[Federalisme in België (vervolg)]
ont été presentés par le comité permanent et les retient avec les amendements suivants, comme base de discussion: plénitude de compétence des Etats fédérés et de la capitale fédérale, compte tenu des mesures d'harmonisation résultant du cadre fédéral belge et du Marché Commun.’ Verder somt deze resolutie de federalistische maatregelen op die zij nodig acht op economisch, sociaal, politiek en cultureel plan.
Echo's van deze en dergelijke opvattingen vinden wij regelmatig terug in het renardistisch blad ‘La Wallonie’, dat op 14.6.62 o.m. schreef: ‘Heureusement, toutes les couches du peuple wallon se rendent compte progressivement de la nécessité de mettre en oeuvre, grâce au fédéralisme, de véritables réformes de structures acceptables par la plupart des nôtres. Tout cela, qui nous est refusé aujourd'hui, nous pouvons le réaliser demain dans une Wallonie à majorité travailliste, avec le concours loyal de tous ses citoyens.’
De unitaire partijleiding der B.S.P., met de heer Collard aan het hoofd, kan niets anders dan haar Waalse vleugel nu en dan wat naar de mond praten. In wezen blijft echter de B.S.P.-leiding unitair, wat vooral na de dood van Renard opnieuw duidelijk tot uiting kwam. Zo werd op een socialistische manifestatie te Charleroi (2 sept. 62) door de heren P.H. Spaak en L. Collard het grof geschut gericht tegen alle scheurmakers. Bij die gelegenheid liet men Vlaamse, Brusselse en Waalse arbeiders voor ‘eenheid en solidariteit’ manifesteren.
Wat de liberale partij betreft kunnen wij kort zijn. Deze partij, sinds een tijdje herdoopt als de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang, werpt zich op als dé verdediger van het unitaire België. Haar voorzitter Vanaudenhove verklaarde op 26 sept. 62 voor de vereniging Mars et Mercure, dat het federalisme in economisch opzicht nadelig zou zijn voor Wallonië: daar zou immers een dirigistisch bewind tot stand komen, wat dat landsgedeelte op zijn minst ongeschikt zou maken om in de Gemeenschappelijke markt opgenomen te worden.
Dat de Liberale Partij tegen elke vorm van decentralisatie is kan men het best begrijpen wanneer men bedenkt dat deze bij uitstek een Brusselse partij is. En Brussel is natuurlijk op zijn sterkst in een (te Brussel) stevig gecentraliseerde staat.
De opvattingen van de Christelijke Volkspartij (C.V.P.) over federalisme en dergelijke zijn zeer uiteenlopend en dikwijls zo subtiel uitgedrukt, dat men ze nauwelijks kan omvatten. Men