond een algemene Nederlandse kunsttentoonstelling samen, waarin Nederlandse, Indische, Vlaamse en Zuidafrikaanse kunst bijeen was gebracht. De Koningin die een schilderij van haar zelf had ingezonden - waarvoor uiteraard bijzondere aandacht werd getoond - was hiervan beschermvrouwe. In het tijdvak van 29 maart tot 12 juli 1936 was deze tentoonstelling te bezichtigen in 's-Gravenhage, Rotterdam en Amsterdam. Koningin en Prinses bezochten haar in de residentie.
Er was dus alle reden, dat in de brief waarin prins Bernhard werd verzocht, het beschermheerschap voor het Nederlands congres in Vlaardingen 1961 te willen aanvaarden, te herinneren aan de grote sympathie welke Koningin Wilhelmina steeds voor het A.N.V. had betoond en aan het feit, dat zij vroegere Nederlandse
doorlezen blz. 191