A.N.V. Nieuws
Verslag van de algemene verbondsvergadering gehouden te Goes op zaterdagmiddag 2 juni 1962
Onder leiding van de voorzitter van het A.N.V., de heer F. Koote had op 2 juni de algemene verbondsvergadering plaats in hotel-restaurant ‘de Korenbeurs’ te Goes (Zeeland). Mede gerekend de aanwezige leden van het bestuur, werd de vergadering door ruim 80 leden bijgewoond, waaronder 20 uit België en 2 uit West-Duitsland. De afdelingen Amsterdam, Aruba, Brussel, Curaçao, Dordrecht, Gent (Oost-Vlaanderen), 's-Gravenhage, Haarlem, Kaapstad, Land van Waas, Mechelen, Pretoria, Rotterdam en Utrecht hadden een stemgerechtigde vertegenwoordiger afgevaardigd.
De voorzitter opende de vergadering met een woord van hartelijk welkom aan alle aanwezigen, in het bijzonder het lid Mr. F.G.A. Huber, de nieuwe burgemeester van Goes. Spreker bracht in herinnering dat onder zijn voorzitterschap in 1960 een algemene verbondsvergadering werd gehouden te Utrecht, waarin enkele reorganisatieplannen werden besproken, en in 1961 in Rupelmonde een algemene verbondsvergadering plaats had, bij welke gelegenheid Dr. A.W. Willemsen een lezing hield over ‘De toekomst van het A.N.V.’ Ditmaal zou de bespreking van enkele nieuwe richtlijnen voor het A.N.V. en van een voorstel tot herziening van de organisatievorm met het oog op de komende statutenwijziging de hoofdschotel van de dagorde vormen.
In het afgelopen jaar is het Dag. Best. met twee raadgevende leden uitgebreid, t.w. de heer P. Korthuys, speciaal met het oog op de behartiging van de Zuidafrikaanse belangen en Mr. J. Fleerackers, in verband met de steeds in belangrijkheid toenemende betrekkingen met Vlaanderen. Dr. R. Gheyselinck, die per 1 januari 1961 als onder-voorzitter was afgetreden werd als zodanig opgevolgd door Dr. jur. G.R. Piryns.
Onder de belangrijkste gebeurtenissen in de laatste drie jaren zijn te noemen: het opgaan van het Erasmusgenootschap in het A.N.V., de uitbreiding van het aantal Vlaamse afdelingen en de beide Nederlandse congressen, onderscheidenlijk -ge houden in Gent (1960) en in Vlaardingen (1961); als uitvloeisel van het laatste congres is een Bestendige Commissie opgericht, die in de toekomst de inrichting van de Nederlandse congressen zal gaan verzorgen. De afgevaardigden van een 20-tal culturele verenigingen in Noord en Zuid, die tezamen de Bestendige Commissie zullen vormen, komen binnenkort bijeen, waarna nadere bijzonderheden zullen worden bekend gemaakt.
Nadat de voorzitter had gewezen op de goede samenwerking met verschillende bevriende verenigingen, waaronder te noemen het Genootschap ‘De Nederlanden in Europa’, de Nederlands-Zuid-Afrikaanse Vereniging en de Koninklijke Vereniging ‘Oost en West’, kreeg Mr. W. Melis de gelegenheid een verklaring af te leggen namens het bestuur van het Genootschap ‘De Nederlanden in Europa’.
De heer Melis deelde mede, dat 's morgens op een bestuursvergadering van het Genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ werd besloten, na raadpleging van de Raad van Advies, aan de algemene ledenvergadering van het Genootschap voor te stellen in zijn geheel toe te treden tot het Algemeen Nederlands Verbond, waarna het Hoofdbestuur als studiegroep in het A.N.V. werkzaam zal blijven; voorwaarde hierbij is, dat de algemene verbondsvergadering van het A.N.V. zich in algemene zin kan verenigen met de voorstellen van het Verbondsbestuur, zoals deze aan de afdelingsbesturen zijn voorgelegd en waarvan in het meinummer van ‘Neerlandia’ melding wordt gemaakt. De voorzitter, die van deze mededeling met verheugenis kennis nam, vervolgde zijn openingswoord. Het feit, dat het Dagelijks Bestuur van het Verbond herhaaldelijk uitnodigingen ontvangt aanwezig te willen zijn bij allerlei culturele gebeurtenissen in en buiten Nederland, wijst er op dat het A.N.V. weer in aanzien groeit De betrekkingen tussen het Verbond en de ambassadeurs van België en Zuid-Afrika in Nederland zijn goed. Het maandblad ‘Neerlandia’ is naar opmaak en inhoud aanzienlijk verbeterd en mag zich als gevolg hiervan in een toenemende belangstelling verheugen. De moeilijkheid voor de redactie blijft het voortdurend kunnen beschikken over goede en actuele kopij. De Visser-Neerlandiaprijzen krijgen steeds meer bekendheid. Het verheugde spreker melding te kunnen maken van een onlangs van het Prins Bernhard Fonds te Amsterdam ontvangen bericht dat dit jaar aan het A.N.V. een bijdrage is toegekend voor de handhaving en uitbreiding van de Nederlandse taal en cultuur in Frans-Vlaanderen. In dit verband wilde de voorzitter niet achterwege laten nog eens te noemen de belangrijke gift, die het Verbond eind 1960 van een Nederlands lid heeft ontvangen, waarvan de inkomsten eveneens besteed moeten worden voor steun
en verdediging van de Nederlandse taal, in het bijzonder in Frans-Vlaanderen.
Nadat de voorzitter nog de verwachting had uitgesproken, dat geleidelijk aan ook in Nederland jongeren de taak van de oudere bestuursleden zullen gaan overnemen, werd de secretaris, Mr. W.L. Bicker Caarten, in de gelegenheid gesteld een overzicht te geven van de voornaamste werkzaamheden van het Verbond in het afgelopen jaar. Aangezien dit jaar voor het eerst het jaarverslag in gedrukte vorm aan alle verbondsleden zal worden toegezonden, wordt ter bekorting volstaan met te verwijzen naar het binnenkort verschijnend jaarverslag 1961.
Wegens afwezigheid van de penningmeester, de heer C. van Leeuwen, die met vakantie buitenslands vertoefde, las de heer L.C. Kutsch Lojenga, secretarispenningmeester van de afdeling Amsterdam, het financieel overzicht over het jaar 1961 voor aan de hand van een staat van baten en lasten, die aan alle aanwezigen werd uitgereikt. Deze staat wordt opgenomen in het jaarverslag 1961. Enkele vragen, onder meer betreffende de mogelijkheid tot het verkrijgen van geldelijke steun van de regeringen van België en Zuid-Afrika, werden beantwoord. Zo heeft de Belgische regering vorig jaar enige subsidie gegeven in verband met het in Vlaardingen gehouden 35ste Nederlandse Congres.