Een welkom in Vlaardingen
Mr. J. Heusdens Burgemeester van Vlaardingen.
Voor het bestuur van uw Verbond zal het ongetwijfeld telkenjare een probleem vormen waar het volgende Nederlands congres zal worden gehouden. Vele factoren dienen hierbij zorgvuldig te worden overwogen alvorens een definitieve beslissing valt.
Het gemeentebestuur van Vlaardingen acht het een eer en onderscheiding dat ditmaal de keuze op deze oude stad is gevallen. Naar mijn mening getuigt het echter ook van een wijs inzicht om de congressisten hier samen te roepen.
Gij toch beoogt met uw Verbond een band te leggen tussen de Nederlanders en hun stamverwanten, met het doel de saamhorigheid te bevorderen, als ook een gerechtvaardigde trots aan te kweken voor land en volk. Deze edele doelstelling vindt zijn machtigste wapen in de vastbeslotenheid om onze geliefde moedertaal te zamen te bewaren en waar nodig te verdedigen waar zij dreigt verzwolgen te worden door de machtige taalgebieden rondom.
Ik moge u daartoe terugvoeren in de Vaderlandse Geschiedenis naar het jaar 1018, toen de Duitse keizer Hendrik II op de Rijksdag te Nijmegen zijn leenman hertog Godfried I van Neder-Lotharingen versterkt met troepen van de aartsbisschop van Keulen en de bisschoppen van Luik en Utrecht, beval op te trekken tegen de weerbarstige graaf Dirk III, die het waagde ‘ten gunste van de grafelijke tafel’ tol te heffen, en hem door de macht der wapenen tot gehoorzaamheid te dwingen. In de befaamde slag bij Vlaardingen versloeg de in de historie nu niet direct als zachtzinnig bekend staande graaf de keizerlijke legerscharen, waardoor de macht en de autoriteit van het Hollandse gravenhuis voor de toekomst verzekerd was. Nu laat ik in het midden of uitsluitend door de vrijwording van Holland de Nederlandse taal zich kon handhaven en verder ontwikkelen of dat de eigen taal - als ziel van het verzet tegen vreemde onderdrukkers - onze voorouders de kracht en de stimulans heeft gegeven zich steeds weer vrij te vechten wanneer vreemde machten ons van de dierbare vrijheid wilden beroven.
Waar is het in ieder geval dat de taal de waarneembare en zichtbare vorm is van de geest van een volk.
Van ganser harte hoop ik een grote schare deelnemers aan het 35e Nederlandse Congres in Vlaardingen welkom te mogen heten.
Moge de historische band, welke het Algemeen Nederlands Verbond met deze stad verbindt, door uw congres verinnigd en verstevigd worden.
Wij van onze kant zullen - voor zover het in ons vermogen ligt - trachten uw verblijf in deze stad zo aangenaam mogelijk te maken.
Mr. J. HEUSDENS.
Burgemeester van Vlaardingen.