Antwoord
Mijn kanttekening bij het artikel van de heer Picard in De Maand (‘Het Belgische overheidsapparaat en de dualiteit der bevolking’) was niet polemisch inzoverre het opvattingen over de al of niet wenselijkheid op zichzelf van het federalisme in België betreft. Dat is een kwestie, waarin Neerlandia en het A.N.V. geen standpunt innemen (wat ook de persoonlijke opinie van redactieleden of bestuursleden moge zijn). Een artikel als dat van de heer Soenen in dit nummer is dan ook louter informatief bedoeld.
Deze neutraliteit inzake het federalisme behoeft nog niet te betekenen, dat wij geen mening zouden mogen verkondigen over het al- of niet gegrond zijn van bepaalde argumenten waarmee hetzij pro- hetzij anti-federalistische standpunten gestaafd worden. Ik heb alleen willen betogen, dat het vraagstuk van het federalisme in België in een ander perspectief is komen te staan door de Europese integratie. Meer niet. Verder zou hieraan kunnen worden toegevoegd - zoals vaker in dit blad gedaan is - dat het vraagstuk van een Nederlandse eenheid door de Europese integratie in een ander perspectief komt te staan.
De heer Picard heeft misschien toch wel iets te veel in mijn stukje gelezen.
Wat Europa en de Europese integratie betreft, ons eerste uitgangspunt kan, dunkt me, gevoegelijk zijn, dat die integratie hard op weg is een voldongen feit te worden. Op de vorm ervan zullen we maar heel weinig invloed kunnen uitoefenen. Wel kunnen we wellicht aan het bepalen van onze eigen positie in het Europese bestel iets doen. Met name zal het o.i., zoals gezegd, nu mogelijk zijn een integratie van de Nederlandstalige gewesten - waarvan de culturele integratie zo niet het belangrijkste, dan toch het meest specifieke, eigensoortige onderdeel is - te bewerkstelligen. Hierover hebben we in vorige nummers van dit blad reeds het nodige geschreven, zodat we er nu niet verder op behoeven in te gaan. Alleen nog even dit: Voor een algemeen Nederlandse integratie is het niet nodig, dat men in algemeen-Nederlands verband een standpunt inneemt t.o.v. het federalisme in België (uitgezonderd dan de culturele autonomie). Het is zelfs ongewenst, omdat het algemeen-Nederlandse streven met een onnodige hypotheek van intern-Vlaamse tegenstellingen verzwaard zou worden. Voorstanders van een algemeen-Nederlandse integratie zijn in alle Vlaamsgezinde, al- of niet-federalistischgezinde, kringen te vinden.
Het gaat ook mij bepaald niet om een theoretische constructie, maar wel degelijk om wat ‘op het tegenwoordige historische moment’ te verwezenlijken is. Onder dit historische moment zou ik echter toch wel iets meer willen verstaan dan het jaar 1962 en 1963. Een zeker toekomstperspectief moet men toch hebben.
Ik ben het volkomen met de heer Picard eens, als hij de noodzaak van een versterkte volksinvloed beklemtoont. Hij meent, dat deze door federalisme verzwakt zou worden. Voorstanders van federalisme betogen het omgekeerde. Het lijkt ons evenwel beter om in Neerlandia, juist op dit ogenblik, niet een discussie over het vraagstuk van het federalisme te beginnen.
W.