De Wereld leert meer Nederlands
Al verschillende keren is er in Neerlandia gewezen op het grote belang van een zeer deskundig geleide kultuurpropaganda. Nu eindelijk het Brusselse Ministerie van Openbaar Onderwijs min of meer gesplitst is in een Nederlands- en een Franstalige afdeling, kan de samenwerking tussen Den Haag en Brussel op dit punt eindelijk eens flink op gang komen.
Van het eerste colloquium van hoogleraren en lektoren in de Neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten is inmiddels het verslag verschenen. Het omvat een algemeen overzicht van Prof. Thys - de zeer aktieve initiatiefnemer en voorzitter van de bijeenkomst -, verslagen van de vier werkvergaderingen, de zeer belangrijke resoluties, de referaten die gehouden werden en verder zijn de persreakties op de bijeenkomsten gedeeltelijk afgedrukt. Met een aparte paginering is het zeer bekende Rapport-Jalink over het Nederlandse onderwijs in de Bondsrepubliek en West-Berlijn in een gestencilde herdruk aan het verslag toegevoegd. Gelukkig, want de eerste gestencilde druk was intussen ‘uitverkocht’.
Het is buitengewoon prettig dat er op het ogenblik uit dat eerste colloquium een werkkommissie gevormd is van hoogleraren en lektoren in de Neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten, die nu blijvend deze hele kwestie regelt, o.a. ook de voorbereiding van het tweede colloquium.
Blijkens de resoluties is vrijwel alles nog te doen: het aantal vakantiekursussen voor buitenlanders in Nederland is nog veel te klein, de bibliotheken van de Neerlandistische instituten aan buitenlandse universiteiten zijn soms beschamend slecht voorzien, er ontbreekt nog veel aan de leerboeken voor buitenlanders en bovenal: er is een ontzaglijk tekort op de begroting van onze kultuurpolitiek. Er zijn tientallen miljoenen guldens nodig voordat we enigszins fatsoenlijk in het buitenland te voorschijn kunnen komen.
Vergeleken met het geld dat wijzelf uitgeven aan onderwijs in vreemde talen in Nederland zijn die tientallen miljoenen overigens niet zó veel. Bovendien: hoe beter wijzelf te voorschijn komen in het buitenland, hoe meer buitenlanders Nederlands gaan studeren, hoe groter daar de behoefte aan Nederlands onderwijs wordt en hoe eerder vooral onze buurstaten zullen beseffen dat het hun plicht is om zélf financieel bij te springen.
(Overigens maakt een voorzichtige schatting het aannemelijk dat een land als Frankrijk honderden miljoenen aan kultuurpolitiek besteedt; we zijn met onze tientallen miljoenen dus nog erg aan de zuinige kant.)
En vergeet niet: als miljoenen Westduitsers in Nederland Nederlands gaan spreken, behoeven wij weer minder Nederlanders te scholen in Duits spreken. Dat bespaart veel geld. De last van de tweetaligheid wordt op deze