Neerlandia. Jaargang 65
(1961)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdBuitenlanders leren NederlandsGa naar voetnoot*
| |
Leerstoelen.Ook in de rest van de wereld ontstond steeds meer belangstelling voor de Nederlandse kultuur, die zich zo ook kwalitatief steeds verder ontwikkelde. Als ik me tot één onderdeel mag beperken: vóór de oorlog overheerste in de taalkunde de Indogermanistiek, die vrijwel uitsluitend in handen was van Duitsers. Op het ogenblik geeft de zg. strukturele taalkunde de toon aan; hier hebben niet de Duitsers, maar de Nederlanders, Zwitsers, Skandinaviërs en Amerikanen de leiding. Er ontstonden dus in veel landen universitaire leerstoelen voor het Nederlands. Al waren die er al vóór de oorlog geweest, daarna breidde hun aantal zich sterk uit. Vorig jaar heeft Dr. W. Thys - een Antwerpenaar die in Rijsel Nederlands doceert aan de Rijksuniversiteit - een overzicht gepubliceerd over de stand van zaken bij de universitaire leerstoelen voor Nederlands in het buitenland (Hochschule und Forschung in den Niederlanden, 4.2.). Daaraan ontleen ik de volgende gegevens. In 1948 en 1949 werden in Frankrijk lektoraten Nederlands opgericht: in Straatsburg en Parijs. Enkele jaren later werd Dr. Thys benoemd aan een derde Franse Universiteit (die in de hoofdstad van Zuid-Vlaanderen: Rijsel). In 1952 werd er een hoogleraar voor de Neerlandistiek in Parijs benoemd: de zeer bekende Prof. P. Brachin die voortreffelijk Nederlands spreekt en schrijft, die de Nederlandse | |
[pagina 91]
| |
kultuur grondig kent en zeer aktief is in de verspreiding ervan in Frankrijk. Terecht heeft hij opgemerkt dat Frankrijk hierin een ersplicht heeft ten opzichte van het Nederlandse kultuurgebied, omdat het te lang de rijke schatten hieruit onbercerd heeft laten liggen. Verder bestaat in Parijs een Fondation Juliana en een Institut Néerlandais, waarvan onze kulturele attaché, de heer Sadi de Gorter directeur is. Hij doet heel veel om de Nederlandse kultuur met z'n ontelbare rijkdommen beter bij de Fransen bekend te maken. Ook de Katholieke Universiteit van Rijsel (Zuid-Vlaanderen) heeft een Nederlandse leersteel. In totaal zijn er dus vier in Frankrijk. In 1952 werd in Madrid een Nederlandse leerstoel gesticht. In Italië zijn er gelukkig meer: Rome, Padua en Bologna geven gelegenheid tot kennismaking met de Nederlandse taal en kultuur. In Zwitserland gebeurt dat sinds 1949 aan de Bazelse Universiteit. In Oostenrijk is er tot dusver eveneens pas één Nederlandse leerstoel, nl. in Wenen. Gelukkig is de toestand in Duitsland aanzienlijk beter. Daar is overigens al een vrij oude traditie, nl. sinds 1890. In West-Duitsland geven Berlijn, Bonn, Erlangen, Hamburg, Keulen, Kiel, Göttingen, Munster. Frankfort am Main en Tübingen Nederlands. Daarnaast wordt aan twee universitaire tolkinstituten nog Nederlands gedoceerd: in Heidelberg en Mainz. In Oost-Duitsland wordt op z'n minst Nederlands gegeven aan de Universiteiten van Leipzig - naar ik meen zelfs aan ruim 80 studenten - en aan die van Rostock. De docenten Nederlands aan de minstens 13 Duitse Universiteiten werken nauw samen. In dit verband moet ik erop wijzen, dat het dringend nodig is dat er minstens aan éen Duitse universiteit een gewoon hoogleraar Nederlands benoemd wordt, gesalarieerd door de Duitse staat. Prof. Dr. K. Heeroma heeft er in Neerlandia van december 1960 ook op gewezen, dat er in Duitsland ondanks alles nog veel te weinig belangstelling voor het Nederlands is. Ik deel z'n mening helemaal en hoop dat de Nederlandse regering op dit pent zal blijven hameren; er is niet voor niets een kultureel akkoord met de Bondsrepubliek! In de Slavische landen bezoeken we Meskou het eerst. Daar geeft Dr. Mironuw Nederlands. Hij heeft ook een groot tweedelig Nederlands-Russisch en Russisch-Nederlands woordenboek uitgegeven. Ook in Polen (Warschau) en Tsjechoslowakije kunnen de studenten Nederlands leren: in Praag en Bratislawa namelijk. Ook Finland besteedt aandacht aan de Neerlandistiek; die wordt in Helsinki gedoceerd. In de drie Skandinavische landen gebeurt dat aan de Universiteiten van Stockholm, Uppsala, Göteborg, Oslo en Kopenhagen, in Engeland en Cambridge en Londen, in Amerika aan de Columbia-Universiteit, verder aan twee Universiteiten in Washington, in Grand Rapids aan het Calvin College en in Salt Lake City. Wijlen de zeer knappe Amerikaanse taalkundige Prof. Dr. Leonard Bloomfield heeft twee boekjes geschreven voor het onderwijs in het Nederlands aan Engelstaligen. In Japan heeft de studie van het Nederlands al een eeuwenoude traditie, sinds het kontakt in Desima in de 17e eeuw. Zo is het begrijpelijk, dat er ook in Tokio Nederlands gedoceerd wordt. Op 5 maart 1958 werd bij het Sint-Lukasziekenhuis een monument onthuld ter gedachtenis aan de Nederlandse taal in Japan. In Melbourne in Australië wordt zeer ijverig Nederlands gestudeerd. Over Zuid-Afrika behoeven we niets te zeggen: omdat geen studie van het Afrikaans denkbaar is zonder die van het Nederlands, is er geen universiteit daar of zij besteedt veel aandacht aan onze taal en kultuur. Het spreekt vanzelf, dat er een grote organisatie nodig is om dit alles in stand te houden en uit te breiden. Het is niet genoeg om een groot aantal leerstoelen Nederlands in het buitenland te hebben; ze moeten ook voorzien zijn van bibliotheken van Nederlandse boeken, van diskoteken van Nederlandse dichters en prozaschrijvers; zij moeten kunnen terugvallen op organisaties in Nederland die speciale vakantiekursussen geven in Nederlandse taal- en letterkunde voor buitenlanders. Verder moeten er voortreffelijke spraakkunsten bestaan, speciaal geschikt voor studenten. Op bijna alle Waalse Middelbare Scholen wordt Nederlands geleerd, maar daarom zijn de talloze Nederlandse spraakkunsten die daar gebruikt worden, niet zonder meer ook geschikt om aan Universiteiten dienst te doen. Heel goed werk doen ook de mensen die Nederlandse gedichten of prozawerk in vreemde talen vertalen; dat bevordert de belangstelling voor onze letterkunde. U zoudt paf staan als u een volledige lijst zag van Nederlands werk dat in vreemde talen vertaald is. Belangrijk is dat we vooral het allerbeste laten vertalen: geen enkele buitenlander heeft er iets aan om kennis te maken met Dr Vlimmen of Ciske de Rat, althans als hij zich voor letterkunde interesseert. We zijn veel dank verschuldigd aan alle Nederlanders en Vlamingen, die zich bezig houden met het moeilijke maar mooie werk van de verbreiding van onze kultuur over de wereld! |
|