[Het Nederlands onderwijs te Napels (vervolg)]
voor de Westerse talen tot ontwikkeling gekomen. Het grootste deel van de thans aan het Instituut ingeschreven studenten - in totaal zijn er meer dan 3000 - studeert Engels, Duits of Frans.
De directeur van het Germanistische Seminarie van dit Instituut heeft steeds een open oog gehad voor de eisen van de moderne Germanistiek en heeft zich beijverd om naast de leerstoelen voor Duits en Engels lectoraten voor de overige Germaanse talen te doen oprichten. Zo kwam men in 1956 tot de instelling van een lectoraat voor het Zweeds en in 1959 voor het Nederlands.
Zowel het Zweeds als het Nederlands hebben de status van een bijvak. Dit houdt in, dat de studenten die Duits of Engels tot hoofdvak van hun studie hebben gekozen, Zweeds of Nederlands als verplichte tweede Germaanse taal kunnen kiezen. Deze bijvakstudie duurt drie jaar en na afloop van elk studiejaar dient de student een examen af te leggen, bestaande uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte. Het schriftelijk gedeelte bestaat uit een vertaling Nederlands-Italiaans en omgekeerd; op het mondeling examen worden de studenten ondervraagd over een onderwerp uit de taalkunde en de letterkunde, dat ter bestudering is opgegeven. De examencommissie wordt steeds gevormd door drie personen, bestaande uit de hoogleraar voor het Duits, de lector Nederlands en een tweede lector in een Germaanse taal.
In het eerste studiejaar wordt hoofdzakelijk onderricht in de spraakkunst gegeven in de vorm van voordrachtscolleges, waarin vooral aan de, voor Italianen niet eenvoudige, Nederlandse zinsbouw aandacht wordt geschonken.
Porta Capuana te Napels
Foto ENIT Amsterdam
Het is de bedoeling de studenten inzicht te verschaffen in de structuur van onze taal en hen in staat te stellen op basis van de verworven kennis zo vlug mogelijk tot zelfstandig vertalen te komen. Teneinde enig toezicht te kunnen uitoefenen op de vorderingen worden regelmatig schriftelijke vertaaltaken toegewezen, die vervolgens door de lector nagezien en besproken worden. De oefening in de uitspraak kan echter alleen op de colleges plaats vinden. Vooral onze tweeklanken, de g- en de h-klank leveren enige moeilijkheid bij de uitspraak op. Bijzonder moeilijk is b.v. altijd de uitspraak van het woord ‘gelukkig’, dat ook wel zeer van het Italiaanse ‘felice’ afwijkt.