Bij het 35e Nederlandse Congres
‘Nevens de politische worstelingen, die zoo geweldig byna alle naburige landen hebben omgewoeld, ziet men eene andere beweging werken, min stoorend en langs zachtere wegen naer haer doel strevend: deze beweging is diegene, welke volkeren van een zelfden stam en eene zelfde tael, ofschoon door afzonderlijke staetsbesturen beschermd, tot wederzydsche toenadering brengt, ten einde op deze wyze de gemeenschappelyke geestontwikkeling te bevorderen.’
Het bovenstaande is de aanhef van de ‘Handelingen van het eerste Nederlandse Congres’, gehouden te Gent in 1849. Dit congres - het blijkt duidelijk uit de aangehaalde zinsnede - was in zijn opzet meer dan een zuiver letterkundige bijeenkomst. De deelnemers waren weliswaar in hoofdzaak ‘letterlievenden’, maar de ‘zucht naer eigen letterkundige voortbrengsels’ werd in die tijd nu eenmaal gezien als de belangrijkste voorwaarde ‘om het thans gespletene Nederland voor wederzydsch vergaen te behoeden’.
Al werden op de congressen, die tot 1914 regelmatig plaats vonden, vooral taal- en letterkundige of daarmee zijdelings verband houdende onderwerpen behandeld, ze werden toch altijd gedragen door het besef, dat de Nederlandstalige gewesten, ondanks hun staatkundig gescheiden zijn, op elkaar aangewezen waren in het concert der Europese volkeren. Een zelfde besef ligt ook nu ten grondslag aan de Nederlandse Congressen. Aan een éénwordend Europa moet de Nederlandse cultuurgemeenschap een eigen bijdrage leveren, in dit Europa moet het een eigen geestesmerk bewaren.
In de 19e eeuw werd uitzonderlijk groot belang gehecht aan de taal als plechtanker van het nationaal bestaan. De betekenis van de taal voor de vorming van een natie is dikwijls overschat. ‘De taal is gans het volk’ was een nationalistische overdrijving, ongetwijfeld, maar zou zich niet de paradox kunnen voordoen, dat in het komende Europa, waarin het 19de eeuwse nationalisme grotendeels een overwonnen standpunt zal zijn, deze leuze wellicht meer aan een werkelijkheid zal beantwoorden dan in de tijd, waarin ze uitdagend aangeheven werd, ooit het geval is geweest? Wanneer de Europese eenwording tot dusver bestaande politieke, sociale, economische verschillen doet vervagen, vormen dan niet de eigen taal en cultuur de meest constante kenmerken, waardoor de samenstellende delen van Europa zich van elkaar blijven onderscheiden?
Het is onze overtuiging, dat Europa niet gebaat is bij een oppervlakkig cosmopolitisme. Wij zijn evenzeer van mening, dat de Europese integratie ongekende perspectieven biedt voor de samengroeiing der Nederlanden. Laat ons om misverstanden te voorkomen duidelijk stellen, dat het niet gaat tegen de Belgische staat of tegen Benelux, als we van Nederlandse eenheid spreken. Integendeel. Maar wel verlangen we, dat in het kader van de Beneluxovereenkomsten aan een Noordnederlands-Vlaams samenspel de nodige ruimte wordt gegeven.
Tegen de achtergrond, zoals die hiervóór summier aangegeven is, werd voor het 35e Nederlandse Congres als onderwerp gekozen: ‘NEDERLANDS CULTUURBELEID’. In de volgende bladzijden kunt u hierover meer lezen.
Het A.N.V. heeft gemeend het vorige jaar de in 1914 afgebroken traditie van de Nederlandse Congressen te moeten herstellen. Het is echter niet de bedoeling in de toekomst van de congressen een exclusieve A.N.V.-aangelegenheid te maken. Om praktische redenen - de tijd van voorbereiding was wel wat kort - heeft het A.N.V., met medewerking van enkele bestuursleden en leden van het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’, de inrichting van dit 35e congres nog in eigen hand gehouden. Wel is aan de voorzitters van tal van instellingen en verenigingen gevraagd zitting te nemen in een comité van aanbeveling. We hopen, dat een aantal vertegenwoordigers van deze organisaties in de toekomst zal willen toetreden tot een breed samengestelde bestendige congrescommissie.
Voor het eerst sedert 1910 is er weer een Nederlands Congres in Noord-Nederland. Het geniet de gastvrijheid van het gemeentebestuur van Vlaardingen, dat alle medewerking verleent. Het 34e congres vond vorig jaar plaats te Gent, het 36e zal het volgend jaar te Mechelen gehouden worden. Wij zijn ervan overtuigd, dat de jaarlijkse Nederlandse Congressen wederom een belangrijke stimulans kunnen vormen voor het samengroeien van de Nederlanden. Wij rekenen op een grote schare deelnemers uit Noord en Zuid.
Het Verbondsbestuur.