Kroniek
Groot-Kempische Cultuurdagen Hilvarenbeek 1962
Voor de zestiende keer zijn op 21 en 22 juli in Hilvarenbeek de Groot-Kempische Cultuurdagen gehouden.
Deze vingen zaterdagochtend aan met de opening van de tentoonstelling ‘De ontmoeting Kerk en Cultuur’ door Mr. Y. Scholten, staatssecretaris van O., K. en W., in de hal van het gemeentehuis. Bij deze plechtigheid waren o.a. aanwezig de Belgische ambassadeur in Den Haag Baron van der Straten-Waillet, Mgr. Oomens, vicaris generaal, de vertegenwoordiger van Ged. Staten Ir. H. Steenbergen, Ir. H.M. Buskens, directeurgeneraal van Volkshuisvesting, de auteurs Emiel van Hemeldonck, Anton van Duinkerken en Jan Naaijkens en vele anderen.
Staaatssecretaris Scholten begon met de groeten over te brengen van Z. Exc. Prof. de Quay, waarna de onlangs overleden staatssecretaris. Dr. Stubenrouch werd herdacht, die enkele jaren achtereen de Groot-Kempische Cultuurdagen opende. Mr. Scholten toonde veel waardering voor het thema van de cultuurdagen: de ontmoeting tussen Kerk en Cultuur. Het experiment bij de kerkbouw kan niet worden geschuwd. Namens de inrichtingscommissie van de tentoonstelling gaf architect H. Reuser uit Nijmegen een verantwoording van de expositie.
Tijdens de hierna volgende lunch hield de Belgische ambassadeur, die vergezeld was van de cultureel attaché Dr. C. Clerckx een korte tafelrede, waarin hij de inspanningen van Hilvarenbeek op de weg naar de culturele integratie van Noord en Zuid tot voorbeeld stelde.
Des middags werden in het parochiehuis de inleidingen over ‘De ontmoeting Kerk en Cultuur’ gehouden, met name in de hedendaagse kerkenbouw. Burgemeester J.P.M. Meuwese, tevens de promotor van de cultuurdagen, heette alle aanwezigen (ruim 400 personen) van harte welkom, in het bijzonder de verschillende autoriteiten.
De inleiders waren:
Voor Nederland: Ds. W. Barnard (ps. Guillaume v.d. Graft), Ned. Herv. Predikant te Rozendaal;
Drs. C. Peeters, wetenschappelijk hoofdambtenaar Monumentenzorg, Den Haag. Voor België: Pater G. Bekaert S.J. te Brussel;
Karel Elno te Antwerpen.
Ds. Barnard belichtte het onderwerp in een poëtisch en religieus historisch betoog, daarbij uitgaande van de oorspronkelijke betekenis van het woord ecclesia - dat wat is weggeroepen - om te constateren dat de cultuur een erfdeel van de mensheid is en de kerkenbouw hiervan dan ook niet los kan en mag worden gezien.
Pater Bekaert hield hierna een gedegen inleiding over de ontwikkeling van de kerkenbouw in de laatste tijd. Uit het kerkgebouw is de ontmoeting van kerk en cultuur het veiligst af te lezen. Hij schetste vooral het ‘boven confessionele’ van de kunst. Er is een vernieuwing, die haar weg pas geleidelijk ontdekt. De kerk zal moeten groeien uit de beleving van het sacrale in de cultuur, maar zal zelf geen cultuurdrager kunnen zijn.
Drs. Peeters gaf een inzicht in de eisen die de hedendaagse kerkenbouw stelt. Hij zag als het grote vraagstuk de plaats van de beeldende kunst in de kerk. De Vlaamse criticus K. Elno noemde de eisen voor de kerkelijke kunst. De kerkelijke kunst zal de karaktertrekken van haar tijd moeten vertonen. Na de pauze gaf de voordrachtskunstenares Coby Schreijer met haar Vlaamse en Nederlandse volksliederen - op charmante wijze voorgedragen - opnieuw een voortreffelijk bewijs van haar kunnen.
Na de middagzitting was het beiaardconcert door Peter Maarsen, stadbeiaardier van Breda, te beluisteren. Om half zeven vond de gezamenlijke Brabantse koffietafel op het Vrijthof plaats. Begunstigd door zomers weer werd deze maaltijd opgeluisterd door de vendeliers van het aloude schuttersgilde Sint Sebastiaan en door de Kempische, Zweedse en Engelse volksdansgroepen, die uitgevoerd op de grasmat tussen de in een carré opgestelde tafels in het bijzonder bijdroegen aan de stemming van de aanwezigen. Aan het slot van de koffietafel een wagenspel van Jan Naaijkens, waarna de koninklijke harmonie ‘Concordia’ een taptoe ten gehore bracht.
De volgende ochtend troffen publicisten elkaar in ‘Concordia’, waar een bijeenkomst was belegd door de vereniging van Kempische schrijvers onder voorzitterschap van Emiel van Hemeldonck. Des middags had in het parochiehuis het laatste bedrijf plaats van de declamatiewedstrijd, die door het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen was georganiseerd. Hieraan namen deel de winnaars van een aantal selectie wedstrijden. Uitgereikt werden twee eerste prijzen, twee tweede prijzen en twee derde prijzen.
Door Anton van Duinkerken werd verslag uitgebracht over de bevindingen van de jury voor de toekenning van de Hilvarenbeekse literatuurprijzen. Van de circa 90 inzendingen van een kort verhaal kwamen er drie voor een bekroning in aanmerking. Helaas waren er geen uitgesproken uitblinkers onder de prijswinnaars.
Met een opvoering van ‘Dief tegen dief’ van Jan Naaijkens, een concert door de Kon. harmonie ‘Sophia's Vereniging’ uit Loon op Zand en een taptoe van deze vereniging werden de Kempische Cultuurdagen, die zeker een succes mogen worden genoemd, gesloten. Vermeld moge nog worden dat het bestuur van het A.N.V. vertegenwoordigd was door zijn secretaris, terwijl ook andere hoofd- of afdelingsbestuursleden aanwezig waren.
B.C.