[Federalisme in België (vervolg)]
mag wel zeggen, dat de Waalse C.V.P. in het algemeen tegen het federalisme is gekant. De Waalse Katholieken vrezen in een federaal Wallonië totaal in de minderheid te worden geplaatst. Toch geeft bv. de Luikse C.V.P.-afdeling toe in een motie van 25 sept. 62 dat ‘de ernstigste problemen van de verstandhouding onder de Belgen noodzakelijkerwijze in de loop van de eerstvolgende maanden moet opgelost worden en dit door middel van een grondwetsherziening.’ Waaruit die grondwetsherziening moet bestaan wordt echter niet gedetailleerd.
De unitaire partijleiding te Brussel doet haar best het probleem tot een loutere taal- en kultuurkwestie te herleiden, en belooft dan ook deze kwestie op te lossen. Voor het overige wordt door partijvoorzitter Van den Boeynants onder alle mogelijke vormen herhaald dat het unitaire België de beste oplossing biedt. Hiervoor lanceerde hij trouwens zijn zogenaamde ‘opstand der gematigden’.
De druk der Volksunie in Vlaanderen is echter zo groot dat de C.V.P., wier kiezers vooral in Vlaanderen wonen, nu en dan wat méér moet beloven, maar niemand neemt dit ernstig, want de partijleiding zet hier wel tijdig de domper op. Typisch voor de opvatting der C.V.P. is het hervormingsplan van minister van staat Van Zeeland. Dit plan (verschenen in de Nieuwe Gids van 22.6.62) ziet een bi-communitaire federatie als een ramp én voor Vlamingen én voor Walen, want een dergelijk federalisme betekent het einde van het land. Dé oplossing bestaat in een uitbouw van het evenwicht tussen de Vlaamse en de Waalse provinciën. De provinciën moeten echter heringedeeld worden en meer autonome macht krijgen. Monarchie en Parlement blijven behouden, de Senaat wordt op geografische leest geschoeid. Het plan eindigt met de leuze ‘Eendracht maakt macht’.
Dat de federalistische problemen de geest der Belgische politici wakker houden, stellen wij eveneens vast in het feit dat op 1 oktober '62 te Brussel een nieuwe partij in het leven werd geroepen, nl. de Nationale Onafhankelijke Partij. Eén der proprammapunten luidt: ‘bevordering van de eenheid en de wederzijdse eerbied van Vlamingen en Walen, bewust van hun noodzakelijke samenhorigheid in het eenwordend Europa’.
Het zijn echter niet alleen de politieke partijen die aanvoelen dat er ergens ‘iets’ aan het broeien is. Zelfs Koning Boudewijn in hoogst eigen persoon geeft er zich rekenschap van. Zo verklaarde de Vorst op 27 mei '62 te Gent dat ‘Een der hoofdvoorwaarden van deze politiek is het vernieuwen van het institutioneel